Gesprekken in de nacht: André Spoor over de P.C. Hooftprijs (1978) van filosoof Cornelis Verhoeven

Door Reinjan Mulder
Vannacht kwam ik André Spoor tegen. Hij was in gezelschap van zijn dochter Hendrickje ‘die ik al zolang ken’, en ik vroeg me af of hij mijn stukje van vorige week zou hebben gelezen. Wat schreef ik ook alweer over hem?
Ik besloot het er niet op te laten aankomen en zei meteen, als eerste, dat ik net iets over hem geschreven had, ‘…ook toevallig.’
Ja, zei André met een guitig lachje, dat had hij gezien.

Hendrickje Spoor in ‘Het leven bestaat niet’: ‘Voor Rein-Jan, die ik al zo lang ken, in vriendschap…’

Nu niet vragen wat hij ervan vond, bedacht ik. Nooit je te afhankelijk opstellen tegen je voormalige hoofdredacteur. Ik had mijn eigen verantwoordelijkheid.
Ik vroeg hem alleen of hij zich erin had kunnen vinden. Ik wilde André Spoor niet meer om zijn goed- of afkeuring vragen, maar moest me wel blijven afvragen of wat ik schreef de feiten weergaf.
André Spoor lachte nu wat luider. ‘Ja, hoor,’ mompelde hij royaal.
Pas toen ik wakker werd, wist ik weer waar (meer…)

Jorge Semprun: de dode met zijn naam

Door Reinjan Mulder
Toen ik deze week in mijn boekenkast op zoek ging naar werk van de overleden André Spoor, stuitte ik halverwege de S. op twee boeken van Jorge Semprun, en ik realiseerde me met spijt dat ik juist hem bij zijn overlijden, vorig jaar juni, niet met een herinnering had herdacht. Ik pakte een van zijn laatste boeken, De dode met mijn naam, uit de kast, in 2003 vertaald door de nu ook al overleden Truus Boot, en zag dat er in een nogal vleiende opdracht in stond: ‘Für Reinjan Mulder, der die Mut hat, meine Bücher auszugeben, mit meinen besten Wünsche, J. Semprun.’
Waarom  schrijft een Spaanse schrijver een opdracht in het Duits? Jorge Semprun (1923-2011) heeft lang in Spanje gewoond, hij heeft even in Nederland gewoond, en hij heeft ook heel lang in Frankrijk gewoond, zowel voor zijn arrestatie door de Gestapo als daarna. Veel van zijn werk is ook in het Frans geschreven. Maar Duits?
En waarom klinkt dit Duits (meer…)

De man van Sissi – bij de dood van NRC’s oud-hoofdredacteur André Spoor

Door Reinjan Mulder
’t Wordt stil in de boekenkast, achteraan de letter S.: Max Sebald is dood, Jorge Semprun is dood, Susan Sontag is dood,  F. Springer is dood en zelfs de jonge René – Renate – Stoute is al weer een tijdje dood. Precies tussen hen in stond in mijn

Allemaal overbekende teksten die gelukkig steeds welkom waren.

kasten jaren lang André Spoor, de overlever, al was het maar met één boek, een boek vol weemoedige culturele reportages over Wenen: Sissi en ander ongerief – Berichten uit het proefstation voor de ondergang van de wereld.
Maar nu is dan ook André dood. Zondagavond gaf ik tegenover een jeugdige journalist van Trouw nog hoog op over zijn kwaliteiten, maar inmiddels vraag ik me af of ik dat niet in de verleden tijd had moeten doen. Het was de dag van zijn dood.
Ik kende André Spoor in de verschillnede episoden van mijn leven in verschillende rollen. Hij was de strenge, wijze hoofdredacteur van NRC Handelsblad, toen ik daar in 1979 voor het eerst als kunstredacteur aantrad. Een man die in een mooie jas de Leidse Pieterskerk binnenschreed als daar de Huizinga-lezing werd gegeven.
Daarna was hij een – misschien wel enigszins overschatte – luxe-correspondent in New York en de onverwachte hoofdredacteur van het weekblad Elsevier. Maar het best leerde ik hem kennen toen hij in die laatste functie al weer ten val was gebracht, en hij opeens heel nederig voor NRC Handelsblad correspondent werd in een weinig spectaculair buitengewest als Wenen.
Ik was toen inmiddels weer als literatuurredacteur bij de krant teruggekeerd, en kon in mijn nieuwe bijlage CS Literair zijn stukken over de Oostenrijkse hoofdstad ineens heel goed gebruiken. Ze kostten ons niets, wat natuurlijk altijd meegenomen was, maar ze waren ook nog eens (meer…)

