Het Berlijn van Armando

Door Reinjan Mulder
Hoeveel ‘Berlijn’ kan iemand aan? Kunt u de naam van de stad nog horen? Toch is vandaag pas echt de dag dat twintig jaar geleden ‘de Muur’ omviel. Alles wat we de afgelopen dagen en weken over de stad hebben gehoord, was slechts voorbereiding op vandaag.

Vergeten stukje Muur

Vergeten stukje Muur

Behalve met Tajiri, over wie ik gisteren op de site www.galeries.nl berichtte, zal ‘Berlijn’ voor mij altijd met Armando verbonden blijven. Omstreeks 1979, ik werkte toen net bij NRC Handelsblad, kon hij een beurs krijgen voor die stad, en het wonderlijke was: hij nam hem aan! Jaren lang had hij meer of minder cryptische bewoordingen over die verschrikkelijke Duitsers geschreven, en nu ging hij er midden tussen wonen.
Het heeft zijn kunstenaarschap geen kwaad gedaan. En zijn bekendheid evenmin. Van een kunstenaar voor een kleine, selecte groep werd hij binnen een jaar niets minder dan een fenomeen. Niet in de laatste plaats omdat hij die eerste jaren om de week een ‘Brief uit Berlijn’ voor het Cultureel Supplement van NRC schreef. Als eindredacteur had ik het voorrecht die brief meestal als eerste te lezen. Als ik hem daarna opbelde (meer…)

De extatische vrouwen van Sanne Sannes (1937-1967)

Door Reinjan Mulder
Sanne Sannes moet een van de eerste levende kunstenaars zijn geweest door wie ik gegrepen werd. Al wist ik aanvankelijk waarschijnlijk niet dat hij kunstenaar was. Sanne Sannes was een fotograaf wiens foto’s soms in tijdschriften stonden, en dankzij die foto’s ging ik een wereld binnen, waar ook de muziek van The Rolling Stones opklonk en de romans van Sartre werden gelezen.
Een bevrijde wereld. Het waren de jaren zestig en hier en daar verschenen ineens afbeeldingen van uitdagende, of zelfs klaarkomende vrouwen, die in niets leken op de (meer…)

De collectie Scheringa is geen collectie

Door Reinjan Mulder
Minister Plasterk heeft vorige week laten weten dat hij hoopt datde collectie-Scheringa ondanks het beslag door ABN-AMRO als collectie voor Nederland behouden blijft. En een gezelschapkunstpausen ishem daarin inmiddels bijgevallen. Hoe sympathiek dat misschien ook klinkt – er kan voor Nederland nooit genoeg kunst behouden blijven – de argumenten om de collectie als zodanig te behouden zijn wel erg mager.

Emo Verkerk in het Gem: realisme?

Emo Verkerk in het Gem: realisme?

Voor een collectie is het nietgenoeg dat er, zoals in Spanbroekhet geval was, een aantal prachtigeen unieke schilderijen in zitten. Het is ook niet genoeg dat alle schilderijen in de collectie eenzelfde etiket (‘realistisch’) dragen. Realistische kunst is op zichzelf nog niets. Realisme komt zonder verdere onderbouwing neer op: ‘kunnen zien wat het voorstelt’. Vooriemand die voor het eerst eenkunstmuseum binnenloopt, is datmisschien het eerste wat opvalt: sommige schilderijen ‘stellen iets voor’ en andere niet. Maar wie een beetje beter kijkt, weet dat het in de beeldende kunst toch omandere waarden gaat: de manier van expressie, het levensgevoel dattot uitdrukking wordt gebracht,het coloriet, de penseelvoering, de emotie die eruit spreekt,de intentie van de maker, het ritme, het handschrift, de waarden,en vaak ook nog om allerhande verwijzingen naar andere sferen en culturen en om commentaar op tradities en stromingen.
Op al die vlakken hangt de collectie Scheringa als los zand aan elkaar. Ook ‘het wrange’ dat oud-directeur Emily Ansenk nu noemt (NRC Handelsblad, 25 oktober) en de ‘condition humaine’ zijn wel erg onbepaalde begrippen om het behoud van de collectie te rechtvaardigen, zeker als je ziet (meer…)

Multatuli failliet!

