Een lange brief en een bezoek aan antiquaar Wilma Schuhmacher (88): ‘Ja, ik ben er nog!’
UPDATE – Twee maanden geleden, op 17 juli 2015, publiceerde ‘Das Zahngold’ enkele herinneringen aan het illustere Amsterdamse antiquariaat Schuhmacher. Niet lang daarna kwam er een uitvoerige reactie binnen van de nu 88-jarige Wilma Schuhmacher, waaruit we – met haar toestemming – graag enkele gedeelten citeren.
‘Beste Reinjan, wat een aardig stuk,’ zo begint de brief, ‘het verlichtte de post-herpetische pijn van de gordelroos die ik in nek en op mijn schedel kreeg.’
Ze was ontroerd, schrijft ze, over mijn woorden over de begrafenis met paard en wagen van haar halfbroer Max: ‘Neen, ik vond het onacceptabel om iemand als Max, die je zo associeert met openheid, de heidevelden op de heuvels in Ierland, ook nog in zo een rottige dichte auto te stoppen. Ik zei dus paard en wagen, en dacht aan toen we eens even buiten Limerick een boer die op zo’n platte kar stond zijn paard de stad in zagen mennen. Natuurlijk niet zo chique als wat de begrafenisdame voor ons aan kar vond, maar gegeven paarden etc.’
Ze was blij dat het allemaal gelukt was en dat de wagen op weg naar Zorgvlied met bloemen was overdekt. ‘Bernard (Asselbergs), ook een oud NJN-er, plukte en schikte de bloemen, ook dat hoorde bij Max.’
En dan juicht Wilma Schuhmacher bijna: ‘Ja, ik ben er nog, over 1½ jaar (DV, zouden de Ieren zeggen) 90, en nog steeds aan het werk, al is het nu nog meer wetenschappelijk geworden. Geen Max betekent een wat ander soort leven en omdat ik toch een pluizer ben, laat ik die kant min of meer de ruimte.
Daarbij, wat moet ik anders (meer…)