Theo Sontrop over uitgeven in de jaren zeventig: ‘Iedereen zat te suffen’ – reis door mijn boekenkast (11)

Door Reinjan Mulder
In 1996 verscheen er, na 25 jaar stilte, opeens weer een dichtbundel van Theo Sontrop. Sontrop was 21 jaar directeur van uitgeverij de Arbeiderpers geweest, waar hij auteurs als F.B. Hotz, Anna Enquist en Joost Zwagerman ontdekte en veel buitenlandse schrijvers liet vertalen maar toen hij daar uiteindelijk afgezet was, was hij door zijn eerdere werkgever J.M. Meulenhoff weer opgewekt als dichter binnengehaald. In een

Theo Sontrop: Gedichten 1962-1996. Meulenhoff 1996, met een ets van Herman Gordijn (30/30)

gesprek dat ik toen met hem voerde keek hij nog eens terug op zijn woelige loopbaan en op zijn kenmerkende nasale toon liet hij ronkend weten: ‘De meeste uitgevers waren in mijn tijd vervelende mannen in nette pakken die van niks wisten. Als je iets slimmer was dan de rest, kon je alles krijgen.’ Om daar meteen aan toe te voegen: ‘Dat is nu drastisch veranderd.’
Theo Sontrop is wel eens omschreven als de Nederlandse dichter met het kleinste oeuvre. Dat klopt ook wel. In 1962 verscheen van hem bij Van Oorschot het dunne bundeltje Langzaam kromgroeien. Negen jaar later was er het nog dunnere Marmerkijker. Maar daarna was het bijna 25 jaar stil om de ‘dichter’.
Niet dat Sontrop niets van zich liet horen. In de jaren zeventig en tachtig was hij als directeur van de Arbeiderspers een van de luidruchtigste figuren in het literaire leven. Hij gaf als een razende boeken uit (‘4000 uitgaven in 25 jaar, inclusief herdrukken’), verscheen in humoristische en literaire radioprogramma’s en bedacht de gekste provocerende advertenties om zijn auteurs aan de man te brengen. Alles onder het door hem luid verkondigde motto: ‘Ik ben niet in lezers geïnteresseerd, kopers moet ik (meer…)

Sandra van Beek: Piet Mulder, schilder van het Betuws landschap (1919-2001)

Piet Mulder, Zelfportret als spoorweginspecteur tijdens ‘nachtwerk’. Olieverf op doek, 1972. Collectie Flipje en streekmuseum, Tiel.

For an artice in English about Piet Mulders English years, please click here.
UPDATE 2021 – In 2019 was het 100 jaar geleden dat de schilder Piet Mulder werd geboren. Reden genoeg om wat langer bij hem en zijn werk stil te staan. Op 18 mei 2019 verscheen ‘
Piet Mulder, Schilder van het Betuws landschap‘, het boek over zijn werk en leven, met meer dan 160 illustraties. Tegelijk openden die dag 11 tentoonstellingen van zijn werk: in Culemborg (2x), Beesd, Tiel, Neerijnen, Varik, Zaltbommel, Asperen, Ommeren, Geldermalsen en op Texel. Eind 2019 werden ten slotte meer dan zestig nagelaten werken van Piet Mulder waarop stations, spoorbruggen en spoorlijnen te zien waren, feestelijk aan het Spoorwegmuseum overgedragen. 
Voor het zover was, verscheen over zijn werk al het tweetalige boek Piet Mulder, De zee is saai / The sea is a bore (uitg. De Weideblik, Varik, 2014).
Voor de
zomer van 2020 stond verder nog een allerlaatste tentoonstelling op het programma, met Engels werk in de oude locomotievenloods in Piet Mulders geliefde Harwich, maar die moest wegens corona voor onbepaalde tijd worden uitgesteld.
Sandra van Beek schreef – met medewerking van Piet Mulder’s zoon Reinjan Mulder – een beknopt overzicht van het leven en werk van de ‘schilder van het Betuws landschap’.   

