25 jaar na de val van de Muur (2): hoe een Duitse dichter zijn medeburgers bespioneerde
Dat er in de vroegere DDR spionnen actief waren, was bekend. Maar dat ook vooraanstaande schrijvers en dichters soms actief aan het bespioneren van hun vrienden en collega’s meededen, kwam toch nog als een schok. Zo bleek de in Nederland gevierde Oostduitse dichter Sascha Anderson jarenlang gedetailleerde informatie over zijn vrienden en collega’s te hebben doorgespeeld aan de geheime dienst. ‘Hij streefde naar een absolute macht en niemand in zijn omgeving wilde of kon hem tegenhouden. Dat was zijn grootste talent.’ Na de val van De Muur, 25 jaar geleden, reisde Reinjan Mulder verschillende keren naar Berlijn, waar hij met onthutste slachtoffers en collega-schrijvers van de verraders sprak. Aan de vooravond van de val van Muur enkele herinneringen aan die tijd.
Door Reinjan Mulder
De dissidente schrijver Lutz Rathenow had na de val van Muur maar maanden uitgetrokken om zijn Stasi-dossier te bestuderen: 16.000 bladzijden met protocollen van telefoongesprekken, verslagen van zijn dagelijkse ontmoetingen, foto’s. ‘De Stasi was geen gewone geheime dienst,’ zei hij toen ik hem in die tijd thuis opzocht, ‘het was iets veel subtielers. Ze wilden je labiel maken, je in een isolement drijven, zodat je vatbaar werd voor hun wervingsmethoden.’
Lutz Ratenow was niet de enige die behoorlijk in de war was toen bleek wie er in zijn omgeving allemaal spioneerden voor de geheime dienst. ‘We zeiden het vaak als grap tegen elkaar: een op de drie mensen in de DDR werkt voor de Stasi, dus een paar mensen in deze kamer zijn (meer…)