Reinjan Mulder: Coffee Company (fragment) – Geen vrouwenman

In november verschijnt bij Nieuw Amsterdam Uitgevers Coffee Company, de nieuwe roman van Reinjan Mulder. Het is het verhaal van twee mannen die elkaar toevallig bij de Coffee Company tegenkomen en daar in de weken die volgen een bijzondere vriendschap ontwikkelen. De ene man is uitgever, en wel van upmarket literatuur, hij heeft 33 Nobelprijswinnaars in zijn fonds, en de ander weet alles van de eerste Nederlandse Nobelprijswinnaar: prof. J.H. van ’t Hoff. Drie maanden lang ontmoeten de twee elkaar vrijwel wekelijks tussen de lattes en laptops, vastbesloten om de honderdjarige sterfdag van Van ’t Hoff in 2011 tot een evenement te maken. Hieronder als voorpublicatie de eerste bladzijde van het vierde hoofdstuk.

…Misschien moet ik voor ik deze geschiedenis verder vertel eerst iets meer over mezelf vertellen. Wat dat betreft. Ik bedoel, mijn… positie… in dit soort zaken.
Mijn emotionele structuur.
Mijn DNA, zoals ze dat tegenwoordig noemen.
De verbintenissen die ik aan kan gaan.
Mijn zuurtegraad.
Mijn nieren.
Ik zei het geloof ik al, ik was nooit zo’n prater.
Ik was een solist.
Daarom voelde ik me waarschijnlijk zo thuis in de Coffee Company.
En ik praatte al helemaal niet graag over mijn diepste zielenroerselen.
Sommigen noemden mij een binnenvetter.
Een onkraakbaar molecuul.
Ik sprak, zoals ik al aangaf, zelden andere mensen in openbare gelegenheden aan. En zeker geen vrouwen.
En als ik ze al aansprak, vrouwen, ging het zeker niet over

(meer…)

Coffee Company (2)

 

Hieronder als voorpublicatie de eerste bladzijde van de in november verschijnende roman Coffee Company.

De man in de rode montycoat was van de barista’s direct op me toe komen lopen. ‘Weet u wie de allergrootste geleerden van de twintigste eeuw zijn geweest?’ vroeg hij.
Ik was niet gewend om in de Coffee Company aangesproken te worden. Ik kwam daar juist omdat iedereen in de smaakvol ingerichte zaak zo door zijn eigen besognes geobsedeerd werd dat je er bij wijze van spreken naakt kon binnenkomen zonder dat iemand op- of omkeek. De een las fanatiek de krant, een ander zat ingespannen op zijn laptop te scrollen, en een enkeling voerde op fluistertoon een gesprekje met zijn of haar buurman – maar alleen als ze samen waren binnengekomen.
‘Dat zijn de winnaars van de Nobelprijs!’ Het antwoord kwam (meer…)

De Bijzondere Collecties slaan weer toe – Grunberg archief van Reinjan Mulder gaat naar Amsterdam

Persbericht Universiteit van Amsterdam

Reinjan Mulder overhandigt Arnon Grunberg het eerste exmplaar van Marke van der Jagts 'Gstaad 95-98'  (foto Martin Voigt)

Reinjan Mulder overhandigt Arnon Grunberg het eerste exmplaar van Marke van der Jagts ‘Gstaad 95-98’ (foto Martin Voigt)

AMSTERDAM, 1 september 2011 – Vier maanden na de verwerving van het archief van Arnon Grunberg ontvangt de Universiteit van Amsterdam de nalatenschap van Grunbergs alter ego Marek van der Jagt. De nalatenschap maakt deel uit van het archief van uitgever en schrijver Reinjan Mulder.
De auteur Marek van der Jagt deed in 1999 zijn intrede in de Nederlandse letteren met de roman De geschiedenis van mijn kaalheid (bekroond met de Anton Wachterprijs) en maakte vervolgens naam met Gstaad 95-98 en polemieken en essays. Zijn identiteit was lang betwist, totdat Arnon Grunberg de geruchten dat hij zich achter de naam verschool in 2002 bevestigde. Het betekende het einde van Marek van der Jagt, zijn verzameld werk verscheen in 2008 onder de titel Ik ging van hand tot hand.
Geestelijk vader van de mystificatie was Reinjan Mulder, destijds uitgever bij De Geus. De ‘geboorte’ van Marek van der Jagt en het ontstaan van de onder dit heteroniem geschreven romans zijn in detail gedocumenteerd in Mulders persoonlijke archief. Naast vele honderden unieke Grunbergiana bevat zijn archief handschriften, foto’s en correspondenties met auteurs in binnen- en buiten (meer…)

