Patti Smith: ‘Geef mij maar Wagner’ – een matineus ontbijt met de zangeres in Aldeburgh

Door Reinjan Mulder

CD's van Patti Smith in de hal van het Snape Music Center

CD’s van Patti Smith in de hal van het Snape Music Center

ALDEBURGH, 30 januari 2011 – Wij zijn inmiddels zo gewend aan verhalen over rocksterren die grote hoeveelheden drugs en drank naar binnen slaan en elke dag tot diep in de middag in bed blijven liggen, dat het een kleine verrassing is wanneer zangeres Patti Smith zondagmorgen al om kwart over negen in de serre van het Brudenell Hotel verschijnt om door te praten over haar prachtige concert ter ere van de schrijver W.G. Sebald de avond tevoren. Uit haar boek  Just Kids, met herinneringen aan haar jaren met Robbert Mapplethorpe, komt ze nog naar voren als een soort groupie die in haar jonge jaren overal wil zijn waar ‘het’ gebeurde. Ze moest en zou in het prijzige Chelsea Hotel wonen, omdat daar de grote namen waren, ze was met Janis Joplin bevriend vlak voor die stierf, met Jimmy Hendricx, Gregory Corso, William Burroughs. Ze kende Leonard Cohen en Bob Dylan. Maar nu heeft ze de meesten van hen overleefd – en nu komt ze hier voor mij en paar collega’s. En natuurlijk onze lezers.
‘Ik rook niet en ik drink niet en ik doe elke dag oefeningen,’ zegt ze als ik toch wat verbaasd ben over haar fitte conditie, want, ja, ze maakt met haar zwarte wollen muts over haar springerige een behoorlijk jeugdige indruk voor een 63-jarige met zo’n rijke geschiedenis in de voorhoede van de pop-muziek. ‘Toen ik jong was, dacht ik daar nooit aan, ik was ook geen zangeres, ik was een performer. Maar nu merk ik dat veel lager kan zingen, als ik goed op mezelf pas.’
Ze schenkt zwarte koffie in uit een grote caffetiere.
Ik had haar aanvankelijk niet eens herkend, toen ze binnenkwam, met haar muts op. Samen met Daemion Searls, die onder andere voor Harper’s schrijft, een verslaggever van de The New Statesman, en twee dames van The Financial Times en de Duitse FAZ kijken we tijdens het eten van een broodje terug op haar wonderlijke carrriere. Patti Smith is voor ons nog steeds de in de jaren zeventig en tachtig bekend geworden ster met hits als Pissin’ in the river, Dancing Barefoot en Because the Night, de laatste geschreven door Bruce Springsteen, maar

(meer…)

In het voetspoor van W.G. Sebald over Orford Ness

Door Reinjan Mulder

Verboden terrein

Orford Ness is nog altijd grotendeels verboden terrein

Een van de stukken in De ringen van Saturnus van de Duitse schrijver W.G. Sebald (1944-2001) die bij het verschijnen van het boek in 1995 de meeste indruk op me maakten, is dat over Orford Ness. Al was het maar omdat ik wel eens in het plaatsje Orford naar het langgerekte schiereiland met die naam had staan kijken. Het was toen nog streng verboden terrein. Sinds 1915 was het al in handen van het Britse Ministerie van Oorlog, het latere Ministerie van Defensie, en dat duldde geen pottenkijkers. Toch kun je vanaf het kasteel in Orford al bijna het hele schiereiland overzien. Het is nauwelijks twee kilometer breed maar wel meer dan 15 kilometer lang. Aan de kant vant van Orford wordt het door de rivier de Alde van het vasteland gescheiden, en aan de andere kant ligt de zee. Alleen bij Aldeburgh is een smalle strook land langs de zee waarover je het schiereiland zou kunnen bereiken. Maar die is hermetisch gebarricadeerd. Langs het strand ligt verder lange hoge rug van kiezelstenen, als een duinenrij, die hier in de ijstijd moet zijn neergelegd. Hoogst onvruchtbare grond, waarop hier en daar korstmossen groeien. Een maanlandschap is het wel genoemd, waarin hier en daar bunkers en laboratoria zijn weggezonken. Tot een paar jaar geleden bevonden zich op het schiereiland ook nog twee militaire vliegvelden, maar nu grazen daar schapen en een vreemd soort runderen op de half zilte grond.