Door Reinjan Mulder
‘Spreek ik met Multatuli?’
‘Jaoh.’
‘Ik wil vanavond bij u komen slapen.’
Kein Problem.’
‘Fijn! Maar ik vrees dat ik pas vrij laat aankom.’
Kein Problem.’
‘Kan ik dan nog nog meeëten.’
‘Kein Problem. De keuken is tot tien uur open.’
Elk jaar is het weer een kleine kick, om ‘Multatuli’ te bellen met de vraag of ik nog even langs kan komen. Al bij het stationnetje van Nieder-Ingelheim geniet ik ervan om achteloos tegen de taxi-chauffeur te zeggen: ‘Zum Multatuli, Bitte.’
De schok was dan ook groot toen ik dit keer van de chauffeur hoorde dat Multatuli in de problemen zat. Er zou een nieuwe eigenaar op komst zijn.
Zou Hotel Multatuli dan nog wel de naam blijven dragen van zijn laatste grote bewoner, voor het een hotel werd?
‘Het eten van Multatuli is er ieder geval een stuk op vooruit gegaan,’ zegt de chauffeur, onverschillig, ‘Dat was niet zoveel meer, de laatste tijd.’

 

 

Napoleon's naald

Napoleon’s naald in Ingelheim, gezien uit Multatuli’s laatste slaapkamer

Het eten van Multatuli niet veel? Ik had er de afgelopen jaren altijd zo lekker gegeten! Jachtschotels met een halbtrocken Dornfelder van de naastgelegen wijngaarden.
In zijn biografie De raadselachtige Multatuli schrijft W.F. Hermans weliswaar dat Multatuli tegenwoordig een toevluchtsoord is voor ‘hoeren en handelsreizigers’, maar dat moesten dan wel gastronomische hoeren en handelsreizgers zijn. Want wat was het eten altijd goed bij Multatuli!
‘Kan ik iets voor u doen,’ vraagt de vrouw met haar schort dit keer zenuwachtig, nog voor ik in de grote eetkamer heb plaatsgenomen. Ze drentelt opgewonden om me heen.
Ja, wat zou ze voor me kunnen doen? Ik wil eten.
Ik vraag wat er zo plotseling met de vorige bewoners is gebeurd. Ik kom hier nu al jaren en ik voelde me zo langzamerhand net een deel van de familie Multatuli worden.
Insolvenz…(meer…)

Nu al in 32 landen: Das Zahngold

Door een medewerker
Een jaar na de oprichting van Reinjan Mulder’s Nieuws en Advertentieblad Das Zahngold wordt het internetblad al in ongeveer de helft van de wereld gelezen. Volgens recente tellingen van internetbedrijf Minus 3 zijn er nu 32 landen waar het blad is opgemerkt. Uiteraard wonen de meeste lezers nog in Nederland, op afstand gevolgd door België, maar ook in Engeland, Duitsland en Frankrijk is er aandacht voor de stukken. Opmerkelijk is daarbij dat Das Zahngold vooral in Italië heel erg lang wordt gelezen. Het land staat in de toptien van best bereikte landen slechts op de zevende plaats, maar de Italiaanse lezers lezen gemiddeld 6,01 minuut in de gemiddeld 3,57 artikelen, langer dan (meer…)

The British Empire hits back!

Door Reinjan Mulder
DOVERCOURT, 9 OKT. ‘Laat ik u eerst waarschuwen. Ik heb dit nog nooit eerder gedaan. Ik weet ook niet hoe ik dit moet doen. Ja, ik weet niet eens of ik dit wel kan. Dus als u nu zegt: dan gaan we maar weer, dan heb ik daar alle begrip voor.’

Een huis aan de boulevard

Een huis aan de boulevard

De Engelse ‘solicitor’ kijkt Hanna Mulder, mijn moeder, en mij met een wanhopige blik aan. Acht jaar geleden is mijn vader Piet Mulder overleden en tot zijn bezit hoorde een huis met een atelier in Engeland. Dat wil zeggen, dat huis was van mijn moeder en hem samen, het was zelfs van de bankrekening van mijn moeder betaald, maar om de een of andere reden, of omdat mijn vader niet zo gelijkberechtigend was, heeft de solicitor van toen de maisonnette in 1976 alleen op zijn naam gezet. En op zijn naam staat  het nog steeds. Ook acht jaar na zijn dood. Dat weet dit kantoor meteen, al was het maar omdat de transportacte hier destijds is gepasseerd. Alleen werkte deze solicitor er toen nog niet. De afgelopen jaren heb ik al wat met ze gecorrespondeerd en ik ben al eens eerder langs geweest. Maar nu hebben we een afspraak, en heb ik mijn 87-jarige moeder meegenomen, de enige die destijds bij de aankoop aanwezig was en die nu nog leeft.
Maar zij herinnert er zich niets meer van.
‘Dit huis staat in Engeland, dat is zeker, en wel op naam van uw vader, dat is ook zeker, en nu hij, zoals ik in de stukken van uw notaris zie, is overleden, moet ik zijn bezit hier verdelen volgens Brits erfrecht.’ De solicitor heeft van ons te horen gekregen dat we de gok aandurven, waar zouden we anders heen moeten om het huis weer courant te maken? Hij haalt een dik pak papier te voorschijn, waarop vele honderden vragen staan afgedrukt. De registratie van de erfenis.
‘Wie waren de ouders van uw vader? Ik neem aan dat zij (meer…)