Hugo Claus wint Nobelprijs voor Literatuur, gloriejaar compleet – een vergeten bladzijde uit de biografie

Door Reinjan Mulder
Claus2Bij het ordenen van mijn NRC-archief kwam ik een wel heel curieuze krantenpagina tegen. ‘Gloriejaar compleet voor Hugo Claus met toekenning Nobelprijs Literatuur’ stond er boven.
Ik was hem al bijna vergeten, deze nooit gedrukte proef-pagina van NRC Handelsblad. In 1994 wist ik uit een zeer betrouwbare bron bij de Zweedse Academie dat Hugo Claus zo dicht bij de Nobelprijs voor de Literatuur was gekomen dat er een grote kans was dat hij hem dat jaar zou winnen. Hij was één van de twee laatst overgeblevenen. Bij de krant waar ik literatuurredacteur was, hadden we daarom de nodige  voorzorgsmaatregelen getroffen. In de zomer hadden we met het Cultureel Supplement al een speciaal Hugo Claus nummer gemaakt, acht (grote) krantenpagina’s met veel onbekende foto’s uit het Bezige Bij archief en acht lange interviews met Claus, over alle acht takken van kunst waarin hij uitblonk: poëzie, toneel, proza, beeldende kunst, film… Dan hadden we dat maar vast gehad, en konden we die stukken in oktober, na het bekend worden van de Nobelprijs, meteen tot een handzaam boekje voor de boekwinkel maken.
Met Jan Geurt Gaarland van uitgeverij Balans was alles al tot in de puntjes voorbereid, en zij zouden op afroep meteen kunnen gaan drukken.
En op 13 oktober, de dag van de bekendmaking, hadden we voor de zekerheid een mooie, extra kunstpagina klaargelegd, waarop het heugelijke feit van Claus’ prijs meteen groots werd gevierd. Als dan later die dag, om 1 uur ’s middags, zou blijken dat Hugo Claus de Nobelprijs (meer…)

Tien jaar uitgeverij Augustus en de val van uitgeverij J.M. Meulenhoff 2001-2011 – een reconstructie

Door Reinjan Mulder
AMSTERDAM, 4 augustus – Afgelopen maand werd bekend dat uitgeverij J.M. Meulenhoff fors gaat inkrimpen. Alweer, zult u denken… Ja, alweer. Sinds uitgever Tilly Hermans de zaak tien jaar geleden in een weinig inzichtelijke crisis verliet, met medeneming van tientallen auteurs heeft het bedrijf nog een flinke reeks andere rampen over zich heen gekregen, die er toe leidden dat de ooit zo bloeiende uitgeverij in korte tijd twee keer moest verhuizen en uiteindelijk fuseerde met de meer populaire uitgeverij De Boekerij – zonder dat de uitgeverij daar kennelijk door gered kon worden.

Directiezetel uit het oude Meulenhoff-gebouw (zie ook Marktplaats)

Directiezetel uit het oude Meulenhoff-gebouw aan de Herengracht 505 (privé-collectie)

In 2008 deed ik als freelancer research voor het boek De Grootste Kraak in Krantenland van Kees Schaepman en Herman Spinhof (Uitg. Nieuw Amsterdam). In dat kader kreeg ik een overzicht toegespeeld van de gebeurtenissen die uiteindelijk ‘de val’ van Meulenhoff hebben ingeleid. Nu, tien jaar na het vertrek van Tilly Hermans, is de tijd misschien rijp om dit verslag maar eens – geactualiseerd en licht geredigeerd – aan de openbaarheid prijs te geven. De meeste hoofdrolspelers zijn inmiddels succesvol weggekomen: als staatssecretaris (Ben Knapen, met 1,5 miljoen vertrekpremie), als uitgever (Mai Spijkers, met een eigen uitgeverij, Annette Portegies, Tanja Hendriks, Oscar van Gelder), als directeur (Sander Knol), als rentenier (Theo Bouman, ook met minstens een miljoen) of als ‘mediator’ (Els Swaab). Zij zullen er geen last van hebben. En het blijft interessante lectuur over het reilen en zeilen van moderne concernuitgeverijen, waar jongere uitgevers en redacteuren nog wat van kunnen opsteken.

