Bij de nominatie van ‘Opnieuw Beginnen’ voor de Socrates Wisselbeker 2010

Door Reinjan Mulder

Socratesbeker-winnaar Luc van Middelaar geeft heet van de naald een interview

Kersverse Socratesbeker-winnaar Luuk van Middelaar geeft heet van de naald een telefonisch interview

Een half leven geleden zat ik ijverig voor mijn eindexamen Gymnasium te blokken en vroeg ik mij vertwijfeld af wat ik later worden zou. Ik had net de boeken van Jean Paul Sartre ontdekt, en werd gefascineerd door filosofen die in Parijs college gaven aan leuke, jonge meisjes, en die tussen het filosoferen door ook nog even snel met deze of gene naar bed leken te gaan. Ik zou ook wel zo’n schrijvende en liefhebbende filosoof willen worden.
Had je die in Nederland ook? Ik wist alleen dat Roel van Duijn een paar jaar filosofie gestudeerd had, en die deed het in het Amsterdam van die dagen zeker niet slecht, maar verder zei iedereen dat je voor filosofie eerst veel levenservaring moest opdoen en dat je na je eindexamen maar beter eerst een vak kon leren, waarmee je later op een nette manier je brood kon verdienen.
Had Sartre ooit een vak geleerd? Ik trok me er niets van aan, en schreef me dat eerste jaar aan de Universiteit van Amsterdam voor Filosofie in. Elke donderdagmorgen volgde ik van 11 tot 12 de lastige, met veel Franse citaten gelardeerde colleges over Henri Bergson’s Evolution Creatrice, elke maandag luisterden naar de fascinerende vertellingen van Henk Mulder over de Wiener Kreiss, eens in de maand lazen we in het Duits Ludwig Wittgensteins Tractatus, met medestudenten als Bas Willink, Theo Verbeek, Marian van der Waals en Ilan Kisch, en onder leiding van de curieuze Albrecht Kwast (‘de bestaande Nederlandse vertalingen deugen niet’) vertaalden we elke dinsdagmorgen Aristoteles uit het Grieks: Peri psyches.
Wat is er in dat eerste collegejaar misgegaan? Was het onderwijsprogramma in die eerste jaren dat filosofie in Amsterdam als hoofdvak bestond een chaotisch bijeengeraapte reeks hoogstpersoonlijke mijmeringen, zoals ik lang heb beweerd? Was mijn Frans, Duits en Grieks te zwak? Was ik er met mijn exacte en a-religieuze achtergrond misschien gewoon nog te dom voor de wilde hersenspinsels der filosofen? Of juist te slim? Werd de Centrale Interfaculteit, zoals ik later wel eens las, teveel door de openlijke ruzies tussen de hoogleraren Staal en Aler in beslag genomen om nog aan de opvang van eerstejaars te kunnen denken?
Of, en dat klinkt ook niete onaanneemlijk, was het de grote stad Amsterdam, die in dat revolutiejaar 1966 geen behoorlijke basis bood voor een studieus en braaf, tentamen afleggend studentenbestaan?
Wat de oorzaak ook was, een jaar later zat ik keurig tussen driehonderd andere eerstejaarstudenten heel schools latijnse teksten over Romeins recht te vertalen, leerde ik ijverig de Nederlandse fatsoensregels in honderden curieuze arresten onder te brengen en wist ik alles van verplichte ziekteverzekeringen en het algemeen verbindend verklaren van CAO’s… Ook een soort filosofie, jawel, maar dan een filosofie die aanzienlijk concreter en begrijpelijker was dan de cerebrale constructies van de grote Kant en de mystieke obsessies van iemand als Abélard die ik een jaar eerder had proberen te doorgronden.
Toen ik vorige maand hoorde dat het boek Opnieuw Beginnen dat ik samen met de filosofe Marli Huijer had geschreven, door de jury van de Socrates Wisselbeker was uitgeroepen tot één van de vijf sprankelendste en oorspronkelijkste filosofieboeken van 2009, realiseerde ik me met een schok dat ik die droom uit het voorjaar van 1966 na zoveel jaar misschien toch had waargemaakt. Het was dan wel geen ‘Wegen der Vrijheid’ die we met ons boek hadden geproduceerd, maar als Sartre nu had geschreven, had hij misschien wel net zo zijn hoofd over het verschijnsel ‘opnieuw beginnen’ gebroken als wij. En hij had er misschien ook wel net zo’n, door de dagelijkse praktijk beïnvloed, boek over geschreven als wij hadden gedaan.
En misschien dat Sartre en De Beauvoir nu, net als vijftig jaar geleden, wel net zo veel mensen aan het denken hadden gezet als wij dat op dit moment – hopelijk – met ons Opnieuw beginnen doen.
En wat die leuke meisjes betreft die de filosofie binnen je bereik kon brengen…


Geef een reactie