Door Reinjan Mulder
UPDATE 2011 – ‘Directeur Sander Knol verlaat per direct uitgeverij Meulenhoff-De Boekerij.’ Het nieuws in Boekblad kwam toch nog later dan ik had gedacht. Een incompetenter en kwaadaardiger directeur dan deze Knol had ik zelden meegemaakt. Kennelijk gedijt dit soort directeuren juist in het huidige, voor boeken zo gure, klimaat.
Immer met moed: De Meulenhoff equippe Viktor Groothoff (l.) en Reinjan Mulder op Vers voor de Pers 2005 (foto Boekblad)
Ik ken Sander Knol een beetje. Helaas, zeg ik er meteen bij. In mijn Meulenhoff-tijd was hij daar een paar maanden interim-directeur en zo had ik het dubieuze genoegen ‘onder hem’ te mogen werken.
Mijn eerste kennismaking met zijn praktijken zal ik niet gauw vergeten – vooral niet omdat hij mij niet veel later vanwege mijn ‘functioneren’ voor de kantonrechter meende te moeten dagen. Sander Knol wilde in zijn tijd als interim-directeur zo snel mogelijk van Meulenhoffs oudere, loyale medewerkers af, om met een paar volgzamere en jongere mensen een doorstart te kunnen maken, mensen die, anders dan ik, niets terug zeiden als hij iets voor hen bedacht. Bovendien dacht hij waarschijnlijk dat zoiets in Nederland de taak van interim-directeuren was: mensen de laan uit sturen, de boel een beetje opschudden.
Arme Sander Knol…
Ik was, toen hij bij ons kwam werken, al wat langer van plan om Meulenhoff de rug toe te keren, zodra dat kon, omdat het werken daar, in die permanente crisissfeer, allesbehalve een pretje was. Het moederconcern was net door de PCM-top aan het Britse hedgefonds Apax verkocht en daar was de inzet om het bedrijf zo snel mogelijk af te slanken, al het onroerend goed te verkopen, en het restant met een flinke winst door te verkopen. Hoe kon je in zo’n situatie aan auteurs duidelijk maken dat ze vooral naar Meulenhoff moesten komen met hun boeken? Maar Knol was me vóór, door mij eenzijdig een ontslag aan te zeggen, dat hem de statuur van de gevreesde interimmer zou kunnen geven die hij uit zijn managementboekjes kende: hire and fire.
En zo kwam ik aan het eind van zijn eerste jaar bij Meulenhoff zomaar, uit het niets, in een zware, en vooral dure ontslagprocedure terecht.
Tsja… Als Sander Knol mij een keer voor een kopje koffie had uitgenodigd en had gevraagd: ‘wat vind je zelf, we kunnen het nu misschien ook wel zonder jou af, zo leuk moet het hier niet zijn voor jou,’ dan had ik iedereen opgelucht gedag gezegd. Voor het geld hoefde ik het bij Meulenhoff al lang niet meer te doen. Sinds mijn veertigste was ik man in bonis.
Maar Sander Knol was geen man van gesprekken en kopjes koffie. Sander Knol had gewerkt bij de Duitse boekenclub ECI, waar hij had geleerd om in cijfertjes en juridische procedures te denken. Sander Knol geloofde sindsdien meer in dure advocaten van de Zuid as en in het goochelen met ponden en euro’s, dat in die laatste tijd bij PCM zo populair geworden was.
Net in de bloeitijd van het Britse hedgefonds had de Nederlandse leiding van het klapwiekende PCM-concern besloten om de directie van het ooit zo gerenommeerde J.M. Meulenhoff maar eens een tijdje in handen te leggen van managers van buiten. Naast Knol was daar ook nog (meer…)