Piet Mulder, Waaldijk Opijnen, oil on canvas, 1974. Particuliere collectie

Door Sandra van Beek
Piet Mulder (1919-2001) was meer dan een halve eeuw schilder van landschappen, zeegezichten en portretten. In de jaren vijftig en zestig was hij één van de drijvende krachten achter de Kontaktkring voor Beeldende Kunst tussen de Grote Rivieren, waarbij kunstenaars als Marinus van de Boezem, Johan Ponsioen en Jan van Munster waren aangesloten, daarna werd hij actief in de Tielse Kunstenaarssocieteit en de Nederlandse Vereniging voor Zeeschilders en werkte hij veel vanuit zijn atelier in Harwich (VK).
Tijdens zijn leven had Mulder exposities in steden als Enkhuizen (Galerie De Westfriese Munt), Amsterdam (Cinetol, Café Hofman, De Praktijk), Woudrichem (Stadsgalerie) en Wijk bij Duurstede en deed hij aan meer dan zestig groepexposities mee, van het Amsterdamse Scheepvaartmuseum tot de International Marine Art Exhibition in Mystic (VS). Tijdens die laatste tentoonstelling rekende William Zimmer van de New York Times (13 augustus 1989) Piet Mulders aquarel Laag water in Harwich tot de beste werken van de show: ‘with scruffy, small boats, seemingly floating on mud’.   

Het veerhuis van Mariënwaerdt bij Enspijk, Collectie F.J.A. Baron van Verschuer

Piet Mulder werd bijna een jaar na de Eerste Wereldoorlog, op 1 november  1919, op de Nederlands-Belgische grens geboren, in het Zeeuws-Vlaamse Sint Jansteen, waar zijn vader bij de douane werkte. Overal in het gehucht hingen de vlaggen uit. Daarna verhuisde het gezin bijna jaarlijks naar nieuwe douaneposten, in plaatsen als Roosendaal, Winterswijk, Rotterdam, Leiden en Tiel, om ten slotte in 1934 in Amsterdam te belanden, waar zijn vader Antoni Mulder tot verificateur op het Entrepotdok werd benoemd. Piet ging daar ook naar de vijfjarige HBS aan de Mauritskade en de HTS, waarna hij 7 jaar lang schilderlessen volgde bij M. Diemel en andere docenten op de Vrije Academie Artibus in Utrecht.
Toch zou schilderen nooit zijn broodwinning worden. Al op de lagere school in Winterswijk was zijn tekentalent iedereen opgevallen en op de HBS was tekenen onbetwist zijn beste vak, maar zijn ouders wilden hem in de crisisjaren geen kunstopleiding laten volgen. Daarom werd hij bouwkundige, een vak waarvoor je goed moest kunnen tekenen maar dat

(meer…)

Babel & Voss brengt alle nieuwe boeken voor 10 euro

Door Maarten Dessing
BOEKBLAD, 31 augustus 2012 – Babel & Voss brengt vanaf dit najaar alle nieuwe titels voor 10 euro. Volgens de Amsterdamse uitgeverij kun je in tijden van goedkope e-boeken geen 20 euro meer vragen voor een papieren boek.
Het experiment is geïnspireerd op het succes van het eigen literaire tijdschrift Das Magazin. De bewust lage prijs van 6 euro heeft geleid tot een oplage van tweeduizend exemplaren binnen een jaar tijd. Dat is veel voor een literaire tijdschrift. Ook denkt de uitgeverij hiermee beter in beeld te komen bij zijn doelgroep van jongeren, die minder snel dure boeken, cd’s of dvd’s kopen of downloaden.
‘Onze uitgave Echte boer zoekt dito vrouw van Eva-Anne Le Coultre heeft nog iedere week publiciteit,’ zegt uitgever Reinjan Mulder. ‘Maar het (meer…)

Wat een tuttigheid – Over de recensie van Lulu Wang’s ‘Het lelietheater’

HetLitLeven

De gevreesde criticus spreekt!