De vuurtoren van Orford Ness

De vuurtoren van Orford Ness

Door zijn geïsoleerde ligging, ver van de bewoonde wereld en aan drie kanten omgeven door water, is Orford Ness bijna een eeuw lang het decor geweest van oorlogsvoorbereidingen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden hier proeven gedaan met parachutes, vliegtuigbommen en lichte vliegtuigjes, tijdens de Tweede Wereldoorlog was er een belangrijk onderzoeks- en trainingscentrum in de luchtoorlog tegen Duitsland, en na de oorlog zou het dertig jaar lang het hart zijn van de Britse nucleaire oorlogsvoorbereidingen. Alle proeven met het transporteren en afstellen van kernbommen werden hier gedaan, in de bunkers en laboratoria, terwijl verderop op het eiland, op de grindvlakten, de techniek van het bombarderen werd geperfectioneerd.
Pas toen de Koude Oorlog ten einde liep, in 1988, trok het Ministerie van Defensie hier weg. Na een paar jaar braak gelegen te hebben werd het schiereiland in 1992 ten slotte overgedragen aan (meer…)

De geboorte van Marek van der Jagt

In het eind juli 2011 verschenen derde nummer van het tijdschrift ‘Blauwe Maandagen’ legt Babel & Voss uitgever Reinjan Mulder (voorheen De Geus) uit hoe de schrijver Marek van der Jagt aan zijn naam is gekomen, en hoe een paar bezoeken aan het Zuid-duitse plaatsje Schliersee aan de basis liggen van Van der Jagts eerste roman: ‘De geschiedenis van mijn kaalheid’. Hieronder een fragment.
Door Reinjan Mulder
Hoe vestig je als uitgever de aandacht op een boek dat Arnon Grunberg voor je schrijft zónder ergens de naam van Grunberg te laten vallen. En: waarom zou je dat – bij zo’n bekende succesauteur – eigenlijk doen?

Reinjan Mulder overhandigt Arnon Grunberg het eerste exmplaar van Marke van der Jagts 'Gstaad 95-98'  (foto Martin Voigt)

Reinjan Mulder overhandigt Arnon Grunberg het eerste exemplaar van Marek van der Jagts ‘Gstaad 95-98’ (foto Martin Voigt)

Om met de laatste vraag te beginnen. In NRC Handelsblad verscheen  in 1999 een stuk van Arnon Grunberg over de Poolse schrijver Jerzy Kosinski dat de sleutel tot een antwoord biedt. Toen ik het las, vroeg ik me af of het niet over hemzelf ging. Het begint met een aantal vragen. ‘Mag je jezelf verzinnen? Mag je je autobiografie verzinnen? Mag je je verleden vervalsen? Mag je je uitgeven voor iemand die je niet bent, hooguit iemand die je zou willen zijn, al weet je zelfs dat op het eind niet meer zeker?’
Jerzy Kosinski, zo bleek uit een biografie die Grunberg besprak, had in latere jaren een essentieel deel van zijn jeugd in Polen verzonnen. In Amerika was zijn boek De geverfde vogel, over een Pools jongetje in de Tweede Wereldoorlog, daarom als autobiografisch opgevat, en Kosinski was er de man niet naar geweest om dat tegen ook maar enigszins te spreken. Uiteindelijk raakte hij toch nog in zijn eigen leugens verstrikt en zag hij geen andere uitweg dan zich in zijn bad te verdrinken.
Met de creatie van het alter ego Marek van der Jagt in datzelfde jaar 1999 hoopte Arnon Grunberg een dergelijke afloop voor te blijven. Hij vond dat je je eigen biografie mocht verzinnen, zolang je de regie daarover maar in handen hield. Ook Grunbergs boeken en leven dreigden in 1999 onontwarbaar door elkaar te gaan lopen, maar hij zag daar wel een oplossing voor. ‘Er lopen mensen rond,’ schreef hij in zijn stuk, ‘die hun leven te danken hebben aan het feit dat ze op een bepaald moment in hun leven zichzelf verzonnen hebben, hun verleden vervalsten en zich uitgaven voor iemand die ze op dat moment niet waren.’ Dat was precies (meer…)