Wat uit het overzicht dat nu volgt, helaas niet zo goed is af te leiden, is hoe alle strubbelingen in de PCM-top destijds hebben doorgewerkt op de mensen die bij Meulenhoff het werk deden. Want die waren er ook. Zelf solliciteerde ik in 2003 vol goed moed als redacteur van het gerenommeerde bedrijf aan de Herengracht in Amsterdam, om daar na vijf jaar bij De Geus in Breda nog meer mooie boeken te gaan maken. Ik had (nog) een groot vertrouwen in de nieuwe, jonge directeur Annette Portegies van Meulenhoff, en nog meer in het machtige PCM-concern dat ik vijf jaar eerder, als NRC redacteur, had verlaten. PCM was voor mij de goed gestroomlijnde erfgenaam van de mij zo vertrouwde Stichting Het Parool, die nauw gelieerd was aan de Amsterdamse verzetskrant waarop mijn ouders geabonneerd waren, en ook van het oude Meulenhoff, de mooiste literaire uitgeverij (meer…)

Letterkundig Museum vs. de Universiteit van Amsterdam: de strijd om de Arnon Grunberg-archieven

Door Reinjan Mulder

Arnon Grunberg in de boekenkast (fragment)

Arnon Grunberg in de boekenkast (fragment)

In Den Haag staat sinds meer dan een halve eeuw een gigantisch Letterkundig Museum, dat tot taak heeft het letterkundig erfgoed van Nederland te conserveren en toegankelijk te maken. Daar werken vele tientallen mensen en daar gaan jaarlijks vele miljoenen kostbare euro’s van u en mij naar toe. Maar uitgerekend het erfgoed van een van onze belangrijkste levende schrijvers komt daar niet. Afgelopen maand werd bekend dat Arnon Grunberg zijn archieven via de antiquaar Jos Wuijts en een stichting met onder anderen de uitgever Vic van de Reijt in bruikleen heeft gegeven aan de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Onderzoekers aan die universiteit kunnen daardoor makkelijk bij het archief, en als de schrijver zelf in Amsterdam is en nog eens na wil kijken wat hij in de loop van de afgelopen twintig jaar heeft geschreven, heeft hij al zijn oude brieven en boekjes daar direct bij de hand.
Niet alle stukken die betrekking hebben op het literaire werk van Arnon Grunberg bevinden zich echter in bezit van de nieuwe Stichting. Zelf heb ik bijvoorbeeld ook vele tientallen foto’s van Grunberg, plus vele honderden mails, faxen en brieven van en aan de schrijver en vele duizenden pagina’s manuscript die tot nu toe netjes in mijn kelder zijn opgeslagen. Arnon Grunberg en ik kennen elkaar nu twintig jaar, en in die tijd heb ik bij vlagen heel wat stukken van hem voor NRC Handelsblad gevraagd en geplaatst, en daarna heb ik, onder meer bij Uitgeverij De Geus, nog een stuk of vijf boeken met hem en met zijn alter ego Marek van der Jagt gemaakt.
Waar moeten de faxen en brieven die daarover geschreven zijn, heen? In al die jaren dat we (meer…)

Nieuwe roman van Reinjan Mulder verschijnt in november bij Nieuw Amsterdam: Coffee Company

image002Wie zouden we zijn als we niet toevallig dat ene baantje hadden gekregen? En wie, als we niet die ene vrouw waren tegengekomen? Zouden we dan ons leven lang een kleine scharrelaar zijn gebleven, maar, wie weet, met een zeer enerverend liefdesleven?
In de binnenkort bij Nieuw Amsterdam Uitgevers verschijnende roman Coffee Company van Reinjan Mulder komt een man in een eigentijdse koffiegelegenheid een onbekende tegen die in veel opzichten zijn tegenpool is, maar die toch als twee druppels water op hem lijkt. In de weken die volgen verdiept hun contact zich. In een reeks gesprekken tussen de lattes en de laptops gaan ze in op filosofisch getinte vragen als: wat maakt ons tot wat we zijn? Hoe belangrijk kan één toevallige ontmoeting zijn? Kortom: wat maakt dat we ons mislukt of geslaagd voelen in het leven?
Coffee Company is een opwekkend verhaal over twee pratende mannen in een zwijgend café, waarin onder de (meer…)

Vamba Sherif: als Hemingway nu naar Europa kwam, zou hij de Damstraat bezoeken

In de New York Times vindt op het moment een grappige discussie plaats over de vraag: waar zou de 50 jaar overleden Ernest Hemingway heen gaan als hij nu Europa bezocht. Als Nederlands auteur werd Babel & Voss auteur Vamba Sherif gevraagd hieraan een bijdrage te leveren. Wij drukken – met zijn instemming – zijn bijdrage aan de discussie hieronder af.
Door Vamba Sherif