Door Reinjan Mulder
Het Lelietheater van Lulu Wang was in 1997 een van de vreemdste boeken die ik in jaren las. Toen ik er aan begon, nog als drukproef, dacht ik aanvankelijk even met grote literatuur te maken te hebben, en die eerste indruk wilde ik in mijn recensie ook tot  uitdrukking laten komen. Maar daarna viel het boek me nogal tegen.
Die misleidende, eerste indruk werd misschien – elke criticus heeft zijn zwaktes – wel aangewakkerd doordat het boek op het moment dat ik eraan begon, al voor recordbedragen naar het buitenland was verkocht. Hoe dan ook, ik, dacht even een paar fraaie, beeldende zinnen te zien. Zinnen waaraan op de redactie van de uitgeverij waarschijnlijk lang gesleuteld was. Ze hadden ook wel een mooie, ingehouden stijl.
Daar kwam dan nog bij dat de thematiek nogal ongewoon was voor Nederlandse begrippen: een meisje dat in het maoistische China volwassen wordt, leert daar al snel de keerzijde van het leven in een heilstaat kennen. En het boek had ten slotte ook heel wat voor ons weinig alledaagse scènes.
Maar als gezegd, daar bleef het dan ook bij, helaas. Toen ik eenmaal goed op streek was, bleef er van mijn warme gevoelens weinig over. Ik leek wel te zijn terecht gekomen, zo schreef ik in mijn recensie voor NRC Handelsblad, in een Chinese versie van ‘Stijfkopje‘, het sentimentele kinderboek van Emmy van Rhoden. Ongelofelijk, dat dit boek zo positief in Amerika en op de boekenbeurzen ontvangen was!
Naïef als ik was, wilde ik dit effect dat ik bij het lezen had ervaren, eerst denken dat het iets wordt en dan hevig teleurgesteld worden, in mijn recensie zo goed mogelijk proberen na te bootsen. Maar hoe gevaarlijk zoiets kan zijn, merkte ik tot mijn schrik gauw genoeg. Uitgevers hebben bij negatieve recensies nu eenmaal de gewoonte om daaruit, als het maar even kan, nu net die ene zin te citeren, die wat minder negatief is dan de rest. Dat had ik kunnen weten.
En zo haalde ook de jonge Vassallucci-uitgevers van destijds, Lex Spaans en Oscar van Gelderen, uit de uiteindelijk toch wel behoorlijk krakende recensie die ik over Het Lelietheater schreef, nu net die enige, aardige, eerste zin die ik aan het boek wijdde – de opening, die de opmaat moest zijn voor de kritiek die daarna zou volgen.
Gelukkig kan ik nu, dank zij het digitaal archief van NRC Handelsblad, ook de rest van stuk (meer…)

Het verlate optimisme van Czeslaw Milosz (1911-2004) – op bezoek bij de Poolse Nobelprijswinnaar

Door Reinjan Mulder
In Nederland is de Pools-Litouwse schrijver Czesaw Milosz bij het grote publiek nooit zo bekend geworden, en wie hem kende, kende hem aanvankelijk vooral als politiek auteur, van boeken over het communisme (De geknechte geest) en meer in het algemeen over de teloorgang van de Midden-Europese beschaving (Geboortegrond). Maar toen ik Milosz in 1997, kort voor zijn dood in Krakau bezocht, bleek hij zich zelf toch liever als de dichter te zien, die hij van jongs af aan was – al was dat de laatste jaren van zijn leven een dichter van steeds ijlere en lichtere poëzie.

