Veel gelezen in maart 2015: poëzie, schilders en het gezelschap van geleerde vrouwen

Reinjan Mulder en Marli Huijer (foto Klaas Vroege)

‘Opnieuw beginnen’: Reinjan Mulder en Marli Huijer in Salta (foto Klaas Vroege)

Door onze mediaredactie
Vooruitlopend op de Maand van de Filosofie, in april, stond het bezoek aan Das Zahngold de afgelopen maand sterk in het teken van enkele vrouwelijke denkers. Naast drie veel gelezen stukken over de schrijfster-filosofe Connie Palmen, die honderden keren werden gedownload  na haar verschijnen bij De Wereld Draait Door, ontstond er ook voor de nieuwe Denker des Vaderlands, Marli Huijer, de laatste weken steeds meer  belangstelling. Met name twee artikelen over het boek Opnieuw Beginnen, dat zij samen met Reinjan Mulder schreef, werden veel opgevraagd, alsook de stukken over een recent dubbelportret van beiden door Bert Nienhuis en de wandeltocht die zij in 2009 in het voetspoor van Heine door de Harz maakten.
Meest gelezen zijn daardoor in maart 2015 (naast enkele populaire  boekrecensies):
1. Wat is Babel & Voss? (954 keer opgevraagd)
2. Vallen op iemand die ‘klopt’ – De recensie van Cees Nooteboom’s Rituelen revisited
3. Noodgreep werd sensatie – the ‘making of’ Connie Palmen
4. Interview met Tessa de Loo over haar boek De Tweeling
5. De man van Sissi – Bij de dood van André Spoor
6. ‘Hoe de man zijn wereld ziet’ – over  (meer…)

‘De Duitse identiteit is geen jas die je even kunt uittrekken’ – Bij de 88ste verjaardag van Martin Walser

Door Reinjan Mulder

Martin Walser als jongen in de Hitler-tijd op de omslag van 'Een springende bron'

Martin Walser als jongen in de Hitler-tijd op de omslag van ‘Een springende bron’

Zou er ooit een einde zijn gekomen aan de oorlog van de Duitse ambtenaar Fink? In de zomer van 1997 berichtte de Süddeutsche Zeitung dat de ambtenaar die model had gestaan voor de hoofdpersoon van Martin Walser’s roman Finks Krieg opnieuw een klap aan zijn superieuren had toebracht. De toen 69 jarige Martin Walser (24 maart 1927) kon zijn plezier over de affaire nauwelijks verbergen, toen ik hem kort daarop opzocht in zijn schitterende landhuis in Nußdorf, aan de oever van het Bodenmeer. Vanuit zijn tuin, waar wij koffie zaten te drinken, was hij zijn huis ingelopen om het zojuist door zijn uitgever naar hem toe gefaxte knipsel te pakken.
Sinds Finks Krieg in maart 1996 verscheen, was het weer eens lang onrustig geweest om de inmiddels bijna 88 jaar oude Duitse meester Martin Walser. Sommigen hadden de roman geprezen als een nieuw meesterwerk van één van Duitslands grootste levende schrijvers, anderen genoten van de aanklacht tegen de politiek die er in naar voren zou zijn gebracht, maar niemand kon dit keer de zaak die Walser tot zijn boek had geïnspireerd buiten beschouwing laten. En dat deed de schrijver goed, merkte ik.
Walser zei daar zelf over, ‘an einem der schonsten Tage des Jahres in Nußdorf‘ zoals hij later in mijn exemplaar van Finks Krieg zou schrijven: ‘Het is heel komisch, alsof (meer…)

‘Over ouder worden’ – Bij een foto van Bert Nienhuis

Door Reinjan Mulder

Marli en Huijer, foto Bert Nienhuis

Marli Huijer en Reinjan Mulder, uit de reeks ‘ouder worden’ (foto Bert Nienhuis, 2014)

