Welke uitgevers weigerden Samuel Beckett? Op bezoek bij James Knowlson van het Beckett Archief in Reading

Door Reinjan Mulder 

Damned to fame...

Damned to fame…

Als ik in Reading in het heilige der heilige ben binnengetreden, vraagt James Knowlson me gehaast mijn bekertje koffie op een veilige plaats te zetten. Vlekken moeten hier koste wat kost vermeden worden. De hoogleraar Frans en Beckett-biograaf staat op het punt de manuscripten van Samuel Beckett voor me uit de kast te voorschijn te halen: half vergeelde blaadjes van schrijfblokken, briefjes en een paar aantekenboekjes.
Hier ligt het dus allemaal, dit is wat de schrijver eigenhandig schreef.
Ik bevind me in het Beckett Archief, op de eerste verdieping van de bibliotheek van de Universiteit van Reading. Hier, achter dubbele sloten, bevindt zich de grootste collectie Beckettiana van Europa en misschien wel ter wereld. De naam van James Knowlson, één van Becketts biografen, en zijn fameuze archief ken ik al vele jaren. In 1971, twee jaar na het toekennen van de Nobelprijs aan de Ier, werd hier de eerste grote Beckett- (meer…)

De leespaarden van september 2013: het Stedelijk Gymnasium in Tiel (1888-1971) is terug in de lees-top-tien

Door onze mediaredactie

Het voormalige Gymnasium in Tiel

Het voormalige Gymnasium in Tiel

Het mooie van een website als Das Zahngold is dat er niet alleen stukken op worden gelezen die net nieuw zijn. Op de eerste vijf plaatsen van de leespaarden top tien van de afgelopen maand staan nu vijf artikelen die al minstens een jaar oud zijn. Dat betekent dat de oudere stukken op dit moment niet alleen veel, maar ook zeer aandachtig gelezen worden. De leespaarden top-tien is de top-tien van lezers die niet na een paar seconden weer wegzappen maar doorlezen tot het eind. Na deze vijf volgt, op 6, de necrologie van Hanna Mulder-Hulscher uit juni van dit jaar, en op 7 een nieuw, opiniërend stuk over de teleurstellende invloed van Volkskrant-criticus Michaël Zeeman. Dit maakt dat de leespaarden top-tien van september 2013 er als volgt uitziet:
1. (10) Reinjan Mulder: Interview met Nicol Ljubic over zijn roman Als was het liefde
2. (re) Sandra van Beek: Piet Mulder, schilder van het Betuwse landschap
3. (3) De geheime liefde van Mischa Hillesum
4. (9) Tien jaar uitgeverij Augustus en de val van J.M. Meulenhoff – een kroniek
5. (re) De ondergang van het Stedelijk Gymnasium (meer…)

Cynthia McLeod’s ‘Hoe duur was de suiker’ – Gekweld door rechtvaardigheid

Door Reinjan Mulder

Gekweld door gevoelens van rechtvaardigheid – Recensie van Cynthia Mc Leod, Hoe duur was de suiker? (Conserve, 1995) 

De achttiende eeuw staat bekend als de economische bloeitijd van Suriname. Nadat het land in 1667 een Nederlandse kolonie was geworden, werden langs de kust meer dan 400 plantages gesticht die in de loop van enkele decennia tot grote omzetten kwamen. Vele duizenden slaven werden ingezet bij het verbouwen en verwerken van suiker en koffie, en de winsten van de plantages waren enorm.
Minder bekend was dat vrij veel plantages in handen waren van Portugese joden. Totdat in 1995 de historische roman Hoe duur was de suiker? van Cynthia Mc Leod in Nederland verscheen. In dit boek, dat inmiddels ook is verfilmd, beschreef de Surinaamse schrijfster (Paramaribo, 1936) vijftien jaren uit het leven van zo’n Surinaams-joodse familie in de achttiende eeuw.
Het boek was gebaseerd op vele jaren archiefonderzoek in Nederland en Amerika en bood een onthullend beeld van (meer…)

Bij de dood van de Colombiaanse schrijver Alvaro Mutis (1923-2013): De marsgast is niet meer

Door Reinjan Mulder
MutisOp de zeilschepen die in vroeger eeuwen de zeven zeeën bevoeren, was het gebruik dat één matroos de functie van marsgast kreeg. Zijn taak was het om hoog op een platform rond de mast de wacht te houden en te waarschuwen als er onheil naderde. In de tijd dat er nog geen radio of radar was, was de marsgast het oog van het schip. Hij zag meer dan alle anderen aan boord.
In de trilogie van de gisteren overleden Alvaro Mutis De boeken van de onstuimige Zuidenwind komt ook een marsgast voor. Maar hij is een marsgast in figuurlijke zin. Zijn naam is Maqroll el Gaviero (het Spaanse woord voor marsgast). Hij is een wat oudere man met een verleden op zee die op verschillende plaatsen in Latijns Amerika neerstrijkt en terugkijkt op zijn leven. Steeds weer raakt hij echter betrokken bij onduidelijke en half illegale karweitjes.
In De sneeuw van de admiraal, het eerste en wat mij betreft mooiste deel van (meer…)