Patti Smith: ‘Sebald and me, we’re quite similar’

Door Reinjan Mulder
ALDEBURGH – 31 jan. Het moet een van de mooiste dingen zijn die een Nederlandse dichter zich kan dromen. Een zaal van bijna duizend mensen die enthousiast juichen wanneer een internationale beroemdheid op het podium je bundel omhoog houdt, en roept: dit moet je lezen! Het overkwam, postuum, dit weekend de schrijver W.G. Sebald, die in Engeland het middelpunt was van een drie dagen durende manifestatie rond zijn werk. De beroemdheid was Patti Smith, Amerikaans zangeres, fotomodel, ikoon van generaties muziekliefhebbers en sinds vorig jaar de auteur van de met de National Book Award bekroonde autobiografie Just Kids.

Bezoekers bladeren voor het concert in de boeken van Patti Smith

Bezoekers bladeren voor het concert in de boeken van Patti Smith

After Nature!’ riep Smith uit, terwijl ze in het Snape muziekcentrum de Engelse vertaling van Sebalds Nach der Natur ophield. En, terwijl het gejuich aanhield: ‘Sebald!’ Ze hield haar pleidooi na afloop van een twee uur durend programma waarin lange fragmenten uit Sebalds boek werden afgewisseld met poëzie en liederen van eigen hand. Als toegift speelde Smith daarna voor een luid meezingende zaal haar grootste hit uit de jaren zeventig: ‘Because the night’ (belongs to lovers). Ze deed dat, zei ze, omdat dit Sebalds ‘favoriete lied’ zou zijn geweest. Het gelach uit de zaal maakte duidelijk dat dit een grapje moest zijn. Sebald was een melancholicus en een groot liefhebber van klassieke muziek. Op zijn begrafenis in 2001, zo bleek dit weekend, werden alleen maar liederen van Schubert gespeeld.
Schuberts Winterreise was, (meer…)

Patti Smith brengt hommage aan schrijver W.G. Sebald

Door Reinjan Mulder

Patti Smith, gefotografeerd door Robert Maplethorpe

Patti Smith, gefotografeerd door Robert Mapplethorpe

ALDEBURGH, 24 jan. – De Amerikaanse zangeres Patti Smith bereidt een grootse hommage voor aan de Duits-Engelse schrijver W.G. Sebald. De voorstelling ‘Max – A tribute’ moet een combinatie worden van beeld, zang, muziek en gesproken woord en wordt eind deze maand eenmalig ten uitvoer gebracht in de concertzaal van de Snape Maltings, het centrum van het jaarlijkse Aldeburgh Muziekfestival. Basis voor de avond is het lange prozagedicht Nach der Natur (After Nature), dat Sebald in 1988 publiceerde, zijn allereerste boek.
Door het Snape Muziekcentrum is komend weekend een klein festival rond Sebald georganiseerd. Zo vindt voorafgaand aan het concert de wereld-premiere plaats van Patience (After Sebald), een film van de Engelse filmmaker Grant Gee over het landschap bij W.G. Sebald, in het bijzonder in zijn boek De ringen van Saturnus. Daarna wordt er een literair symposium over Sebalds leven en werk gehouden en er is een excursie gepland naar het door Sebald beschreven schiereiland Orford Ness bij Aldeburgh, waar dertig jaar lang proeven voor de Engelse kernwapens werden gedaan.
De Duitse schrijver W.G. Sebald, ‘Max’ voor zijn vrienden, kwam dit jaar tien jaar geleden tragisch om het leven bij een verkeersongeluk in Poring Land, in de buurt van het Engelse Norwich, waar hij woonde. Hij stond toen op het punt om internationaal door te breken, na lovende woorden van onder anderen de Amerikaanse schrijfster Susan Sontag. Hij zou zelfs al een serieuze kandidaat voor de Nobelprijs zijn. In Nederland was (meer…)

Herinneringen aan W.G. Sebald: ‘Ik ben niet aan rampen verslaafd’

Kerkhofje van Framingham Earl, met voor het kerkje, tegen een bosje, het graf van W.G. Sebald. December 2019.