Ik ken weinig fotografen. Daarvoor heb ik me misschien te veel met literatuur bezig gehouden. Maar soms was die literatuur juist reden om een fotograaf op me af te sturen. Dat was het geval toen in 1985 Uit het achterland, het derde boek van René Stoute verscheen. Het boek was sterk autobiografisch en het speelde – net als Stoute’s eerdere en volgens mij betere roman Op de rug van vuile zwanen – in het milieu van Amsterdamse heroïnegebruikers. Zo schiepen de hoofdpersonen van de roman er, net als René Stoute zelf waarschijnlijk, genoegen in om in de binnenstad fietsen te stelen om zo hun kostbare gewoontes te bekostigen.
Daarmee romantiseerde Stoute het junkiebestaan naar mijn idee nogal, en zo besprak ik het boek dan ook, en ik eindigde mijn bespreking enigszins pesterig met de zin: ‘En nu mijn fiets terug.’
Toen waren de rapen gaar. Half Nederland leek wel over me heen te vallen. Ik zou een stoot onder de gordel hebben toegediend aan mensen die het toch al zo moeilijk hadden. En het ergste was dat ik junks door mijn slotzin met nazi’s zou hebben vergeleken.
Interessant was achteraf gezien nog dat toen ik mijn recensie bij NRC Handelsblad inleverde, die gekwelde slotzin er nog niet onder stond. Hij speelde tijdens het lezen van het boek wel steeds door mijn hoofd, omdat ik dat jaar al drie fietsen was kwijtgeraakt, maar

(meer…)

Meest gelezen in februari: over André en Hendrickje Spoor en de ‘gezonde’, niet ontaarde kunstenaars in Arnhem

Door onze mediaredactie
Twee al wat oudere artikelen over de vroegere NRC-hoofdredacteur André Spoor en zijn dochter Hendrickje zorgden half februari plotseling voor een boost aan nieuwe lezers. Aanleiding waren enkele interviews met Hendrickje Spoor bij het verschijnen van haar boek Vader en dochter. Daarin is het nodige te lezen over de nogal chaotische huwelijken van de Spoors. Voor oudere NRC Handelsblad redacteuren weinig nieuws, maar het bij naam noemen van sommige prominente minnaars door Hendrickje maakte dat er dagenlang intensief werd gegoogled op hun namen – om bij de stukken terecht te komen die bij de dood van André Spoor verschenen. Meest gelezen zijn daardoor in februari:
1. De man van Sissi – bij de dood van André Spoor
2. Wie zijn Babel en Voss?
3. Geaarde kunst? Het zelfportret van de Tielse schilder Johan Ponsioen
4. Nazikunst in het Gemeentehuis? – de zaak Jan van Anrooy
5. Gesprekken in de nacht – André Spoor en de P.C.Hooftprijs-jury
6. Vallen op iemand die klopt – Cees Nooteboom’s roman Rituelen revisited
7. Interview met Tessa de Loo over de ontvangst van De Tweeling
8. Interview met Connie Palmen over haar roman De Vriendschap en de dood van Ischa Meijer
9. Rapport Gemeente Geldermalsen bevestigt: ‘Jan van Anrooy miste elk moreel besef’
10. Bij de dood van Hannelore Grünberg-Klein

(meer…)

Zijn eigen iconograaf – Toespraak bij het verschijnen van het Gerard Reve-fotoboek van Eddy Posthuma de Boer

Door Reinjan Mulder

Reinjan Mulder en Eddy Posthuma de Boer bij de presentatie van het Gerard Reve fotoboek in de Athenaeum Boekhandel, 26 februari 2015

Reinjan Mulder en Eddy Posthuma de Boer bij de presentatie van het Gerard Reve fotoboek, Athenaeum Boekhandel, 26 februari 2015

Ik ken weinig fotografen. Misschien heb ik me in mijn leven teveel met literatuur bezig gehouden.
Maar ook in de literatuur is er één fotograaf geweest, die geschiedenis heeft geschreven. Dat was Eddy Posthuma de Boer. Voor de omslagen van de brievenboeken Op weg naar het einde en Nader tot u van de man die toen nog gewoon Gerard Kornelis van het Reve heette, maakte hij een serie zwaar geënsceneerde portretten, die nog altijd tot de mooiste behoren die van de schrijver voorhanden zijn.

