Uitgever Reinjan Mulder in ‘Trouw’: een boek met het woord ‘indrukwekkend’ in de flaptekst gooi ik meteen weg

Door Onno Blom

‘Dáár speelt een van de romans, die ik nu onder handen heb.’ Reinjan Mulder, sinds een halfjaar uitgever bij De Geus, wijst over de daken van Amsterdam-Zuid naar de puntige, neo-gotische torentjes van het Sweelinck Conservatorium. ‘Hele delen van Het talent van Elisabeth Nobel spelen zich af op plekken waar ik dagelijks kom, in de Van Baerlestraat, Bodega Keijzer. Ik lees het als het ware in mijn eigen voetstappen.’

Reinjan Mulder werkt drie van de vijf werkdagen in alle rust op de ruime zolder van zijn huis in de schaduw van het Concertgebouw. Dit voorjaar vertrok hij als redacteur literatuur van NRC Handelsblad. Na jaren als criticus en interviewer over de nieuwste boeken te hebben geschreven, heeft hij nu plaatsgenomen aan de andere kant van de tafel. Mulder is de boeken zelf gaan produceren. Hij is (meer…)

Een ontmoeting met Wole Soyinka

Door Reinjan Mulder
LEIPZIG, 21 MAART 1997. Wanneer begint ballingschap? De Nigeriaanse schrijver en Nobelprijswinnaar Wole Soyinka had al zien aankomen dat hij die vraag vroeg of laat zou stellen. Toch had hij vorige maand niet kunnen voorspellen dat het thema van zijn lezing in het Leipziger boekencentrum Haus des Buches zo actueel zou zijn. Nauwelijks een week geleden werd bekend dat de 62-jarige Nigeriaan door het militaire regime van zijn land is aangeklaagd wegens hoogverraad. Na het proces tegen de schrijver Ken Saro Wiwa, dat eindigde in een snel voltrokken doodvonnis, loopt de in Amerika op een schuiladres wonende Soyinka nu het gevaar hetzelfde te overkomen.
Volgens Soyinka zelf staat het doodvonnis tegen hem zelfs al vast. Formeel wordt hij beschuldigd van betrokkenheid bij een aantal recente bomaanslagen, wat hij “volledige waanzin” noemt. De schrijver is ervan overtuigd dat het eerder zijn niet aflatende kritiek op het Nigeriaanse regime is, onder meer in het vorig jaar verschenen boek The Open Sore of a Continent, dat tot het opsporingsbevel heeft geleid.

Voor Soyinka maakt de beschuldiging het leven nog iets lastiger dan het al was. Zijn bezoek aan Leipzig, waar de jaarlijkse Buchmesse is begonnen, moest korter zijn dan gepland. De presentatie van het mede door hem geschreven boek Das rebellische Wort in het Bach Museum tegenover de Thomas Kirche kon de schrijver niet zelf bijwonen. Volgens zijn uitgever Ch. Links was Soyinka er in Duitsland achter gekomen dat er misschien ook uitleveringsverdragen tussen Nigeria en een aantal Europese landen bestonden en uit vrees voor uitwijzing zou hij ’s middags meteen zijn doorgevlogen naar Brussel voor diplomatiek overleg.

Tijdens de lezing ’s morgens was er van spanning nog weinig te merken. Een tengere man met grijzend krulhaar die kwiek naar de katheder loopt zonder dat een nacht in het vliegtuig uit Houston zichtbaar sporen van vermoeidheid heeft achtergelaten. Ingeleid door de erepresident van de Oostduitse PEN, de onvermoeibare Stefan Heym, schetst de in 1994 illegaal uit Nigeria vertrokken Soyinka voor de deelnemers aan het symposium ‘Exil und Literatur’ hoe verschillend ballingschap voor schrijvers kan uitwerken. Voor sommigen is het niet minder dan een ramp, voor anderen verandert er nauwelijks iets.

Hij verontschuldigt zich voor zijn stem. Sinds hij vorige week een toernee door Canada moest onderbreken vanwege ‘een idioot’ in Nigeria heeft hij aan de lopende band interviews moeten geven. Soyinka is al voor de derde keer van zijn geboorteland afgesneden. Hij weet zo langzamerhand wat ballingschap is. Niet de fysieke gebeurtenis van het verdreven zijn is het belangrijkste, zegt hij, maar de geestelijke toestand die daarop volgt. Bijna altijd komt er een moment waarop het bewustzijn weet dat het is afgesneden van ervaringen die met andere plaatsen zijn verbonden. Dan begint de echte ballingschap, die volgens sommigen zo belangrijk voor hun schrijven is.

Voor Soyinka blijft Nigeria een bron van ergernis en inspiratie. In een interview in Die Zeit van deze week heeft hij nog eens herhaald dat de schuld van Shell aan de verwoesting van het Ogoni-gebied voor hem vaststaat. Het geld dat Shell nu aan een Nigeriaanse gasinstallatie levert noemt hij niets anders dan ‘bloedgeld’. In het interview wijst hij erop dat Shell niets doet om het regime van Abache ten val te brengen en hij roept op tot een boycot van Nigeria. “Europa moet eindelijk optreden anders neemt overal in Afrika een corrupte elite van generaals de macht over en ontwricht Nigeria de hele regio”.