Door Reinjan Mulder
Tien jaar geleden, 14 december 2001, overleed in Engeland de Duitse schrijver W.G. Sebald (1944-2001). Sebald – ‘Max’ voor zijn vrienden – was toen net internationaal doorgebroken. Zijn roman ‘Austerlitz’ was in het Engels vertaald, hij werd geprezen door celebrities als Susan Sontag en hij was bij de belangrijkste literaire uitgeverijen ter wereld terechtgekomen.
Zes jaar eerder, met Oudjaar 1995, bezocht ik de schrijver in zijn gerieflijke huis in Poringland, ten zuiden van het Engelse Norwich, een landelijk gelegen, voormalige pastorie. Een bezoek om nooit te vergeten. Hieronder het – licht geactualiseerde – verslag dat ik van onze ontmoeting schreef en dat op 18 januari 1996 in NRC Handelsblad verscheen.

Suffolk - het landschap van W.G. 'Max' Sebald

Brakwater in Suffolk – het landschap dat W.G. Sebald in Die Ringe des Saturn beschrijft

In 1992 stond in de lokale Engelse krant de Eastern Daily Press een klein berichtje dat de Duitse schrijver W.G. Sebald naar eigen zeggen tot een van zijn memorabele bespiegelingen inspireerde. Het ging over een gepensioneerde Britse majoor die na zijn dood al zijn landerijen aan zijn huishoudster had nagelaten. Het opmerkelijke aan het bericht was dat de majoor in de dertig jaar dat zijn huishoudster voor hem had gewerkt, nooit met haar gesproken had. Elke avond had ze zijn eten gekookt, maar als ze dat opaten, samen, werd er altijd gezwegen. De oorzaak van zijn zwijgzaamheid, zo suggereert Sebald, lag in de Tweede Wereldoorlog. In 1945 diende de majoor bij het 63ste Anti Tank Regiment dat het concentratiekamp Bergen Belsen bevrijdde.

Het krantenbericht* is in facsimile terug te vinden in wat voor mij nog altijd Sebald’s mooiste boek is, Die Ringe des Saturn – Ein englische Wallfahrt. In dat boek   (meer…)

Bezoekersaantal ‘Das Zahngold’ in 2010 spectaculair gestegen – Job Lisman blijft aan kop

Door een medewerker
Vergeleken met 2009 is het aantal bezoekers van de website ‘Das Zahngold’ het afgelopen jaar fors gestegen. In 2010 steeg het aantal mensen dat de site één of meer keren bezocht met 66% naar 8.591. In totaal bekeken zij tijdens 17.211 bezoeken  57.800 pagina’s, meer dan 3 pagina’s per keer.
Veel gelezen items waren dit jaar die over het boek Opnieuw Beginnen van Marli Huijer en Reinjan Mulder, vooral in de maand van de Filosofie, toen het boek genomineerd was voor de Socrates Wisselbeker voor het beste en meest prikkelende filosofische boek van het afgelopen jaar.

Hoofdredacteur Reinjan Mulder: 'Nieuwe lezersgroepen...'

Hoofdredacteur Reinjan Mulder: ‘Nieuwe lezersgroepen…’

Een andere opvallende naam is die van Job Lisman, die dit jaar, net als het jaar daarvoor, de meest gegooglede persoon van de site is. Dat is des te opvallender, omdat Prometheus-hoofdredacteur  Lisman de LinkedIn Most Shared Connexions Award, waarmee hij in het nieuws is gekomen, nu al weer bijna twee jaar geleden won: op de 60ste verjaardag van Zahngold-hoofdredacteur Reinjan Mulder. Job Lisman eindigde dankzij deze door Jan Zandbergen op beeld vereeuwigde onderscheiding ook afgelopen jaar weer als meest bekeken buitenstaander, nipt voor filosofe Marli Huijer en cultuurpaus Michaël Zeeman, ex aequo met mr. Els Swaab, en ruim vóór gerenommerde schrijvers als Arnon Grunberg,  Connie Palmen en (meer…)