Vandaag verschijnt het boek van Eddy Posthuma de Boer waarin al zijn portretten van Reve voor het eerst zijn bijeengebracht: ‘Door het oog van de tijd’ (uitg. Weideblik). Daarin zal hopelijk duidelijk worden hoe de schrijver zelf nu precies heeft meegewerkt aan het beeld dat later van hem is ontstaan. Katholiek, alcoholisch, melancholisch en archaïsch, schrijvend met een kroontjespen, het moest van Reve (meer…)

Bij de dood van Hannelore Grünberg-Klein (87): het meisje dat er niet had mogen zijn

omslagdouble21Door Reinjan Mulder
Twee weken geleden overleed Hannelore Grünberg-Klein, de moeder van Arnon Grunberg. Niet onopgemerkt, bijna alle kranten besteedden er aandacht aan. En terecht. Hannelore Grünberg-Klein werd voorgoed een publieke figuur door de verschijning van Grunberg’s succesvolle debuut ‘Blauwe maandagen’. Daarna kwam ze geregeld terug in de publiciteit, in interviews met Arnon Grunberg en in zijn columns, maar pas in de dagelijkse Voetnoot in de Volkskrant en een aantal recente documentaires kreeg ze een gezicht dat haar recht deed.
Ik kende Hannelore Klein vooral van een paar wandelingen die we maakten rond Hinterzarten, in het Zwarte Woud, waar ze om het jaar met Arnon vakantie hield. Ik zal nooit vergeten hoe ze daar kwiek als een berggeit over de wandelpaden stapte, op een terrasje van haar forel genoot, of ruzie maakte met haar zoon, of met de pensionhoudster: over de stiekem van het ontbijt meegesmokkelde boterhammen.
Soms kregen moeder en zoon Grunberg daar ook een tijdje gezelschap van een geliefde van Arnon, maar zoals hij zelf zei, daarna was het meestal snel afgelopen met de relatie.
Geen wonder, want hoezeer ze haar schoondochters in spe ook wist te boeien met haar geestige monologen, aan één zo’n alom aanwezige geliefde als Hannelore Klein heeft iedere man genoeg.
Over niet al te lange tijd verschijnt er een boek van Arnon Grunberg over – en met – zijn moeder. Toch is er ook nu al boek waarin haar bestaan en met name haar overleven in het verborgene een belangrijk rol speelt. Dat is Arnon Grunberg’s roman ‘Onze oom’. Bij de presentatie van die roman in Eupen (B.), op 27 september 2008, sprak ik daarover deze tekst uit. 
(meer…)

Geaarde kunst? Bij een zelfportret van de Tielse schilder Johan Ponsioen (1900-1969)

Ponsioenomslagmage003

Johan Ponsioen, Zelfportret, ca. 1940, op het omslag van ‘Geaarde kunst – door de staat gekocht ’40-’45’ ‘

Door Reinjan Mulder
Met een lichte schok herkende ik het portret. Op de omslag van het deze week verschenen boek Geaarde kunst, een catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in het Arnhems Museum, was een van de bekendste en ook mooiste zelfportretten van de Tielse schilder Johan Ponsioen afgebeeld. Een enigszins magisch-realistisch doek uit 1940, dat kort na zijn voltooiïng in bezit van de gelijkgeschakelde overheid kwam.
Ik ken Johan Ponsioen (1900-1969) uit de tijd dat ik in Tiel op het Gymnasium zat. Hij was actief in de kunstenaarsverenigingen waarvan mijn vader lid was en had, 63 jaar oud, in 1963 nog mijn portret geschilderd, een sympathiek kinderportretje dat nu in het bezit van het Tielse (RSG) Schoolmuseum is. Mijn vader, zelf schilder, vond het leuk zijn kinderen ook eens door iemand anders dan zichzelf te laten vereeuwigen, en Ponsioen was in de Betuwe van mijn jeugd een van de weinige schilders van naam.
Ook de term ‘geaarde kunst’ ken ik, helaas, maar uit een heel andere periode. Het afgelopen jaar heb ik me noodgedwongen nogal uitvoerig met de kunstopvattingen van de Kultuurkamer moeten bezighouden, een nationaal-socialistische instelling die (meer…)

Het fotografisch leven van Nobuyoshi Araki

Araki, beschilderde foto.

