Het onderste hemd van het lijf – Gerrit Komrij’s ‘Dubbelster’

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Gerrit Komrij, Dubbelster. Uitg. De Arbeiderspers, 1993.
Is het mogelijk je volledig in het leven van iemand anders te verplaatsen? Figuurlijk, misschien. Maar letterlijk? Hoeveel zou je daarvoor moeten weten van zo iemand? Zijn lievelingsgerecht, zijn manier van lopen, zijn lachje?
Op de televisie zijn de laatste tijd spelletjes te zien waarin de deelnemers moeten raden wat iemand anders in een denkbeeldige situatie zou doen. Kenmerkend aan die spelletjes is de intimiteit. Het gaat niet langer om het tonen van eruditie, behendigheid of snelheid. Het gaat om zoiets persoonlijks als de kennis van de kleur van andermans ondergoed, of zijn manier van zoenen.
In zijn uiterste consequentie zou je je kunnen voorstellen dat kandidaten die goed in deze spelletjes zijn, op den duur het leven van de door hen bestudeerde ander zouden kunnen overnemen. In zijn deze maand verschenen roman Dubbelster heeft Gerrit Komrij dit idee (meer…)

Een koppige voorkeur voor de waarheid – Tessa de Loo’s roman ‘De Tweeling’ over Duitsers en Nederlanders

 

Door Reinjan Mulder
Tessa-de-Loo-De-tweeling.-1e-druk-21958109
Recensie van: Tessa de Loo, De tweeling. Uitg. De Arbeiderspers.
Bij de presentatie van haar roman De tweeling in het Amsterdamse Goethe Instituut zei Tessa de Loo (1946) dat zij het boek geschreven had om tegenwicht te bieden aan het anti-Duitse sentiment in Nederland. Ze kende dit gevoel uit eigen ervaring. Zoals veel van haar leeftijdgenoten is ze na de oorlog opgevoed met wilde verhalen over de bezettingstijd en met het idee dat Duitsers niet te vertrouwen zijn.
Een paar jaar jaar geleden is ze daarover aan het twijfelen geraakt. In een Frans pensionnetje ontmoette ze een oudere Duitse vrouw die (‘heel uitzonderlijk voor een Duitser’) veel gevoel voor humor had en na lange gesprekken met haar begreep De Loo dat de meeste Duitsers net zo onder het nationaal socialisme hebben geleden als de Nederlanders. Ze wilde haar houding tegenover Duitsland herzien en de spanning die dit met zich mee bracht leidde uiteindelijk tot de lijvige roman die deze week verscheen.
In De tweeling wordt inderdaad uitvoerig het lijden van de Duitse bevolking tijdens het nazi-regime (meer…)

Interview met Suhrkamp-directeur Siegfried Unseld: Waarom Nederland de beste schrijvers ter wereld heeft

Door Reinjan Mulder
De Duitse uitgeverij Suhrkamp gaf in 1993 meer vertalingen uit het Nederlands uit dan uit het Frans of Italiaans. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de Nederlandse literatuur nu de sterkste stem is in het Europese literaire concert,’ zei directeur Siegfried Unseld daarover bij de opening van de Frankfurter Buchmesse van 1993. Nederland was daar dat jaar gastland, en de bekende beurs stond geheel in het teken van ons land. Siegfried Unseld speelde daarin een belangrijke rol, niet alleen omdat hij de uitgever was van de in Duitsland zeer populaire Cees Nooteboom, maar ook omdat hij zoveel lovende woorden liet horen op de feestelijke openingsmanifestatie van de Messe. Een paar dagen voor de beurs begon, zocht ik hem op in zijn kantoor.
Ik vermoed wat u weten wilt,’ zegt Siegfried Unseld als ik nog maar net in zijn kamer in het enorme Suhrkamp Huis in Frankfurt ben gaan zitten. ‘Waarom nu? En waarom zo plotseling?’
Het is duidelijk waarover het gesprek zal gaan. Ook Siegfried Unseld heeft zich de laatste maanden moeten afvragen waarom er in Duitsland plotseling zoveel aandacht is voor Nederlandse literatuur. Cees Nooteboom haalde jarenlang bescheiden oplagen, maar nu heeft Unseld in twee jaar tijd 400.000 boeken van hem verkocht, waarvan 300.000 in het laatste half jaar. En in het kielzog van Nooteboom trekken steeds meer andere Nederlandse schrijvers de aandacht van de pers en het publiek.
Ik spreek de 69-jarige uitgever aan het begin van de Frankfurter Buchmesse, een dag voor hij in de Alte Oper de Nederlandse avond Ebene Erhebungen moet inleiden. Hij zegt dat er sprake is van een ware boom, alleen te vergelijken met wat hij indertijd heeft meegemaakt met de Zuidamerikanen. Ook toen waren er (meer…)