‘Afgegraven veen was het waarin hij maar moest zien te gedijen’ – Heere Heeresma over Jan Arends (1925-1974)

Door Reinjan Mulder 
Janarends[Update 8 februari 2024] Komende winter is het veertig jaar geleden dat de schrijver Jan Arends uit het raam van zijn flat aan het Roelof Hartplein sprong, op 21 januari 1974. Zelfmoord, dacht iedereen. Maar van de schrijver Hans Vervoort, die later zijn werkruimte had in het gebouw, hoorde ik dat Jan Arends dacht dat hij vliegen kon. Dat is natuurlijk iets heel anders dan zelfmoord. In het ene geval wil je omhoog, in het andere omlaag.
Hoe dan ook, sindsdien zijn er verschillende boeken en artikelen over de dichter en zijn vreemde levenswandel verschenen. Jan Arends had een klein oeuvre maar hij was een interessant schrijver en dichter – die er bovendien behagen in schepte om als huiskecht voor rijke vrouwen te werken.
Psychiaters noemen dat een masochist.
Wat was belangrijker, de schrijver of het geval? Ik kan het nauwelijks scheiden.
Ik heb Jan Arend nooit gekend. En ik denk dat ik daar blij mee mag zijn. Mensen die hij kende, kon hij dagenlang met beledigende telefoontjes belagen.
Ik kan me ook niet herinneren hem ooit te hebben gezien, behalve dan in de schitterende VPRO documentaire over hem. Wel interviewde ik in augustus 1979, vijf jaar na zijn dood, de inmiddels ook overleden schrijver Heere Heeresma. Ik wist dat Heeresma zich erop beriep een van Jans beste vrienden te zijn geweest, en ik vond het vreemd dat nu net hij was overgeslagen in een boekje van De Engelbewaarder dat die ‘vrienden’ van Jan Arends aan het woord zou laten.
Het interview liep nogal uit de hand, omdat Heeresma, eenmaal op zijn praatstoel niet meer te stuiten was. Het verslag ervan werd daarna groot en prominent voorop het Cultureel Supplement geplaatst, met als kop een typisch Heeresma-citaat uit Propria Cures: ‘Afgegraven veen was het, waarin hij maar moest zien te gedijen…’.
Sindsdien ben ik er lang onzeker over geweest. Had ik een notoire fantast als Heere Heeresma misschien teveel (meer…)

De ‘Zeeman-boeken’ van een betreurde Volkskrant-criticus

Door Reinjan Mulder

Februari 2013: winterlezen

Zeeman met boek

Ik zat er zaterdag lang naar te kijken: het portret van Michaël Zeeman, temidden van illustere voorgangers als Menno ter Braak, Kees Fens en Marcel Reich-Ranicki. Het boekenkatern van de Volkskrant opende het nieuwe boekenseizoen met een beschouwing over de terugvallende invloed van de recensent. De criticus, zo u wilt. De – getekende – portretten van Michaël Zeeman en zijn overleden collega’s moesten illustreren wie vroeger de gezaghebbende critici waren, en wie we nu dus misten.
Ik heb een ingewikkelde geschiedenis met Michaël Zeeman (1958-2009). Ik haalde hem omstreeks 1980 uit het niets als 22-jarige jongeman binnen bij NRC Handelsblad, hij kwam met vallen en opstaan tot bloei toen ik daar al weer weg was, en nadat ik zeven jaar later was teruggekomen, verliet hij schielijk de krant, teleurgesteld dat ik en niet hij tot literatuurredacteur van de invloedrijkste kant van Nederland was benoemd.
Ik ben dus niet de meest aangewezen persoon om hier en nu, aan de vooravond van wat zijn 55ste verjaardag had moeten zijn, een oordeel over hem als criticus te geven. Maar wel kan ik vanwege mijn jaren in de uitgeverij wat zeggen over zijn invloed: die was, voorzover ik heb gemerkt, zo goed als nihil.
Een jaar of tien geleden kwam ik een niet al te grote Amsterdamse boekwinkel binnen, en daar vertelde de verkoper me dat hij helaas nogal veel Zeeman-boeken in (meer…)

Theo Sontrop (82) eindelijk aan kop – de tien ‘leespaarden’ van de maand augustus

Nicol Ljubic in Frankfurt tussen de boeken van zijn collega-schrijver Arnold Schwarzenegger (foto Reinjan Mulder)

Nicol Ljubic in Frankfurt tussen de boeken van zijn collega-schrijver Arnold Schwarzenegger (foto Reinjan Mulder)

