Het evangelie van Ludwig Wittgenstein – Herinneringen aan de Diamantslijperij
Op 23 juni verschijnt ‘Objectief Nederland’, het boek dat Reinjan Mulder schreef over zijn bijzondere foto-experiment dat vanaf die dag in het Rijksmuseum wordt tentoongesteld. Hieronder een voorpublicatie uit het boek, waarin Mulder beschrijft hoe hij, 17 jaar oud, in het Amsterdam van 1966 in de ban raakte van de filosoof Ludwig Wittgenstein en op zoek ging naar ‘alles, was der Fall ist’.
De ‘radicale’ inzet die ik had bij het opzetten van mijn fotoproject Objectief Beeld van Nederland (1974), ik kan het niet anders noemen, moet ik hebben ontwikkeld tijdens het eerste jaar van mijn studie in Amsterdam. Toen ik daar in 1966 aan de Centrale Interfaculteit aankwam, zeventien jaar oud, als eerstejaars filosofie, werd ik op het Instituut voor Grondslagenonderzoek aan de Nieuwe Achtergracht, de voormalige Diamantslijperij, buitengewoon grondig ingewijd in de heikele problematiek van de kennis, van het weten.
Van dat achteraf gezien nogal verwarrende eerste jaar – waarop door omstandigheden die er nu niet toe doen ook nooit meer een tweede jaar is gevolgd – is me in de eerste plaats een erg interessant en bevlogen Wittgenstein-clubje bijgebleven, waarin ik al snel terechtkwam. Dat clubje, hooguit vijf of zes studenten, stond onder auspiciën van de studentenvereniging Cogito en kwam ongeveer eens in de maand buiten het gewone lesprogramma om samen, in een groot hoog tuinhuis van Marian van der Waals, achter het grachtenpand van haar ouders aan de Prinsengracht.
Daar zaten we uren lang over Ludwig Wittgensteins Tractatus logico-philosophicus te oreren.
Na het nogal schoolse gymnasium dat ik tot die zomer in Tiel had bezocht, was dat een hele overgang. Ik was in een totaal nieuwe wereld beland. Aangevoerd door de ouderejaars Bas Willink en Theo Verbeek discusieerden we tot in het oneindige over feiten, ‘Sachverhalte‘ (waarvan ik nog steeds niet weet wat het zijn) en afbeeldingen van de wereld. En als we laat op de avond moe dreigden te worden, en de flessen rode wijn open gingen, en onze stemmen hoger en hoger reikten, kon Marian ineens opstaan en naar (meer…)