De ‘Zeeman-boeken’ van een betreurde Volkskrant-criticus

Door Reinjan Mulder

Februari 2013: winterlezen

Zeeman met boek

Ik zat er zaterdag lang naar te kijken: het portret van Michaël Zeeman, temidden van illustere voorgangers als Menno ter Braak, Kees Fens en Marcel Reich-Ranicki. Het boekenkatern van de Volkskrant opende het nieuwe boekenseizoen met een beschouwing over de terugvallende invloed van de recensent. De criticus, zo u wilt. De – getekende – portretten van Michaël Zeeman en zijn overleden collega’s moesten illustreren wie vroeger de gezaghebbende critici waren, en wie we nu dus misten.
Ik heb een ingewikkelde geschiedenis met Michaël Zeeman (1958-2009). Ik haalde hem omstreeks 1980 uit het niets als 22-jarige jongeman binnen bij NRC Handelsblad, hij kwam met vallen en opstaan tot bloei toen ik daar al weer weg was, en nadat ik zeven jaar later was teruggekomen, verliet hij schielijk de krant, teleurgesteld dat ik en niet hij tot literatuurredacteur van de invloedrijkste kant van Nederland was benoemd.
Ik ben dus niet de meest aangewezen persoon om hier en nu, aan de vooravond van wat zijn 55ste verjaardag had moeten zijn, een oordeel over hem als criticus te geven. Maar wel kan ik vanwege mijn jaren in de uitgeverij wat zeggen over zijn invloed: die was, voorzover ik heb gemerkt, zo goed als nihil.
Een jaar of tien geleden kwam ik een niet al te grote Amsterdamse boekwinkel binnen, en daar vertelde de verkoper me dat hij helaas nogal veel Zeeman-boeken in de kast had staan.
‘Zeeman-boeken?’
Het bleek om een kennelijk onder boekverkopers verdoemde categorie te gaan, van boeken die groot en ronkend door Michael Zeeman in de Volkskrant waren  aangeprezen, vaak voorop het boekenkatern, maar die daarna door niemand werden gekocht.
Zeeman-boeken. De vloek van de boekenbrache.
Begrijp me goed, ik ben daar niet blij om. Michaël Zeeman zou ik geen vriend willen noemen, maar hij had onmiskenbaar een goede smaak, hij was ongelooflijk belezen, en veel van de boeken die hij de hemel in stak, las ik graag. Waren al die boeken die hij steeds weer zo luid en betrokken aanprees in zijn Volkskrant af en toe maar iets beter verkocht: interessante auteurs als W.G. Sebald, Norman Manea, Jaan Kross en tal van andere ondergewaardeerde Zuid- en Midden-Europese schrijvers. Michel Zeeman stond altijd pal voor hen en dat waardeer ik.
Maar wat gezegd moet worden, moet gezegd worden: Michaël Zeeman kwam tot bloei in een tijd dat de boekenkaternen hun grootste invloed aan het verliezen waren, maar voor zover die invloed er nog was, deed hij weinig om die in stand te houden.
Eerder droeg hij er, op zijn onhandige manier, aan bij dat die invloed met de jaren steeds geringer werd.
Want hoe je het ook bekijkt, de literaire boeken die het in zijn top-jaren in zich hadden om een groot succes te worden, denk aan het werk van Tessa de Loo, Jessica Durlacher, Connie Palmen, Leon de Winter of Joost Zwagerman, die hadden maar zelden zijn voorkeur.
Hij had het geloof ik, afgezien van één of twee Rotterdammers (Marcel Möring, Anne Vegter), überhaupt niet zo op Nederlandse auteurs. Wat vanuit de wereldliteratuur gezien misschien wel voor hem pleit, maar wat hem na zoveel jaren vergeefs juichen en jammeren wel tandeloos maakte.
Een literatuurredacteur van een Nederlandse krant kan het zich nu eenmaal niet permitteren om de Nederlandse literatuur grotendeels links te laten liggen. Maar voor Michaël Zeeman was het gras bij de buren altijd groener. Auteurs die in zijn jaren als criticus doorbraken, een Van der Heijden, een Palmen, een Allard Schröder, een Arnon Grunberg, een Tommie Wieringa, deden dat nooit door een recensie van hem. Integendeel.

Zeker, later breidde hij tot zijn grote tevredenheid zijn werkzaamheden uit tot de televisie, toen al een veel invloedrijker medium dan de krant, met zijn programma ‘Zeeman met Boeken’. Maar iedereen weet hoe het daarmee is afgelopen. Het programma schijnt één lange show van hooggestemde eruditie te zijn geweest, en trok in ieder geval steeds minder kijkers, en nadat het naar steeds onmogelijker tijdstippen was verdreven, hief de VPRO het programma uiteindelijk, uit armoede en wegens een gebrek aan kijkers, op.
Ik heb daar geen uitgesproken oordeel over, om de simpele reden dat ik het programma maar hoogst zelden zag. Ik werkte in die tijd ver buiten de stad bij een Bredase uitgeverij en kon het me niet permitteren om na middernacht nog TV te kijken. En als ik het wel deed, viel ik steevast in slaap.
Maar wel merkte ik dat boeken die door hem waren aangeprezen, ook de onze, gedoemd waren onverkocht te blijven.
De boekverkoper zei het al: Zeeman-boeken.
Nooit kwam ik in mijn jaren als uitgever iemand tegen, die vroeg: heb je gisteren Michael Zeeman gezien? En nooit zagen we in de uitdraaien van het CB oplevingen als een boek van ons bij hem in de uitzending was geweest. Alleen al wat dat betreft, is het Boeken-programma van Wim Brands dat de VPRO nu heeft een grote verbetering.
Het was jaar in jaar uit vechten tegen de bierkaai, voor hem, wat hij met zijn goedgebekte vriendjes en vriendinnetjes ook deed op dat middernachtelijk uur.
Alleen al daarom is er alle reden om Michaël Zeeman, hoezeer we zijn voortijdige dood ook mogen betreuren, niet in één adem met een baken als Menno ter Braak,  een invloedrijke literatuurpaus als Marcel Reich-Ranicki of, in Nederland, een tv-fenomeen als Adriaan van Dis te noemen.
De literaire kritiek is een heikel vak. Van de criticus wordt verwacht dat hij een eigen mening heeft, maar op een al te eigenzinnige of afwijkende mening zit niemand te wachten. Je kunt mensen één keer voorhouden dat ze een boek dat je mooi vindt moeten kopen, je kunt dat twee of drie keer doen, maar daarna loop je het risico dat ze het ook echt gaan kopen, en lezen, en besluiten of ze nog mee kunnen gaan in je meningen, of juist niet.
Doen ze dat niet, dan is het met je positie snel gedaan. En zit er weinig anders op dan correspondent te worden in, ik noem een dwarsstraat, Rome of Berlijn.

2 Reacties

  1. Zeeman-boeken lijken dus een beetje op Reinjan Mulder-blogs. Interessant om te lezen, maar geen hond die het interesseert of reageert (behalve ik dan).

  2. @ Koertj Met dit verschil dat Michael Zeeman in één adem wordt genoemd, nou ja getoond, met Marcel Reich Ranicki, Kees Fens en Menno ter Braak.

Geef een reactie