De ‘modermismen’ van Kees van Kooten

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Kees van Kooten, Meer dan alle modermismen. Uitg. De Bezige Bij, 568 blz. 

Halverwege de bundel Meer dan alle modermismen van Kees van Kooten is een brief opgenomen aan Simon Carmiggelt. Het is een fictieve brief, de grootvader van de Nederlandse column is op het moment van schrijven al overleden. Onder de aanhef ‘Lieve Simon’ herinnert de Kees die de brief schrijft zich hoe hij in de jaren vijftig zijn eerste stukjes voor de schoolkrant schreef. Om het verwijt van plagiaat te ontlopen, ondertekende hij ze voor de zekerheid met ‘Krinkel’. Hij was zich van zijn grote voorbeeld meer dan bewust. Hij was een volgeling, niet eens een epigoon.

De brief aan Carmiggelt, één van de mooiere stukken uit de omvangrijke bundel, is niet alleen een postume liefdesverklaring aan Carmiggelt. Hij schetst ook de voedingsbodem waarop een humoristische schrijver als Kees van Kooten

De patiënt die niet ziek is – Willem Jan Otten’s eerste essayistische roman over zelfmoord

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Willem Jan Otten, Ons mankeert niets. Uitg. Van Oorschot, 1994, 197 blz. 
In de meeste gevallen krijgt een arts op zijn spreekuur mensen tegenover zich met klachten. Hij is daarop ingesteld. Maar het kan ook anders. In de nieuwe roman van Willem Jan Otten wordt een huisarts geconfronteerd met patiënten die vinden dat ze volkomen gezond zijn. Ons mankeert niets. Aan deze situatie zit een frivole en een minder frivole kant. Frivool – nou ja, frivool – is de categorie vrouwelijke patiënten die, al dan niet door de arts uitgelokt, op zoek zijn naar genegenheid. Hun rol is, zoals Otten aangeeft, weinig origineel. De dokter kan doktertje met hen spelen. Als hij hen met amoureuze bijbedoelingen thuis komt opzoeken, roept hij bij de voordeur olijk ‘doktersbezoek!’ waarna hij (meer…)

Belladonna van Hugo Claus: een caleidoscopische roman

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Hugo Claus: Belladonna. Uitg. De Bezige Bij, 350 blz.
Toen vorig jaar de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Gent na een langdurige restauratie feestelijk werd heropend, gebeurde dat met Onder de torens, een hilarisch gelegenheidsstuk over de verloedering van de Vlaamse culturele wereld. In een groot aantal scènes hekelde Hugo Claus hierin onder meer de argumenten die worden aangevoerd bij het verstrekken van opdrachten aan kunstenaars. Tegelijk gaf het stuk een vermakelijk beeld van de motieven en gebruiken in het Vlaamse theater.
In zijn zojuist verschenen roman Belladonna gaat Hugo Claus op dit gegeven door. Nu gaat het niet over een toneelstuk dat moet worden aanbesteed maar over de vervaardiging van een film. Een commissie die subsidies uitdeelt voor Vlaamse films heeft de verfilming van Elsschots Villa des Roses onverwacht afgewezen vanwege de Franse titel (!) zodat er op korte termijn een vervanging moet komen. In grote haast wordt een klungelige, folkloristische film over het leven van de schilder Pieter Brueghel in elkaar gezet waarbij zo ongeveer alles wat fout kan gaan ook werkelijk fout gaat. Maar voor de producent maakt dat in de visie van Hugo Claus niet zoveel uit. Met een bekende televisieacteur in de hoofdrol, met roddels en insinuaties in de boulevardpers en met een première in aanwezigheid van de Prins weet hij de onderneming zelfs op te vijzelen tot een nationale gebeurtenis. Dat de recensies daarna vernietigend zijn, doet er dan al niets meer toe. Omdat de film als typisch Vlaams produkt kan worden doorverkocht aan het buitenland, zijn de geldschieters en de politici dik tevreden.
De voorbereidingen voor de film en de beslommeringen van de vele medewerkers en hun aanhang maken het grootste deel van het boek uit. Ze bieden Claus de gelegenheid om een groot aantal facetten van het sterk verpolitiekte Vlaamse culturele leven tegen het licht te houden. De filmindustrie krijgt er van langs, die met een veel te groot aantal co-auteurs films maakt. Claus laat de absurditeit van het (meer…)