Araki, beschilderde foto.

Door Reinjan Mulder
Ik ben altijd een beetje huiverig geweest voor de foto’s van Nobuyoshi Araki. Ik kende de nu 74-jarige Japanse fotograaf vooral uit enkele populaire fotoboeken, maar daarin waren me vooral de vele geslachtsdelen en de ingesnoerde, naakte vrouwen bijgebleven. Het was dan wel geen kinderporno, maar het bladeren daarin gaf me vaak een vergelijkbaar, ongemakkelijk gevoel. Waarom toch al die touwen om die borsten?

Op een grote tentoonstelling in het Foam is nu te zien dat Araki veel meer is dan de fotograaf van ingesnoerde vrouwen. Het hele museum is in nauwe samenwerking met de fotograaf omgetoverd in één groot kunstwerk, en dat kunstwerk is Araki’s kijken. In alle opzichten.
Alles wat Araki ziet en heeft gezien, dat zie je daar.
Lange reeksen zwart-wit foto’s van mensen krijg je te zien, die verveeld tegenover hem in de metro zitten. En daarna honderden foto’s van zijn in 1990 overleden vrouw Yoko, gezond, ziek en dood, mét en zonder (meer…)

Het ideaalportet van Emiel van Moerkerken

Door Reinjan Mulder

Emiel van Moerkerken, Ideaalportet 1959

Emiel van Moerkerken, Ideaalportet 1959

Ik ben slecht in gezichten. Mensen die ik al vaker heb gezien, herken ik soms niet. In films denk ik wel eens drie personages te zien, waar de cineast slechts één persoon heeft bedoeld die zich alleen maar wisselend kleedt en kapt en voelt.
De psychiatrie heeft daar een officiële naam voor en ik hoef me nergens voor te schamen. Ik heb wel eens gelezen dat het te maken heeft met het niet goed kunnen inschatten van hoeken en verhoudingen. Computers kunnen dat inmiddels veel beter. Op een menselijk gezicht lopen verschillende assen door elkaar heen en een computer kan die herkennen en opslaan, om later op foto’s weer anonieme mensen te kunnen identificeren.
Zelf houd ik het er liever op dat ik niet slecht, maar juist heel goed naar gezichten kijk. Liever een extra vaardigheid dan een lastig gebrek. Ik zie in gezichten, hoop ik, veel méér dan andere mensen zien: emoties, lichamelijke ongemakken, houding, lichtval. En al die dingen veranderen steeds, en maken iemand voor mij steeds zo nieuw dat ik kan denken (meer…)

Veel gelezen in januari: Arnon Grunberg’s tijd als Marek van der Jagt en polemieken over ‘geaarde kunst’

arnon foto-5b

Reinjan Mulder ontmoet Marek van der Jagt. Schliersee 1999. Bijzondere Collecties UvA.

Drie oudere onderwerpen in Das Zahngold kregen in januari veel nieuwe lezers. De eerste week was er veel belangstelling voor een opiniestuk over de cineaste Denise Janzee, waarschijnlijk vanwege haar documentaire over Marco Bakker die op 1 januari werd uitgezonden. De hele maand januari waren er veel (563) lezers voor een verhaal over Grunberg’s alter ego Marek van der Jagt, zonder twijfel gestimuleerd door de grote tentoonstelling over hem bij de Bijzondere Collecties. En de laatste weken nam de toch al ruime aandacht voor de omstreden NSB-schilder Jan van Anrooy verder toe. Het vorig jaar verschenen artikel over Van Anrooy’s leven en zijn werken in het Gemeentehuis van Geldermalsen werd in januari 2015, een jaar na dato, nog 496 keer gelezen. Waarschijnlijk komt dit mede door de berichtgeving over de affaire in NRC Handelsblad en twee tentoonstellingen die binnenkort openen: over ‘geaarde’ – dat wil zegen niet ontaarde – kunst in het Arnhems Museum en over het museum in bezettingstijd in het Amsterdamse (meer…)