Wo will ich hin? – Een roeiverhaal
Door Reinjan Mulder
Afgelopen zaterdag was het zo’n mooie dag dat ik het werk even het werk liet en de fiets nam naar Ouderkerk. Ik reed langs de Philipstoren, de twee nieuwe torens van Waternet en net toen ik de ophaalbrug over het zijkanaal over was, reed hij me tegemoet. De instructeur van een van de grote roeiverenigingen hier langs de rivier.
Ik deed mijn best mijn blik op oneindig te zetten, maar kon niet voorkomen dat onze blikken elkaar een fractie van een seconde kruisten. Genoeg om dit pijnlijke verhaal weer in mijn geheugen terug te roepen.
Het zal nu een jaar of tien geleden zijn dat ik besloot om eindelijk eens echt te gaan roeien. Ik had al een paar jaar les gehad in een C4 bij Roeicentrum Berlagebrug. Bij de roeivereniging waarvan ik daarna lid was geworden, had ik een aantal vervolgcursussen gedaan, eerst in de C1 en daarna in de o zo wankele skiff. De getuigschriften met hun cijferlijsten lagen nog achter in mijn kast, tussen de verschoten shirtjes en mijn rode roeibroek. Maar het gevoel was blijven knagen dat er meer in het roeien moest zitten dan ik eruit haalde. Ik kon beter. Samen met een roeimaat met wie ik elke zondagmorgen naar Ouderkerk skiffte, waarna we ons op het zonneterras aan de appeltaart van Kuyt met slagroom te goed deden, o heerlijke dagen, gaf ik me op voor wat een roei-clinic werd genoemd.
De clinic werd gegeven op het Ratzeburgermeer, in Duitsland, en had op de vereniging de reputatie dat je daar in één week alle kneepjes van het skiffen onder de knie kreeg. Je werd gehuisvest in de officiële roeischool van de Duitse Bondsrepubliek, de Ruderakademie Ratzeburg, thuisbasis van de legendarische Ratzeburger Acht. Je ging tegelijk met de intern gehuisveste roeiploegen op een speciaal sportdieet, uitgedokterd door de staf van de nationale roeiakademie. En niet in de laatste plaats: je kreeg les van de beste roeicoaches van Duitsland.
Met tien mensen uit alle delen van Nederland reden we dat jaar in alle vroegte naar Ratzeburg. Dat bleek een fraai Middeleeuws stadje te zijn op de grens van het vroegere Oost- en West-Duitsland, net onder Lübeck. De nationale roeischool was daar tijdens de Koude Oorlog met opzet gehuisvest, als strategie om de gevreesde Oostduitsers de ogen uit te steken. Wanneer een DDR-roeier na een internationale wedstrijd in de Bondsrepubliek asiel vroeg, konden zijn oude ploeggenoten hem dagelijks in schitterend Westduits materiaal zien trainen. Meteen aan de overkant van het meer lag het nationale roeicentrum van de DDR.
(meer…)