Een sterfscene om nooit vergeten

Door Reinjan Mulder
Het leek de allermooiste voorstelling van het theaterseizoen te worden. Dido and Aeneas van Henri Purcell, op zondagmiddag in de Stadsschouwburg opgevoerd, door een superieure internationale bezetting.
Het begon al meteen prachtig, in de oude theaterzaal, met een groep kleine meisjes in Engelse kostschoolkleding die, nog voor het schrijnende openingsakkord opklonk, speels over het toneel heen en weer dartelde. Een fraaie verwijzing naar het – inmiddels achterhaalde – verhaal dat Purcell zijn opera oorspronkelijk schreef voor een kostschool in de Londense wijk Chelsea.
En toen daarna de solisten waren gaan zingen, en ook het koor – o, wat een koor! – , toen kon de voorstelling eigenlijk al niet meer stuk. Wat een harmonie, en o, wat een hemelse stemmen!
Maar het wachten was natuurlijk stilletjes toch op ‘When I’m laid in earth’, de befaamde sterfscene tegen het eind van de opera, wanneer een wanhopige Dido, door Aeneas verlaten, manmoedig een slokje gif heeft ingenomen, en door haar trouwe Belinda wordt ondersteund, terwijl ze tergend langzaam (meer…)

Nobelprijs voor Cees Nooteboom?

Door Reinjan Mulder
Hoe vaak had ik het format voor het voorpaginastukje al niet de dag tevoren in elkaar gezet? Ik kan het nu nog dromen:

AMSTERDAM,  X okt. – De Nobelprijs voor de literatuur 2009 gaat naar de XX-jarige XXX schrijver XXX. Dat heeft de secretaris van de Zweedse Akademie vandaag bekend gemaakt. XXX is de XXste schrijver uit het XXX taalgebied en de XXste XXX die de belangrijkste  literaire prijs te wereld krijgt. De laatste keer dat prijs naar een XXX ging was in 19/20XX. [OPT Het is ook voor het eerst sinds XXX dat de prijs weer naar een vrouw gaat. De laatste vrouw die de felbegeerde prijs won, was de Engelse schrijfster Doris Lessing die de prijs in 2007 kreeg.] Aan de prijs is een geldbedrag verbonden van 10 miljoen Zweedse kronen, ofwel ongeveer 1 miljoen euro.

Taart voor Herta Müller

Taart voor Herta Müller

Met XXX heeft de Zweedse Akademie duidelijk gekozen voor een schrijver die XXX. XXX is vooral bekend geworden als schrijver van XXX romans/gedichten. Bekende boeken/bundels van hem/haar zijn XXX. OPT Eerder won XXX al de belangrijke Duitse Vredesprijs, die wel wordt gezien als een voorafschaduwing van de Nobelprijs en/of de prestigieuze Engelse Bookerprijs.
De Nobelprijs wordt op XXX december, de geboortedag van Alfred Nobel in Stockholm uitgereikt.

Het is al een eeuw gebruik dat de winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur stipt om 1 uur ’s middags bekend wordt gemaakt, en een redacteur bij een avondkrant als NRC Handelsblad had dan precies 12 minuten om een stukje te fabriceren. Er moesten nog proeven worden gemaakt, er moest nog tijd zijn voor correcties, en dan om precies half twee ‘zakte’ de krant.
Wanneer het om een schrijver ging die iedereen kende, en die ruimhartig in het Nederlands vertaald was, was dat nog wel te doen. Maar wat deed je met een Uruguayaanse dichter die net na de Zuid-Amerika golf doorbrak? Of een 78-jarige Mongool die sinds 1986 in Libanon woonde?  Ja, er waren persbureaus genoeg, die allemaal rond half twee in het Frans, Duits en Engels teksten begonnen te spuien, maar dan was het al te laat. Daar wachtte onze krant niet op.