– Interview met de Friese dichter Tsjebbe Hettinga (44): – ‘Het Fries is de taal van mijn gevoel’

Door Reinjan Mulder
Wie is de totaal onbekende 44-jarige Friese dichter Tsjebbe Hettinga, die woensdag deelneemt aan het Nederlands-Vlaamse openingsprogramma van de Frankfurter Buchmesse, naast bekende auteurs als Hugo Claus, Hella Haasse, Harry Mulisch en Cees Nooteboom? Hoe is hij ineens tussen de ‘sterren’ beland?
Tsjebbe Hettinga’s aanwezigheid vloeit voort uit het Nederlandse letterenbeleid, zegt men bij het ministerie van WVC. Toen Nederland besloot aan de boekenbeurs mee te doen als themaland, stond vast dat er ook aandacht aan het Fries gegeven zou worden. ‘Het Fries is de tweede taal van Nederland en een regulier onderdeel van het beleid,’ zegt een woordvoerder van WVC. De Stichting Frankfurter Buchmesse die de avond samen met de Frankfurt Feste organiseert, vroeg daarop het Fries Letterkundig Museum en Documentatiecentrum een naam te noemen, en daar koos men voor Tsjebbe Hettinga.
Nieuwsgierig wie deze Tsjebbe Hettinga dan wel is, reis ik naar Leeuwarden, waar hij sinds een aantal jaren zou wonen. Aan een grachtje in de binnenstad bel ik aan en na enig wachten wordt opengedaan door een bijna blinde man die me via een paar gangen en over een zolder naar zijn schaars gemeubileerde (meer…)

‘De virtuoos’: Margriet de Moor’s rijke ode aan Napels

Door Reinjan Mulder 
Recensie van: Margriet de Moor, De virtuoos. Uitg. Contact. 181 blz. 1993. 

In haar nieuwe roman De virtuoos gaat Margriet de Moor wat verder van huis dan in haar vorige boeken. Hoofdpersoon is een Italiaanse aristocrate uit het midden van de achttiende eeuw die verliefd wordt op zoiets vreemds als een castraatzanger bij de opera. Maar de schrijfster brengt het er wonderlijk goed vanaf. Ze beschrijft de verhouding tussen de twee gelieven en hun belevenissen alsof ze er zelf bij is geweest. Aan het boek moet dan ook een grote hoeveelheid research ten grondslag liggen.
Wie tegenwoordig onvoorbereid naar Napels reist, kan zich maar moeilijk voorstellen waaraan deze (meer…)

Ook een beul heeft een gezin – Aleksander Tisma’s vraag naar het bestaan van God

Door Reinjan Mulder

Recensie van: Aleksandar Tisma, De school der goddeloosheid. Vert. Reina Dokter. Uitg. Meulenhoff, 146 blz. 

De school der goddeloosheid, waarnaar het titelverhaal van Aleksandar Tisma’s verhalenbundel verwijst, is een armzalig gebouw in het noordoosten van Joegoslavie. De tijd waarin het verhaal speelt is het voorjaar van 1944. De streek is sinds enkele jaren ingelijfd bij het fascistische Hongarije. In het gebouw is de Hongaars georienteerde contra-spionage gehuisvest. De inspecteurs die er werken hebben tot taak het verzet van de plaatselijke bevolking te breken en dat kost uiteraard de grootste moeite. Gearresteerde verzetsstrijders worden van vroeg tot laat verhoord, en als zij blijven weigeren hun contactpersonen te noemen, worden de bekende martelmethoden op hen uitgeprobeerd.

Net als in Tisma’s vorig jaar vertaalde roman Het gebruik van de mens (1985) gaat het er in dit vroegere verhaal weinig zachtzinnig aan toe. En dat zullen we, als lezers, ook weten. De schrijver houdt er niet van (meer…)

Alweer bedrog en verraad: prachtig boekenweekgeschenk van W.F. Hermans

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Willem Frederik Hermans, In de mist van het schimmenrijk. Uitg. CPNB, 1993, 95 blz.
Volgens W.F. Hermans, de schrijver van het boekenweekgeschenk van 1993, is de roman een oneindig veel hoger genre dan het dagboek. Tijdens de presentatie van het geschenk in het Amstelhotel in februari 1993, legde hij dat nog eens uit. Dagboeken, aldus W.F. Hermans, worden door het stomme toeval beheerst. De schrijver ervan is afhankelijk van wat er gebeurt. Romanschrijvers zijn daarentegen “de aap van God’. Zij zetten de feiten zelf naar hun hand.
Een opmerkelijk standpunt aan de vooravond van een boekenweek die in het thema staat van de ego-documenten. Een opmerkelijk standpunt ook voor iemand die zelf net een boek publiceert dat de vorm van een dagboek heeft. In de mist van het schimmenrijk, het geschenk dat Hermans schreef, heeft als ondertitel: ‘fragmenten uit het oorlogsdagboek van de student Karel R.’ In het boek vertelt de Amsterdamse student Karel Rotteveel in chronologische volgorde zijn belevenissen tijdens (meer…)

