Door Reinjan Mulder
Een groot man, in zijn tijd, groot geportretteerd in het grote, nieuwe nummer van De Gids
Wat zou dat nou kosten, zo’n groot kleurenportret van jezelf in het chique tijdschrift De Gids, met daaromheen een van dankbaarheid overlopend profiel van twee volle redactionele pagina’s door dr. Annet Mooij, de hoofdredacteur zelf?
In de laatste Gids, die ik ongevraagd met De Groene kreeg meegezonden, mocht ik het allemaal aantreffen. Tot mijn ontsteltenis vond ik daar opeens een vermenging van inhoudelijke en zakelijke belangen die ik tot dat moment niet voor mogelijk had gehouden. Voor we ook maar aan één van de andere stukken in De Gids toekomen, zette de geachte hoofdredacteur op pagina 3 en 4 uitgebreid een man in het zonnetje van wie we mogen lezen dat bijna alles wat hij deed uiteindelijk mislukt is, maar die daarmee kennelijk toch zoveel geld heeft verdiend dat hij zich nu voor de abonnees van De Gids én De Groene uitgebreid en in kleur kan laten portretteren.
Nee, ik noem zijn naam niet. Hij krijgt al veel te veel eer.
Laat me alleen een paar citaten geven uit het stuk van de – tot nu toe door mij altijd serieus genomen – Annet Mooij.
‘Zijn naam zal weinigen bekend in de oren klinken,’ zo begint ze haar profiel.
Inderdaad. Ik had nooit van hem gehoord.
Het blijkt hier te gaan om een gereformeerde man uit Kampen, die medicijnen studeerde in Amsterdam en zich daarna toelegde op de verslavingszorg.
Dat deden er meer.
Maar hij schopte het daarbij tot hoofd van de sociaal-psychiatrische afdeling van de GG&GD in Haarlem.
Potverdorie, zult u nu misschien zeggen, hoofd in Haarlem, dat is niet mis!
Jawel! En toen kon hij in Haarlem zomaar zijn ‘al langer aanwezige belangstelling voor alcoholisme en andere verslavingsziekten verder vorm geven’.
U zegt het, de goede man heeft in zijn lange leven niet niks gedaan.
Ook schreef hij een paar stukken, die weliswaar niet meer de moeite van het noemen waard zijn, maar hij introduceerde daarnaast ‘een aantal therapeutische vernieuwingen’, waarbij hij zich liet kennen als een aanhanger van van ‘destijds moderne’ inzichten die ‘onder anderen’ naar voren werden gebracht door de Amerikaanse onderzoeker E.M. Jellinek.
Ach arme. Hij ontwikkelde die inzichten kennelijk niet zelf, ze werden al door verschillende anderen naar voren gebracht, hij hing ze alleen maar aan. Maar al zijn ze dan misschien nu niet zo interessant meer, ‘destijds’ mocht je ze wel degelijk ‘modern’ noemen.
De goede man deed in zijn lange leven nog meer. Veel meer. Hij sloot zich aan bij de signifische beweging, ‘waarschijnlijk aangetrokken door haar maatschappelijke betrokkenheid en sociale hervormingsstreven’.
Nu stelt die signifische beweging achteraf gezien weinig voor, daar heeft Annet Mooij gelijk in, maar het feit dat de goede man zich ooit aansloot bij iets wat toen net in de mode was, geeft wel aan dat hij niet helemaal niks voorstelde, in zijn tijd dan.
En er is nóg veel meer over hem te melden: ook ‘de poging om verschillende levenssferen – religie, wetenschap, filosofie en praktijk – te verenigen, zal hem hebben aangesproken’.
Zal hem hebben aangesproken…
Of dat echt zo was, weten we natuurlijk niet, want ja, het waren wel ‘verschillende levenssferen’, maar… het zou misschien best wel eens kunnen.
Maar of de poging die hem, misschien, aansprak ook werkelijk slaagde, weten we dan weer niet, het was maar een poging.
Maar komaan, ook pogingen zijn mooi.