Dat alles veranderde op slag toen ik op een dag een deep throat kreeg in Stockholm. (meer…)

Een lofzang op de rede

Door Reinjan Mulder
De kersverse professor had onder de titel ‘Waarom de kerkklok ’s nachts slaat’ aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam een prachtige oratie gehouden. Het ging over tijd, en over hoe ritmes die hun oude functie verloren hebben, vaak weer vergelijkbare, nieuwe functies krijgen. Maar de oratie was begonnen met een verwijzing naar Heine’s boek

De professor spreekt

De professor spreekt

Die Harzreise. Heinrich Heine beschrijft daarin onder meer hoe hij in 1824 tijdens een voetreis door de Harz na het slaan van het middernachtelijke uur door twee verschillende kerkklokken in het Duitse stadje Goslar door een spookverschijning wordt bezocht… Het is de reeds overleden dr. Ascher, die hem uitvoerig de lof zingt van de rede, en vervolgens zijn gouden horloge uit zijn vestzak haalt. Maar het is geen horloge dat hij in zijn hand heeft, ziet Heine, het is een handvol wriemelende maden. Dr. Ascher is immers allang dood.
Na afloop van de oratie en het aansluitende feest fiets ik met de professor vanaf het Amstelstation langs de Amsterdamse Weesperzijde. Het is laat geworden in Rotterdam en de klok van het voormalige Gemeentearchief slaat – een hoog en vrij snel geluid –  twaalf keer. Middernacht. Zou dr. Ascher nu ook opduiken?
Plotseling verschijnt er een sterke koplamp aan de overkant. Een man in een geel leren pak op een motorfiets gebaart ons te stoppen. ‘Weet u wel dat uw licht niet brandt?’
Onze beide achterlichten branden en van mijn fiets brandt ook nog de zeer krachtige voorlamp, en door netjes links van haar te rijden houdt ik de professor zorgvuldig in het zicht.
‘Ik weet het,’ zegt de kersverse professor schuldbewust, ‘maar (meer…)

Lange broeken, ik lust ze rauw!

Door Reinjan Mulder
Waar ik me steeds weer over opwind, zijn die lange broeken. Geert Wilders mag zich dan groen en geel aan hoofddoek ergeren, maar lange broeken zijn nog tien keer zo erg.
Voor vrouwen moet het toch veel prettiger zijn om van onderen wat ruimte te hebben rond hun benen. Hoe lang was de opwaaiende zomerjurk niet het symbool van de moderne, vrije vrouw.
Je vraagt je dan ook ook af of het wel die vrouwen zelf zijn, die dat willen. Die broeken. Vaak zijn het waarschijnlijk hun mannen, die niet willen dan andere mannen op elk gewenst – en ongewenst! – moment een onbeschaamde blik op de benen van hun vrouwen willen werpen. Alsof vrouwen lijfeigenen zijn. Alsof een vrouw niet zelf kan bepalen wie ze al dan niet een blik op haar al dan niet mooie benen laat werpen.
En ze kan toch altijd nog kousen gaan dragen, of sokjes. Dan is er toch ook een deel van haar vrouwelijkheid bedekt. Of ze kan lange rokken gaan dragen, of sarongs, waarbij je alleen nog maar een heel klein stukje van haar enkel te zien krijgt.

Amerikaanse invloeden

Amerikaanse invloeden

Het vervelende is dat die vrouwen daardoor ook allemaal op elkaar beginnen te lijken, in die broeken. Vaak zijn het bijvoorbeeld spijkerbroeken, en als er iets is wat staat voor het Amerikaanse imperialisme in de twintigste eeuw en het vroeg-kapitalistisch denken dan is het wel de spijkerbroek. Oorspronkelijk waren die broeken, dat weet iedereen, zelfs speciaal gemaakt voor goudzoekers, met spijkers en al, het woord zegt het al, met verder zo min mogelijk aandacht voor de vrouwelijke vorm.
Inmiddels weten wij in Europa waartoe die goudkoorts heeft geleid: Vietnam, Cambodja, Bagdad, de Lehmann Brothers en het wachten is nog slechts op een invasie van Iran.
Hoe vaak zie je ook niet dat zo’n ‘spijkerbroek’ bij vrouwen eigenlijk maar nauwelijks goed sluit om het middel. Dan staat het zo’n beetje open van boven en hebben ze zo’n stukje blote rug te kijk. Hebben vrouwen daarvoor een taille gekregen?
Zien hun mannen dat dan niet?
Vrouwen hebben zelf ook nauwelijks naar goud gezocht, in Amerika. Dat lieten ze hun – niet zelden gokkende en overspelige – mannen doen, in die broeken. Zelf droegen de vrouwen van de goudzoekers – als ze er al waren – veel liever mooie lange jurken, van zachte stoffen, met diepe decolleté’s, waarin hun vrouwelijke vormen heel wat beter tot hun recht kwamen dan in die vaal blauwe mannenbroeken.
Weten ze dat dan niet? Vrouwen. Of laten ze zich tegenwoordig maar alles wijs maken door hun mannen?
En dan die gulpen! Moet ik u nog gaan uitleggen dan een vrouw (meer…)