Interview met Susanna Tamaro: De stem van je hart

Door Reinjan Mulder 
Van de roman De stem van je hart van de Italiaanse schrijfster Susanna Tamaro werden in korte tijd meer dan een half miljoen exemplaren verkocht. Daarom ging ik maar eens met haar praten tijdens de Buchmesse in Frankfurt. ‘Om te schrijven moet je talent te hebben.’ vertelde ze me. ‘Maar dat kun je wel cultiveren. Anders blijf je de gevangene van je talent. Je gaat dan frasen schrijven die mooi zijn, maar dat is een catastrofe. In mijn boek De stem van je hart was ik juist op zoek naar eenvoud.”
Susanna Tamaro was op dat moment de meest besproken schrijfster van Italië. Van haar roman, Va’ dove ti porta il cuore, in het Nederlands vertaald als De stem van je hart, bleef maar verkopen. Het boek benaderde daarmee in Italië  al de verkoopcijfers van een schrijver als Umberto Eco.
Een groot verschil tussen de beide auteurs was echter hun instelling. Waar Eco een grote eruditie uitstraalt en een zeer gecompliceerde boodschap heeft, daar streefde Tamaro naar eenvoud. Haar simpele, maar sympathieke devies was dat de mens (meer…)

Don Giovanni bij de dokter – ‘Het meesterstuk’ van Anna Enquist

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Anna Enquist: Het meesterstuk. Uitg. De Arbeiderspers. 313 blz. 1994

Al een maand voor verschijnen maakte uitgeverij De Arbeiderspers bekend dat de roman Het meesterstuk van de dichteres Anna Enquist al aan een Duitse uitgever was verkocht. Dat zou nooit eerder in de geschiedenis zijn voorgekomen. Toen ik het persbericht las, vroeg ik me af of de Duitse uitgever het boek dan al gelezen had. Er was nog geen recensie over verschenen. Het enige wat, afgezien van het manuscript, houvast zou kunnen bieden was Enquists naam als snel doorgebroken maar ook weer niet helemaal onomstreden dichteres.
Nu de roman eenmaal in Nederland verkrijgbaar is, komt ook de vraag op of Enquist’s Nederlandse uitgever hem eigenlijk zelf wel zo goed gelezen heeft. Want waarom wordt er zoveel ophef over gemaakt? Het meesterstuk heeft zeker kwaliteiten, het boek snijdt een interessante problematiek aan, en het bevat een aantal meeslepende sfeerbeelden die de meesterhand van de dichter verraden, maar het rammelt (meer…)

De reanimatie van de afgelegde dingen- Nicolaas Matsier’s wondere wereld van de kluiveduikers en de knipperbollen

Door Reinjan Mulder 
In 1991 vroeg de redactie van het tijdschrift Raster aan vijftig auteurs om voorwerpen of opvattingen te zoeken die verbonden waren met een ‘vergeten woord’. De artikelen die daar toen op binnen kwamen werden gebundeld in een Vergeetwoordenboek. Dat bleek een schatkamer te zijn zonder weerga. ‘Het vergeetwoordenboek moest een eye-opener zijn,’ zei een van de auteurs erover . ‘Wij wilden dat het boek de lezers een kader zou geven, een contour van wat ze konden denken’
Nieuwe woorden, die van het ene op het andere jaar in een woordenboek terechtkomen, kunnen al wat langer op aandacht rekenen. Bij elke volgende druk van de Van Dale lezen we in de krant over de neologismen die nu weer een plaatsje in het heilige der heiligen hebben bemachtigd. Maar wie let er op de verdwenen woorden? Nu de geboorte-aankondigingen van woorden zo goed zijn geregeld, wordt het ontbreken van in memoriams een schrijnende zaak. Zou er in Nederland niet een instantie moeten komen die in woordenboeken, kranten en televisieprogramma’s bijhoudt welke woorden in onbruik zijn geraakt?

Het Vergeetwoordenboek werd dan ook meteen een groot succes. Hoewel het boekje alle kenmerken had van een gelegenheidsuitgave – rijp en groen door elkaar heen, veel overlapping en belangrijke woorden die vergeten waren, echt vergeten – was hier kennelijk een gevoelige snaar geraakt. Het nummer moest binnen twee weken worden herdrukt, wat het doorgaans als vrij saai en gedegen bekend staande blad nog nooit eerder was overkomen.