Zo gaat het maar door, in dit stuk van de geachte hoofdredacteur. Het ene onbetekenende en al lang achterhaalde feit na het andere, tot we uiteindelijk aankomen bij waar het natuurlijk allemaal om draait: de goede man, God hebbe zijn ziel, liet bij zijn dood in 1998 enorm veel geld na, en al wilde hij dat toen absoluut niet aan De Gids geven, die toen ook al bestond, hij gaf het wel aan iets anders, iets dat nu ook al weer verleden tijd is.
Maar… juist daardoor lag al dat geld daar op een gegeven moment maar te liggen, totaal nutteloos.
Alweer.
En toen hebben zijn erven in hun wijsheid bedacht dat hij het misschien ook wel aan de De Gids had willen geven, als hij dat blad tenminste had gekend, en gewaardeerd, en als hij had kunnen voorzien dat alles wat hem ‘in zijn tijd’ wel heel erg interesseerde, geen enkele toekomst had.
Gefeliciteerd, Gids-redactie met deze prachtige financiële injectie! Willem Elsschot’s Wereldtijdschrift is terug, en de hoofdredacteur heet Annet Mooij.
Naschrift. Van Esther Wils, de redactiesecretaris van De Gids, kreeg ik naar aanleiding van mijn klacht de volgende mail:
Geachte heer Mulder,
Wat jammer dat u zich niet met ons kunt verheugen over die fantastische donatie van de beheerders van Essers voormalige fonds – de heer Esser zelf is al lang geleden overleden, zoals u kunt lezen, zijn fonds had voorheen een andere bestemming en hij is er niet op uit geweest zich door wie dan ook te laten portretteren. Als u de recente geschiedenis van de literaire tijdschriften enigszins heeft gevolgd dan weet u dat ons leven aan een zijden draad heeft gehangen en dat we ons de afgelopen jaren zeer hebben ingespannen extra inkomsten te verwerven om het hoofd boven water te kunnen houden – o.a. de Turing Foundation heeft ons bijzonder belangrijke steun verleend. Dat wij inmiddels een onderkomen hebben gevonden bij N.V. De Groene Amsterdammer, en nu ook over enige reserve beschikken mochten er weer slechtere tijden aanbreken, zou u als literatuurliefhebber toch tevreden moeten stemmen.
De schenking is overigens gedaan aan Stichting De Gids, en tijdschrift De Gids heeft een onafhankelijke redactie. De Groene heeft hier inderdaad niets mee van doen. De redactie van De Gids vond de bezigheden van de heer Esser, evenals de kring waarin hij verkeerde, boeiend. Bovendien houden wij graag onze abonnees op de hoogte, die voor de oversteek naar De Groene al uitgebreid en herhaaldelijk op de hoogte zijn gebracht van het bestaan van het Gids Fonds en daaraan – zij het met bescheidener bedragen – ook hebben bijgedragen. Bij een schenking vanaf 500 euro mag men zich mecenas noemen en vermelden wij de naam van de gever desgewenst in De Gids. De stichting is aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling; hopelijk kunt u zich daar iets bij voorstellen. Wij beschouwen een donatie niet als een zakelijke aangelegenheid maar als een culturele daad die wij met trots wereldkundig hebben gemaakt.
Met vriendelijke groet,
Esther Wils
Natuurlijk, natuurlijk, lieve mevrouw Wils, het is altijd mooi als er geld naar noodlijdende tijdschriften gaat, ik heb zelf vorig jaar in alle bescheidenheid ook weer een paar donaties gedaan. Maar waar het mij om gaat, is dat zoiets strikt gescheiden moet worden van de redactionele inhoud. Daarvoor zijn er nu juist stichtingen en directies. Nu kan iemand met veel geld, of zijn erven, bij De Gids kennelijk royale redactionele aandacht kopen voor zichzelf. En dat had ik van een zo oud en gerenommeerd blad als De Gids niet verwacht. Ik zou u dan ook echt willen aanraden dit soort zaken voortaan af te laten handelen door een directie, of een secretaris, of een Stichtingsbestuur, in een ruimte die nadrukkelijk buiten de redactionele verantwoordelijkheid valt.
Op Facebook heb ik me nu al gekscherend afgevraagd wat het zou kosten om na mijn dood een heel nummer van De Gids aan mij te laten wijden… Dát kan toch nooit de bedoeling zijn?