Hoe de Oba Oba light werd – over het geruisloos verdwijnen van de LiteRom in de Openbare Bibliotheek
Door Reinjan Mulder
Nu we wat bekomen zijn van de onverwachte en spectaculaire dood van Joost Zwagerman, rijst de vraag wie hij als schrijver is geweest. Wat is Zwagermans plaats binnen de Nederlandse literatuur?
Dat is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Tot twintig jaar geleden kon je voor die vraag terecht bij de Openbare Bibliotheek van Amsterdam, de Oba, die nauwgezet een van de twee grootste knipselachieven van Nederland bijhield. Tienduizenden recensies zaten daar in mappen, waarin iedere geïnteresseerde een kijkje kon nemen.
Die tijd komt waarschijnlijk nooit meer terug. In de jaren negentig had dit systeem zijn langste tijd al gehad en werd er vanuit de landelijke bibliotheekorganisatie NBLC besloten alle krantenpublicaties over boeken en schrijvers samen te brengen en te digitaliseren. Zo kwam in 1992 de LiteRom op de markt, een kostbare CD-Rom waarvoor alle knipsels uit het Letterkundig Museum en de Openbaar Bibliotheek waren gescand.
Dat grapje moet miljoenen hebben gekost, temeer omdat de makers vergeten waren de rechthebbenden (recensenten en uitgevers) om toestemming te vragen. Die toestemming kregen ze uiteindelijk, na jaren procederen, maar niet nadat ze de recensenten en journalisten wier teksten waren gekopieerd eerst royaal schadeloos hadden gesteld. Zelf kreeg ik, als een van de veel geciteerde critici voor mijn honderden recensies ongeveer één maand salaris extra.
Sindsdien verwaarloosde ik mijn eigen archief en ging ik voor het schrijven van overzichtsstukken of het voorbereiden van interviews naar de Oba aan de Prinsengracht, waar ik voor een paar gulden alle interviews en recensies meekreeg die ik nodig had.
Had ik dat maar niet gedaan! Een paar jaar geleden verhuisde de Oba naar een groter, mooier en duurder pand, bij het Amsterdamse Centraal Station, waar studie-cellen waren, live radio-uitzendingen gemaakt konden worden, honderden mensen tegelijk het internet op konden, pianomuziek klonk, goede restaurants en leuke coffeeshops waren en waar de hele dag door liften en roltrappen op en neer bewogen. Je kon het zo gek net bedenken of het was er.
Alleen: recensies van Nederlandse boeken zijn er niet meer te vinden.
Omdat ik wel eens gehoord had dat mijn recensie van Gimmick! in NRC Handelsblad in 1989 de doorbraak van Joost Zwagerman zou hebben ingeluid en ik geen idee meer had hoe die luidde, wilde ik na Zwagermans dood dit stuk nog wel eens teruglezen. Was dat echt zo’n enthousiast verhaal als Zwagerman het had doen voorkomen?
De kans dat NRC Handelsblad mijn recensie nog had, was klein. Rond 1990 was daar alles gedigitaliseerd. De lieve mevrouw die daar in een zijkamertje oude kranten zat te verknippen verdween, zodat zelfs in de recente necrologie van Zwagerman in NRC alleen de recensent van de Volkskrant uit die tijd werd geciteerd.
Ook de vele scholieren-sites met recensies die inmiddels zijn ontstaan en die mij eerder verder hielpen, lieten me in de steek. Via Google kon ik mijn stuk nergens terugvinden.
Zou de uitgever me dan misschien kunnen helpen? Die kans was ook klein. In de tijd dat ik bij J.M. Meulenhoff werkte, heb ik gezien hoe het archief daar in de Apax-tijd onder Sander Knol en Johan de Koning al snel de deur uit werd gedaan, onder het motto: ‘de ponden gaan naar Londen’. Zou het bij de AP zoveel anders zijn gegaan?
Ten einde raad besloot ik naar de instelling te gaan die sinds de oorlog het beste knipselarchief van Nederland had, en die zich er nu op beroept de ‘bibliotheek van de 21ste eeuw’ te zijn, de Oba.
Dat belooft dan vooralsnog weinig goeds voor die 21ste eeuw.
De mensen in de Oba zijn gelukkig nog altijd allervriendelijkst.
Ik hoefde ook niet uit te leggen wie Joost Zwagerman was. Toevallig waren er net vóór me twee mensen die – tevergeefs – naar Vals Licht van Zwagerman op zoek waren geweest.
Maar aan de recensie van Gimmick! kon helaas niemand me helpen. Er werd op verschillende computers gezocht, hulp van collega’s werd ingeroepen, er werd naar andere verdiepingen gelopen, maar nee, literaire recensies waren er in het hele gebouw niet meer te vinden.