Wat begon als een inval van de redactie lijkt groeide daarmee uit tot een heus instituut. Naast de vijftig eerder aangezochte auteurs werden nog dertig anders medewerkers benaderd, die gezamenlijk zo’n tweehonderd bladzijden volschreven over de wondere wereld van gloeikousjes, kluiveduikers, snotlappen, knipperbollen en – mijn favoriete vergeetwoord – mica. Lees (meer…)

De halveringstijd van onze sentimenten, over de roman ‘Gesloten huis’ van Nicolaas Matsier

Door Reinjan Mulder
Recensie van Nicolaas Matsier, Gesloten huis, Uitg. Querido.
Eén van de eerste dingen die opvallen aan Gesloten huis, de eerste roman van Nicolaas Matsier (1945), is het sterk autobiografische karakter ervan. In Oud Zuid en Onbepaald vertraagd, verhalenbundels die Matsier in 1976 en 1979 publiceerde, verborg hij zich nog zorgvuldig achter zijn pseudoniem, en deed hij als goed Revisor-auteur zijn uiterste best om zelf onzichtbaar te blijven. In zijn volgende boeken, de novelle De eeuwige stad (1982) en de bundel schetsen Een gebreid echtpaartje (1985), werd dat terughoudende al wel wat minder, maar nu lijkt hij, zoals dat sinds Anja Meulenbelt heet, de schaamte voorbij. De ik-figuur van Gesloten huis heet Tjit Reinsma, net als de schrijver in het dagelijks leven. En zijn achtergronden en belevenissen, ook de meest intieme, zijn, (meer…)

Interview met Hugo Claus: ‘Ik schreef “Het verdriet van België” om mijn twee zoons mijn jeugd te laten zien’

Door Reinjan Mulder
Hoe het was om in de jaren voor, tijdens en na de oorlog op te groeien in een kleine provinciestad als Kortrijk? Dat wilde Hugo Claus aan zijn zonen duidelijk maken en daarom schreef hij Het verdriet van België, de roman die voor zijn internationale doorbraak zorgde. ‘De komst van de Duitsers was beeldschoon voor een jongen van elf.’
In de – vaak juichende – ontvangst die Claus’ meesterproef sinds de verschijning in 1983 heeft gekregen, is tot nu toe vooral veel aandacht besteed aan de Vlaamse collaboratie met de Duitse bezetters die erin beschreven wordt. De vader van de hoofdpersoon is pro-Duits en bezoekt tijdens de bezetting een café waar hele en halve fascisten samenkomen. Het jongetje door wiens ogen alles wordt beschreven, sluit zich aan bij een fascistische jeugdorganisatie en gaat op vakantie naar een Duits kinderkamp. En de moeder dweept met haar Duitse chef.
Voor veel Nederlanders moet de roman de eerste uitgebreide kennismaking zijn geweest met de Vlaamse groeperingen die, uit angst voor het communisme of uit haat tegen de Franse invloed, met de bezetters samenwerkten. En in landen waar het boek in vertaling verscheen, was het al niet veel anders. Ook in Engeland, waar het boek dit jaar in de reeks Penguin Classics verschijnt, en Frankrijk werd het politieke aspect er in besprekingen vaak uit gelicht. Daardoor leken de achtergronden van het verhaal volgens Hugo Claus soms belangrijker dan het verhaal zelf: ‘De Fransen (meer…)

De roman ‘Gewassen vlees’ van Thomas Rosenboom: papier geworden opera!

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Thomas Rosenboom: Gewassen vlees. Uitg. Querido, 732 blz. 1994. 

Gewassen vlees, de nieuwe roman van Thomas Rosenboom, is wel het extravagantste boek dat ooit na de oorlog verschenen is. Met zijn 730 dichtbedrukte bladzijden is het niet alleen een van de dikste Nederlandse romans sinds jaren – het zit ook zo boordevol avonturen, intriges en, doorlopende of doodlopende, zijpaden dat je na afloop vrijwel laveloos achterblijft. Daarbij komt dan nog de exuberante en ritmische stijl van het boek. Gewassen vlees zingt en tettert, het rommelt en raast, en het zoemt en sist. En tegelijk is het één van de meest evocatieve boeken die (meer…)

Cees Nooteboom’s ‘Zelfportret van een ander’: angst bederft niet

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Cees Nooteboom, Zelfportret van een ander. Uitg. Atlas, 77 blz.; id., Selbstbildnis eines Anderen. Uitg. Uitg. Kleinheinrich, 120 blz.
Zelfportret van een ander, de laatste publikatie van Cees Nooteboom, is een verfijnd boekje met variaties op het thema resignatie. Resignatie is het afstand doen van verworvenheden, de onderwerping aan het lot, en uiteindelijk het berusten in de dood. Het boekje, dat eerder in Duitsland als Selbstbildnis eines Anderen verscheen, in een tweetalige bibliofiele editie met illustraties van de schilder Max Neumann, beschrijft een man die op het punt staat het leven dat hij heeft geleid los te laten. Hij is oud, vindt hij, en hij heeft zich op een eilandje teruggetrokken.
De man doet pogingen in het niets te verdwijnen. Hij wil rust, stilte. ‘Zonder’ is het woord dat door zijn hoofd jaagt. ‘Zonder, zonder, en daarmee tekende hij de (meer…)