De afgelopen maand was er onder de lezers van Das Zahngold veel aandacht voor de literaire en culturele geschiedschrijving. Zo werden van de veel (minstens één keer per dag) gelezen stukken vooral een interview met de nu 82-jarige AP-uitgever in ruste Theo Sontrop (1), een ouder stuk over Arnon Grunberg’s alter ego Marek van der Jagt (2) en de herinneringen van Hanna Hulscher aan Etty Hillesums in de oorlog vermoorde broer Mischa (3) zeer intensief gelezen, evenals een curieuze, recent opgedoken brief uit 1937 van Annie Romein-Verschoor (7).
Van de actuele stukken op de site scoorden nog twee andere bijdragen hoog in leesintensiteit: over de erfelijkheid van het Nederlandse koningsschap (8) en het jubilerende Felix Meritis (net buiten de top-tien, op 11). De leespaarden top-tien voor augustus ziet er daardoor als volgt uit:
1. (-) Iedereen zat te suffen – Interview met Theo Sontrop
2. (-) De geboorte van Marek van der Jagt
3. (-) De geheime liefde van Mischa Hillesum
4. (6) ‘Zij leerde Geldermalsen dansen’ – bij de dood van Hanna Mulder-Hulscher (1922-2013)
5. (-) ‘Iemand moest het doen’ – Interview met Edna O’Brien
6. (re) Nieuwe knollen voor oude citroenen – bij het ontslag (meer…)

‘Vroeger was ik een prinses’ – Esther Freud over haar hippiemoeder en haar romandebuut ‘De kleur van henna’

Door Reinjan Mulder 
fotoDe Engelse schrijfster Esther Freud woonde van haar vierde tot haar zesde in Marokko. In haar debuutroman Hideous Kinky, die in Engeland bij verschijnen veel stof deed opwaaien, deed ze daarvan beeldend verslag. In Nederland verscheen het boek als De kleur van henna. Het was, zei ze, ‘een van de eerste boeken over de kinderen van de generatie die naar popfestivals ging, die danste op het strand en zijn hoofd liet kaalscheren.’ Esther Freud deed weinig moeite om zich gewichtiger voor te doen dan ze was, toen ik haar in 1994 op een late augustusdag opzocht in haar Londense rijtjeswoning aan de voet van Hampstead Heath. Alleen al om die reden was ze een buitenbeentje in de doorgaans zeer zelfverzekerde Engelse literatuur. ‘Ik wilde schrijfster worden,’ zei ze, ‘maar ik had niets om over te schrijven. Daarom putte ze maar uit haar eigen jeugd.
Voor Esther Freud geen moeilijke verhalen over grote thema’s en engagement. ‘Ik vond het leuk om uit te zoeken hoe zinnen effect kunnen hebben, ik had altijd veel poëzie gelezen, en ik wilde graag iets doen met woorden. Maar ik had geen idee hoe ik gedachten zou kunnen hebben die bij anderen iets zouden kunnen uitrichten. Ik moest daarom heel lang nadenken waarover ik zou kunnen schrijven. Ik had niets te zeggen.’ Dat het er uiteindelijk toch nog van kwam, Freud door het tijdschrift Granta al snel tot een van de beste jonge schrijvers van Engeland werd  gerekend, kwam niet alleen doordat ze

(meer…)

PS ook mijn blauwe sokken – een brief van Annie Romein-Verschoor – reis door mijn boekenkast (59)

Door Reinjan Mulder
Annie R
Ik moet het boek omstreeks 1988 aan mijn moeder Hanna Hulscher (1922-2013) hebben gegeven. Ze had ons al zo vaak over Jan en Annie Romein verteld dat ik dacht: lees dan ook eens wat ze geschreven hebben. Mijn moeder hield ervan ons te overvoeren met verhalen over mensen die ze had gekend en die later beroemd waren geworden, maar dat ze, bijvoorbeeld, een boek als De Avonden van Gerard Reve had gelezen, waarin verschillende van die mensen voorkwamen, had ik nooit gemerkt. En daar wilde ik als onvermoeibare leesbevorderaar graag wat aan doen.
Nu komt Annie Romein-Verschoor’s boek Omzien in verwondering na de dood van mijn moeder afgelopen voorjaar weer bij mij terug in de kast,  (meer…)

Was Prins Friso maar koning geworden

Door Reinjan Mulder
Was Prins Friso maar koning geworden, dan hadden we weliswaar het Nederlandse kroonjuweel dat Maxima heet, gemist, maar dan had er nu wel een zeer bekwame, bescheiden en sympathieke man op de troon gezeten, op wie Nederland in deze barre tijden van crisis goed zou kunnen bouwen.
Als de necrologieën van de afgelopen week één ding duidelijk hebben gemaakt, dan is het dat Friso Venorange, zoals hij zich graag noemde, een verstandig en goed mens is geweest. Een voorbeeld voor het Nederlandse volk.
Wat verwachten we in een moderne, parlementaire monarchie van een koning nog meer?
Lang was het in Nederland zo dat een mannelijke nakomeling van het koningshuis eerder voor de troon in aanmerking kwam dan een vrouwelijke. Alleen als alle mannetjes op waren, kwam er een vrouwtje (meer…)