Zijn lezing eindigt de schrijver met een theatrale evocatie van een ochtend in Nieuw Zeeland, een jaar geleden. Hij wordt wakker van een bekend geluid: de muziek van een orkest zoals hij dat vroeger in Nigeria hoorde. Het duurt even voor hij weet wat hij mist: het gekwaak van kikkers.

In het besef van zijn geboorteland te zijn afgesneden roept hij vervolgens een hallucinerende reeks beelden en teksten op. Van de verwoestingen van het Ogoni-gebied gaat hij over op regels uit The Wasteland van T.S. Eliot, op een repetitie voor een politiek toneelstuk tegen het proces tegen Ken Saro Wiwa in Engeland, een demonstratie tegen John Major en op een verhaal van de Japanner Kenzaburo Oë. ‘In al deze haastige collages en door elkaar heen lopende beelden, waar precies was mijn thuis? En waar ballingschap?’ Het betoog kan zo gelezen worden dat een balling gebaat is bij gemengde voorouders, echte of literaire.

Alleen zo, aldus Soyinka, kunnen in benarde omstandigheden andere, gelukkige ervaringen tot hem doordringen.

De kracht van de literaire reeks – gesprek met Lisa Kuitert

Door Reinjan Mulder
De literaire uitgeverij is een cyclisch bedrijf. Een succes dat te lang duurt verandert bijna altijd in een anti-succes. Een schrijver die niet tijdig de bakens verzet, loopt het risico op de achtergrond te raken. En een uitgeverij die op hetzelfde spoor blijft zitten, kan in de versukkeling raken.
Dat hoeft geen reden te zijn om steeds maar weer het roer om te gooien. Juist van literatuur mag je verwachten dat ze zich van de waan van de dag niets aantrekt. Er blijft ook altijd iets te hopen. Als een schrijver of uitgever maar lang genoeg leeft, en over een lange adem beschikt, kan hij vanzelf weer in de mode komen.Maar wie daar het geduld niet voor heeft, zal zich tussentijds moeten vernieuwen. Een van de beproefde manieren waarop uitgevers dat doen is door (meer…)

Interview met schrijver Allard Schröder: ‘De rol van de kunstenaar als uitzonderlijk mens is uitgespeeld’

Door Reinjan Mulder 
Schrijver Allard Schröder zou in zijn werk het liefst onzichtbaar zijn. En ook als mens is hij bescheiden. Hij praat niet graag over zichzelf. En als hij het doet, probeert hij zichzelf zo veel mogelijk te kleineren of te verbergen. In een lezing over de Bekentenissen van Rousseau in de Amsterdamse Balie zei hij eens over kunstenaars die zichzelf graag naar voren schuiven: ‘De rol van de kunstenaar als uitzonderlijk mens is, na haar laatste opvliegers in de jaren zeventig, uitgespeeld of ontaard in hansworsterij.’
Volgens Schröder is er niets zo treurig als overblijfselen uit de tijd van het ‘grote kunstenaarschap’ die zich nu nog in hun oude rol presenteren. ‘We hebben Dali, Gilbert en George en Jeff Koons gehad, en we

(meer…)

Een idealistisch uitgever – Bij de dood van Jos Knipscheer

Door Reinjan Mulder 
Sommige uitgevers gaan het vak in om rijk te worden, andere beginnen iets omdat ze een bepaald soort boeken onder de aandacht willen brengen. Tot het laatste soort behoorde de Jos Knipscheer. Samen met zijn broer Frank zette hij in de jaren zeventig in Haarlem een kleine eigen uitgeverij op onder de naam In de Knipscheer.
Sindsdien staat deze naam voor een van de meest persoonlijke literaire fondsen van Nederland. De Knipscheers vonden dat de bestaande uitgevers zich te veel op een kortzichtig westers cultuurmodel richtten. In plaats daarvan kwamen zij met vertalingen van Noordamerikaanse indianen en de Poolse schrijver Marian Pankowski.
Al gauw verbreedde hun fonds zich tot bijna alles wat maar tegen de hoofdstroom inging. Jos Knipscheer was daarbij jaren lang (meer…)

Liefde maak je zelf – Herinneringen van Adriaan Morriën

Door Reinjan Mulder
‘Ik wil niet oud worden, maar wel lang leven.’ Dat schreef de dichter Adriaan Morrien op 20 november 1954 in zijn dagboek. Hij was toen 42 jaar. De notitie is te vinden in Ik heb nu weer de tijd, een verzameling autobiografische fragmenten in de reeks Privé-domein van De Arbeiderspers.
Het is een intrigerende opmerking. Voorvoelde de schrijver al in 1954 dat hij nog eens één van Nederlands oudste levende schrijvers zou worden? Of vloeide de opmerking voort uit Morriens al langer gekoesterde fascinatie voor leeftijd en dood? Wie Ik heb nu weer de tijd nu leest, kan er niet omheen dat hij (meer…)