There’s a street I frequent in Amsterdam called Dam Street, just off the famous Dam Square. It is dotted with antiquarian bookshops, snack bars and cafés where Hemingway would have come across beauties before whom the beauty in his “A Moveable Feast” might have paled. He would then have traded Paris for Amsterdam.
Beyond Dam Street are the canals, shops and residences, some with courtyards that offer unalloyed intimacy. Anything goes in this city, which bustles with cultural life and offers the hungry artist the right atmosphere to blossom.
A home for blossoming artists, and a city where the population is increasingly of non-Dutch and non-European origin.
The city contains a large number of nationalities, a Chinatown, and neighborhoods where one may feel as if he’s in Africa. In 10 years’ time, Amsterdam should have the largest concentration of people of non-Dutch and non-European origins in the Netherlands.
Long known for its tolerance, Amsterdam is hosting

(meer…)

Babel & Voss Uitgevers blijft groeien – een verviervoudiging van het nog jonge fonds, Vamba Sherif stapt over

Door onze verslaggever
P1000464AMSTERDAM, 2 juli – Tegen alle trends in blijft Uitgeverij Babel & Voss in 2011 flink doorgroeien. De in 2010 begonnen uitgeverij van Daniel van der Meer, Daan Heerma van Voss en Reinjan Mulder heeft voor komend najaar vier nieuwe titels op het programma staan plus één midprice herdruk. In de vorige aanbieding stond nog slechts één boektitel, het manifest Wat we missen kunnen, waarvan nu een 10 euro editie verschijnt.
In de nieuwe aanbieding, die naar verwachting rond 1 augustus wordt verspreid, komen vier verschillende genres voor: verhalende fictie, vertaalde fictie, non fictie en een verhalenbundel. Dat zal ook de komende jaren het programma blijven.
Voor de Nederlandse fictie tekent de in Liberia geboren Groningse schrijver Vamba Sherif (37). Vamba Sherif publiceerde eerder drie boeken bij Uitgeverij De Geus en is inmiddels ook in het Engels, Frans en Duits vertaald. Dit voorjaar hield hij een succesvolle leesreis door Duitsland. Vamba Sherif kende Babel & Voss uitgever Reinjan Mulder nog uit zijn tijd bij De Geus en wilde zijn nieuwste boek graag (meer…)

Hoe Teylers aan het duurste boek ter wereld kwam

Door Reinjan Mulder
UPDATE 17 juni – In het vandaag verschenen nummer van het tijdschrift ‘De Boekenwereld’ schrijft Reinjan Mulder over de Amerikaanse vogelschilder en uitgever John James Audubon, naar aanleiding van de spectaculaire veiling van zijn ‘Birds of America’ in december jongstleden. Hieronder een fragment uit het artikel, waarin gedeelten zijn opgenomen uit een lezing die hij eerder voor de Vrienden van het Teylers Museum hield.

De opkamer van Teylers Museum met daarin enkele giclees van vogelplaten van J.J. Audubon

De opkamer van Teylers Museum met daarin enkele giclees van vogelplaten van J.J. Audubon

In december vorig jaar bleek bij een veiling van Sotheby’s in Londen dat het vijfdelige plaatwerk The Birds of America (1827-1838) van John James Audubon dat Teylers Museum bezit, nog altijd tot de duurste boeken aller tijden gerekend mag worden. Voor 7,32 miljoen pond – 1,5 miljoen dollar, 8,7 miljoen euro – werd daar een soortgelijk exemplaar aan de Londense kunsthandelaar en vogelkenner Michael Tollemache verkocht. Door de schommelingen in de wisselkoersen is onduidelijk of de veiling in Londen, zoals de kranten schreven, nu opnieuw alle records voor boeken heeft gebroken – een ander exemplaar van de Birds wisselde bij een eerdere veiling, in 2002 in New York, omgerekend voor méér euro’s van eigenaar. Maar voor Amerikanen – en wie anders bekommeren zich steeds weer om de nieuwste veilingrecords – is het boek dankzij de val van de dollar de afgelopen tien jaar nog aardig in (dollar)waarde gestegen: met meer dan dertig procent.
The Birds of America, het legendarische vogelboek van John James Audubon waarvan nu wereldwijd nog maar 119 exemplaren bekend zijn, heeft, zacht gezegd, een uitzonderlijke drukgeschiedenis. Bijna tweehonderd jaar geleden, in de jaren twintig en dertig van de negentiende eeuw, werd het (meer…)