Ann Goldstein en de Amerikanen (2) – Het Stedelijk Museum discrimineert

Door Reinjan Mulder
Stelt u zich voor. De burgemeester van Amsterdam heeft een nieuwe chef nodig voor zijn kabinet. De burgemeester onderhoudt dagelijks ingewikkelde contacten met Den Haag, de politie en met het Openbaar Ministerie, en van de nieuwe chef wordt geëist dat hij een ‘in Nederland geboren’ jurist is. Alleen een ‘geboren Nederlander’, zegt de burgemeester, voelt alle nuances in het driehoeksoverleg volledig aan, alleen een echte Nederlander kan de vaak subtiele reacties op het beleid in de pers volledig naar waarde schatten.

Biennale Venetië: Europees provincialisme?

Biennale Venetië: Europees provincialisme?

Denkt u dat een dergelijke advertentietekst erdoor komt in een stad als Amsterdam? De PvdA en GroenLinks zouden, met hun voorkeursbeleid voor minderheidsgroepen, meteen hoog in de gordijnen klimmen.
Ander voorbeeld. Amsterdam subsidieert een moskee waar een Saoedische imam preekt. Die imam minacht de Nederlanders en wil een assistent hebben die in de Arabische wereld geboren is. Nederlandse moslims (meer…)

Nop Maas wijkt niet voor Joop Schafthuizen – eindelijk!

Deze week werd bekend dat het derde deel van Nop Maas’ biografie van Gerard Reve voor onbekende tijd is uitgesteld. Goed zo, was mijn eerste gedachte, nu kan Nop Maas eindelijk geheel op eigen benen en voor eigen verantwoordelijkheid het boek afschrijven dat hij – als door de staat gesubsideerde biograaf – schrijven moet.
In de eerste twee delen van de biografie was Maas nog veel te bang om Reve’s weduwnaar op enige manier te ontrieven en steunde hij Gerard Reve veel te onkritisch in al zijn vreemde kronkelgedachten. Gerard Reve kon nog zo veel ongelijk hebben in zijn botsingen met de mensen om hem heen, Nop Maas bleef hem in zijn biografie maar gelijk geven, zoals hij ook in de door hem geannoteerde brievenboeken steeds veel te veel het perspectief van de schrijver koos.
Het is te hopen dat Nop Maas nu ook snel de eerste twee delen van de biografie naar eigen inzicht  en overtuiging gaat herzien, zodat we eindelijk (meer…)

Carolien Gehrels: American English wordt ‘standaard’ bij communicatie Stedelijk Museum – een reactie

Door Carolien Gehrels
Geachte heer Mulder,
[…] De personeelsadvertentie waarop u mij aanspreekt (zie bericht hieronder – Red.), is geplaatst door het Stedelijk Museum. Het museum is geen gemeentelijke organisatie, maar een zelfstandige stichting met een eigen bedrijfsvoering, personeelsbeleid, arbeidsvoorwaarden, etcetera. De stichting Stedelijk Museum is daarom het aangewezen adres voor uw reactie op de advertentie. Omdat u uw vragen […] aan mij heeft gericht heb ik, ondanks dat de gemeente hier niet over gaat, de afdeling Kunst en Cultuur van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling vorige week contact laten opnemen met het Stedelijk Museum over de vacature en uw opmerkingen daarover.
Het museum lichtte toe, dat de beperking tot native niet betrekking heeft op nationaliteit of geboorteland, maar alleen op taalbeheersing. De beperking tot American English heeft zeker niet alleen betrekking op de communicatie tussen directeur en assistent, maar ook op de communicatie tussen directeur en de mondiale buitenwereld. De functie-eis American-English heeft dus niet van doen met de herkomst van de huidige directeur, maar blijkt sowieso de standaard te zijn die

(meer…)