De beestachtige bronnen van Dick Hillenius

Door Reinjan Mulder 
Vier jaar lang, van 1983 tot kort voor zijn dood in 1987, had de schrijver en bioloog Dick Hillenius een column in het weekblad Vrij Nederland. Hoewel ik het blad al die jaren in handen moet hebben gehad, kan ik me niet herinneren toen ooit iets van hem gelezen te hebben. Ik vermoed dat Hillenius voor mij in die tijd al te veel iemand uit een voorbije periode was, een kabouter, druk in de weer het menselijk gedrag terug te voeren op zijn ‘beestachtige bronnen’. In de stukken die na zijn overlijden over hem in zijn geliefde Hollands Maandblad verschenen, werd hij ook wel een typische vertegenwoordiger van de jaren zestig genoemd – en die waren toen al lang en breed voorbij. Anarchistisch tot in zijn kleding, in hemden waarop geen das zich thuisvoelde, met een ontembare voorliefde voor experimenten om het experiment, en altijd op zoek naar onverwachte verbanden tussen de vele terreinen waarin hij genteresseerd was: kunst, literatuur, biologie en het menselijk samenleven.
Hillenius was de modefilosoof die (meer…)

Graham Swift en W.G. Sebald: Engeland als arme slager

Door Reinjan Mulder
Het boek dat mij in 1997 het meest heeft geraakt, was Last Orders van de Engelse schrijver Graham Swift. In deze roman, die terecht met de Bookerprijs is bekroond, trekken vier mannen van Londen naar Margate om de as van hun overleden vriend in te zee te strooien. Ze kennen elkaar uit de oorlogsjaren of kort daarna, uit het buurtcaf. Op weg naar de kust komt de ene weemoedige herinnering aan hun eigen leven na de andere op.
Het vervelende – of misschien ook wel het mooie – van literatuur is dat je makkelijker kunt aangeven waarom een boek je tegenstaat dan waarom het je raakt. Zolang een roman je niet in zijn greep heeft, valt er veel over te zeggen. Je kunt met distantie de stijl en de thematiek beschrijven en deze vergelijken met die in andere boeken. Je kunt de ontwikkeling van de auteur schetsen en hem in een stroming of genre plaatsen. Maar bij de beste boeken lukt dat niet. Onvermijdelijk ga je stamelend en stotterend kopje onder.
Dat overkwam me bij Last Orders. Ik zag dat het boek uitzonderlijk was door zijn veelstemmigheid, het zit vol ingehouden melancholie, en het vestigt de aandacht op de schoonheid van het alledaagse. Maar daarin school niet zijn kracht. Later

(meer…)

We moeten gaan lezen zoals we tv kijken – interview met Alessandro Baricco

Door Reinjan Mulder
Lezers van zestig vinden zijn boeken lastig te volgen, vermoedt de Italiaanse schrijver Alessandro Baricco. Hij schrijft voor mensen die zijn opgegroeid met de televisie. Een normaal mens ziet alleen nog maar fragmenten. Hij is niet meer op zoek naar iemand die alles uitlegt. Holden Caulfield, de jeugdige held uit de roman The Catcher in the Rye, had het niet zo op scholen en leraren. In het klassieke boek van J.D. Salinger vertelt hij in één lange klaagzang hoe hij op een dag genoeg had van het geregelde leven en op zoek ging naar iets beters. Je kunt je afvragen wat Holden, of zijn geestelijke vader, er van gevonden zou hebben dat er een school naar hem is vernoemd. Op de Scuola Holden, aan de Corso Dante in Turijn, geeft sinds tweenhalf jaar een groep leraren elke dag van tien uur ’s morgens tot in de avond les aan zestig ijverige studenten.
De Italiaanse schrijver Alessandro Baricco, een van de oprichters en directeuren van de school, troost zich met de gedachte dat (meer…)

Een zigeuner-roman – Reinjan Mulder over Margriet de Moor’s ‘Hertog van Egypte’

Door Reinjan Mulder
Recensie van Margriet de Moor, Hertog van Egypte, Uitg. Querido. 1996
Is het goed om te schrijven over wie dat zelf per se niet doet? In haar roman Hertog van Egypte heeft Margriet de Moor een cultuur willen oproepen die het moet hebben van mondeling doorgegeven verhalen. De logica speelt in deze cultuur een ondergeschikte rol. Oorzaak en gevolg zijn onbelangrijk. Besluiten worden niet genomen op grond van redeneringen, maar op grond van voortekenen of wat ‘een wilde reflex van het geheugen’ wordt genoemd. Alles, zo zegt de verteller in de roman, speelt zich af op ‘de vlakte van taal en dromen’.
Door toch over die wereld te schrijven kan een schrijver proberen er vat op krijgen. Maar dat moet dan natuurlijk niet te rechtlijnig gebeuren. ‘Er is geen compositie’, schrijft De Moor provocerend in haar roman. De elementen (meer…)