Bij de P.C. Hooftprijs voor Gerrit Komrij – vóór alles een geboren dichter

Door Reinjan Mulder
Dat de schrijver Gerrit Komrij ooit nog eens de P.C. Hooftprijs zou krijgen, zullen de laatste jaren nog maar weinig mensen hebben betwijfeld. De vraag was alleen wanneer, en vooral waarvoor. De P.C. Hooftprijs wordt jaarlijks uitgereikt, het ene jaar voor poëzie, het volgende voor proza, en het derde voor beschouwend werk. In de vijfentwintig jaar van zijn schrijverschap heeft Komrij al deze genres beoefend, en het opmerkelijke is dat hij (meer…)

Kristien Hemmerechts’ hoge inzet in de roman ‘Wit zand’

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Kristien Hemmerechts, Wit zand. Uitg. Atlas, 252 blz. 
Aan de kust van noord-Frankrijk ligt het badplaatsje Wissant. Als je de naam op zijn Nederlands uitspreekt klinkt hij bijna als ‘wit zand’. Het bijzondere  van Wissant is dat het zand op het strand daar inderdaad vrij licht is. De bodem in deze streek bevat veel kalk, in de onmiddellijke nabijheid rijzen de kalkrotsen van Cap Griz Nez en Cap Blanc Nez op uit zee.

Wit zand, de nieuwe roman van Kristien Hemmerechts speelt zich voor een belangrijk deel in dit Wissant af. Het befaamde zand heeft voor de titel gezorgd, en het speelt ook een duidelijke rol in het verhaal. In een mooie, associatieve scène op de laatste twee bladzijden verbindt wit zand nog eens een lange reeks beelden en personages uit de voorafgaande hoofdstukken met elkaar. Een man en een vrouw uit Brussel liggen op een bed in een vervallen hotel in de badplaats. In een moment van berusting ziet de man het zand waarmee hij als kind kastelen heeft gebouwd, hij ziet de zandberg waarop zijn moeder tijdens een vakantie zat te zwaaien, het zand waarin hij door opdringerige jongens werd ingegraven, het zand dat in de lugubere bunkers op het strand van Wissant ligt en ten slotte denkt hij aan het zand dat kan terechtkomen in de buiken van drenkelingen. Hij kust de vrouw die naast hem ligt en fluistert: ‘Ooit zal wit zand zich over ons sluiten, zoals het zich heeft gesloten over Pipo die stierf op een trap, en over het meisje dat werd verpletterd tussen een auto en een boom, en over Maja die ik nooit echt heb gekend. Het zal onze neus en mondholte vullen, onze ogen en oren.’

Uit dit citaat blijkt al dat Wit zand  grote kwaliteiten heeft. Het boek is ritmisch, het heeft een mooie, ingehouden toon, en (meer…)

‘De laatste der onafhankelijken’ – De onzekere toekomst van de literaire uitgeverij De Bezige Bij

Met de benoeming van Albert Voster tot directeur is deze week vermoedelijk een eind gekomen aan de onzekerheid over de toekomst van Nederlands bekendste literaire uitgeverij, De Bezige Bij. Het coöperatieve bedrijf, eigendom van honderd schrijvers en vertalers, staat voor een ingrijpende reorganisatie. ‘Door de successen in het verleden was er een zelfgenoegzaamheid binnengeslopen die maakte dat het een volledig inert bedrijf was geworden.’
Door Reinjan Mulder
‘Het is niet goed als bij een uitgeverij het personeel vechtend over straat rolt, dat zegt mijn middenstandsinstinct.’ H.J.A Hofland, voorzitter van het bestuur van De Bezige Bij, laat er geen misverstand over bestaan waarom hij in november 1992 zijn directeur Dolf Hamming onverwacht op non-actief stelde. Bij een poging het bedrijf te reorganiseren was Hamming op krachtig verzet gestuit van het personeel. Voor het bestuur zat er, volgens Hofland, op dat moment daarom niets anders op dan Hamming – na een korte bemiddelingspoging – te bedanken voor alles wat hij voor de uitgeverij had gedaan. ‘Er was een ongrijpbaar complex ontstaan dat er toe leidde dat er niet meer gewerkt kon worden. Het was november, hoogseizoen in de boekhandel, in het magazijn lag voor twee ton aan Mulisch. Wolkers, Hermans en niet te vergeten Leon de (meer…)