Handtekening van Czeslaw Milosz in Geboortegrond, De Arbeiderspers, 1982

Maar wat voor een dichter! In onze onschuld willen wij nog wel eens denken dat de Nobelprijs het hoogste is wat een schrijver bereiken kan. Dat is niet zo. Boven, op de literaire Olympus, wordt opnieuw een strenge schifting aangebracht. De goden zelf onderscheiden in hun midden weer de grotere en kleinere godheden. Ik zat ooit in een taxi die de Russische dichter Joseph Brodsky van Schiphol naar Leiden reed, waar hij die week de Huizinga-lezing zou houden en hij maakte me dat verschil op subtiele wijze duidelijk. Joseph Brodsky kwam net uit Stockholm waar hij de jaarlijkse bijeenkomst van Nobelprijswinnaars had bezocht, en vertelde wie er niet allemaal waren komen opdagen. Het indrukwekkende rijtje dat hij daarbij opsomde, werd besloten met de naam van Czeslaw Milosz, de Nobelprijswinnaar van 1980. Na het noemen van die naam pauzeerde Brodsky even – en zei toen: “Maar ja, Milosz steekt natuurlijk wel mijlenver boven de rest uit. Vergeleken met hem zijn alle anderen…” Hij maakte een handgebaar dat voor zichzelf sprak.
Toen ik Czeslaw Milosz daarna in 1997 in zijn mooie oude woonhuis in (meer…)

Meester van de invectieven – bij de dood van Gore Vidal

Door Reinjan Mulder
Van weinig vooraanstaande schrijvers weet ik zo weinig als van Gore Vidal. Ik geloof niet dat ik ooit een boek van hem in handen heb gehad. Toch heeft Vidals dood, begin deze maand, mij meer geraakt dan de dood van veel anderen van wie ik bijna alles las.
Dat heeft een curieuze reden. Ooit heb ik tot mijn niet geringe verbazing mogen concluderen dat Gore Vidal (1925-2012) de Amerikaanse Reinjan Mulder (1949) was.

The Guardian, 2 augustus 2012

Ja, u leest het goed. Niet eens was ik, wat God natuurlijk verhoede, ‘de Nederlandse Gore Vidal’, maar Gore Vidal, de schrijver van tientallen Amerikaanse bestsellers en toneelstukken, was de Nederlandse Reinjan Mulder. In het weekblad Vrij Nederland had Peter van Straaten jarenlang een heerlijke reeks cartoons over het Nederlandse ‘literaire bedrijf’, en in één van die cartoons zag je een sacherijnige, dikke uitgever aan een groot bureau zitten tegenover een angstige, miezerige schrijver wiens werk zojuist in de krant was afgekraakt. ‘Als ik jou was, zou ik er niet wakker van liggen… ‘ zegt de uitgever tegen zijn wanhopige auteur, ‘wie is die Reinjan Mulder

(meer…)

Reinjan Mulder’s ‘Vogels van Formaat’ nu ook uit voorraad leverbaar bij de Amsterdamse boekhandel Nijhof & Lee

Door onze verslaggever 
Het boek Vogels van Formaat van Reinjan Mulder over de Amerikaanse vogelschilder en uitgever J.J. Audubon is vanaf deze week ook uit voorraad leverbaar bij de Amsterdamse boekhandel Nijhof & Lee.

J.J. Audubon’s vogelboek The Birds of America in de bibliotheek van het Teylers Museum

De in kunst en typografie gespecialiseerde Nijhof & Lee is enkele maanden geleden van de Staalstraat verhuisd naar  de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, in het gebouwencomplex aan de Amsterdamse Turfmarkt, maar de winkel krijgt over circa een maand een dependance in het klassieke pand van de Artis Bibliotheek aan de Plantage Middellaan. Het rijk geïllustreerde Vogels van Formaat zal daar een bijzondere plaats krijgen, omdat het het enige Nederlandstalige boek is over handgekleurde vogelprenten. Bovendien is Vogels van Formaat voor een belangrijk deel in de Amsterdamse Artis Bibliotheek geschreven is, aan de hand van een grote hoeveelheid daar aanwezige literatuur.
Behalve in de beide boekwinkels van Nijhof & Lee in Amsterdam, is Vogels van Formaat ook uit voorraad leverbaar bij de rijk voorziene Museumwinkel van het Teylers Museum in (meer…)