Ik ga in quarantaine en neem mee…
Door Reinjan Mulder
In mijn quarantaine heb ik de afgelopen weken, goddank, nog een paar duizend boeken binnen handbereik gehad, die ik geen van alle missen kan, maar mocht ik onverhoopt aangestoken worden, en naar een zorginstelling gaan, dan weet ik inmiddels wat ik mee wil nemen:
Tien boeken die mij gevormd hebben:
1. Samuel Beckett, Molloy, Bezige Bij, 1963, dat me in de vertaling van Jacoba van Velde op mijn 16de leerde wat literatuur is;
2. L.F. Céline, Reis naar het einde van de nacht, Van Oorschot, 1968, dat me dank zij Em. Kummer als student leerde wat stijl is;
3. Remco Campert, Bij hoog en bij laag, Bezige Bij, 1965 (1959), dat me liet zien wat poëzie vermag;
4. Graham Swift, Last orders, Picador, 1996, dat me liet inzien wat de Engelsman bezielt;
5. W.G. Sebald, Die Ringen des Saturn, Eichborn, 1995, dat de dunne grens tussen non-fictie en fictie verkent;
6. F.B. Hotz, Dood weermiddel, Arbeiderspers, 1996, dat me de bijzondere wereld van de dingen liet beseffen;
7. Hans-Maarten van den Brink, Over het water, Meulenhoff, 1998, dat me de begeestering door het roeien bijbracht;
8.Oek de Jong, Pier en Oceaan, Augustus, 2012, dat me liet zien wat opgroeien in de provincie is;
9. J.B. Charles, Van het kleine koude front, Bezige Bij, 1962, dat me leerde hoe goed criminologen polemiseren kunnen;
10. Margriet de Moor, Eerst grijs dan wit dan blauw, Contact, 1991, dat me na 25 jaar opnieuw leerde lezen.
Tien boeken die ik zelf mocht (helpen) vormen:
1. Marek van der Jagt, De geschiedenis van mijn kaalheid, De Geus, 2000, dat een nieuwe Arnon Grunberg liet zien;
2. Vamba Sherif, Het land van de vaders, De Geus, 1999, dat Afrika zijn eigen Aenaeis gaf;
3. Kader Abdolah, Spijkerschrift, De Geus, 2000, dat de essentie van de migratie verbeeldt;
4. Sana Valiulina, Didar & Faroek, Meulenhoff, 2006, dat mij leerde hoe (auto)biografie literatuur wordt;
5. Thomas Heerma van Voss, Verdwenen boeken, Babel & Voss, zomer 2020, de opvolger van Onzichtbare boeken, over tien jaar Babel & Voss;
6. Sandra van Beek, De grote illusie, De Geus, 2000, dat in het echtpaar Waller de romantiek van de vroegere kunstjournalistiek eert;
7. Henna Goudzand, Hele dagen in de regen, De Geus, 2004, dat de tragiek van de dekolonisatie toont;
8. Elizabeth Nobel, Land van zal, Meulenhoff, 2006, dat het bestuurlijk dilemma van het kolonialisme verbeeldt;
9. Carolijn Visser, De hele wereld, Meulenhoff, 2003, dat een autobiografie in 49 reisverhalen werd;
10. Reinjan Mulder, Zwavelwater, Boom, 2019, dat
een land portretteert dat mij al sinds mijn proefschrift bezig houdt.
En dan nog toen boeken die mij hopelijk nog verder vormen kunnen…