Het enige wat de Oba nog te bieden had, zo zei een vriendelijke informant, waren kranten op microfiche, op de zesde verdieping. Maar dan moest ik wel de precieze verschijningsdag van de recensie weten, want ook die kon de Oba niet meer voor me achterhalen.
Na een oproep op Facebook kreeg ik gelukkig toch nog vrij snel een foto van de recensie toegestuurd. Door Coen Peppelenbos. Wat de grote, machtige Oba niet meer kon, kon wel de eenling achter de fraaie literatuurwebsite Tzum.
Dat roept de vraag op: wat is er met de kostbare LiteRom gebeurd?
En: als die dan niet meer bestaat, zoals ze bij de Oba zeggen, moet de bibliotheek dan geen nieuwe middelen vinden om ons aan recensies van vóór 1990 helpen? De literatuur bestaat toch al langer dan 25 jaar?
Voor de recensie van Gimmick! hoeft dat niet meer. Die heb ik inmiddels geduldig overgetypt en op Das Zahngold gezet, waar hij binnen een week honderden lezers en meer dan 50 Facebook-likes kreeg.
Hoe zzp’ers de bibliotheek van de 21ste eeuw overtroeven.
Een bewerking en actualisering van dit stuk werd op 27 oktober in de Volkskrant gepubliceerd.
Inmiddels is er over de LiteRom druk gecorrespondeerd op Facebook, de KB zou bijvoorbeeld nog een exemplaar in huis hebben, en één correspondent wist zelfs te melden dat de Oba wel degelijk nog de LiteRom in huis heeft.
Ik zal daarom binnenkort nog eens teruggaan en de proef op de som nemen. In 2009 ontdekte ik bij de Oba al het gebruik om te zeggen dat een tijdschrift ‘bij de binder’ is, als iets zo snel niet gevonden kan worden. Misschien ben ik ook nu wel met een kluitje in het riet gestuurd.
Maar dat was dan wel een kluitje ‘in vereniging’ en met een ‘samenweefsel van verdichtsels’. Want iemand op een gewone maandagmiddag na de nodige ruggespraak met collega’s doorverwijzen naar de ‘microfiches op de zesde’, dat doe je niet even. Dat moet vaste praktijk zijn.
Beste Reinjan Mulder,
De LiteRom bestaat nog steeds en is in alle Openbare Bibliotheken te raadplegen -ook in die van Amsterdam, als databank.
Niet alle dagbladrecensies zijn erin terug te vinden. Ik meen me te herinneren, dat freelancers onder de recensenten expliciet toestemming moesten geven voor opname. Ik weet van Max Pam, dat die weigerde.
Jouw recensie op Gimmick! staat er niet in. Was jij toen freelancer bij de NRC?
@Rob Delvigne Ik was freelancer van 1974 tot 1979 en van 1983 tot de zomer van 1989, dus ook toen ik over Gimmick! schreef, maar ik weet dat juist veel van mijn recensies en interviews die ik als freelancer schreef op de LiteRom zijn terecht gekomen. Ik heb destijds ook een fors bedrag gekregen voor de overname. Ik meen dat ik met meer dan 250 artikelen, na o.a. Hans Warren, Wam de Moor en Tom van Deel, ongeveer op de vijfde of zesde plaats uitkwam als veel geciteerde criticus.
Het blijft dus vreemd en verontrustend dat juist een recensie waarvoor kennelijk zoveel belangstelling is, onvindbaar is geworden. En ook dat er in dat enorme instituut op een doordeweekse dag kennelijk niemand meer te vinden is die mij verder kon helpen. Dat was op de Prinsengracht wel anders.
Beste Reinjan Mulder,
De Literom is een product van NBD/Biblion dat de OBA afneemt. De OBA heeft dus geen invloed op het al of niet opnemen van recensies. En kan daar dus ook niet verantwoordelijk voor worden gesteld. Overigens zijn 279 recensies door u geschreven wel opgenomen in de Literom.
Mijn collega’s hebben u terecht naar de microfiches verwezen. Wij hebben een database met fulltext artikelen uit kranten, maar die loopt vanaf het jaar 1991. Voor een recensie uit 1989 moet je dus je toevlucht nemen tot de microfiches. Ik heb vroeger zelf veel met microfiches gewerkt. Daar is echt wel een artikel op te vinden. In Literom zitten 21 andere recensies van Gimmick. De oudste dateert van 21 april 1989. Als u was begonnen met het microfiche van de NRC van die datum en verder was gaan zoeken was u al snel uw eigen recensie op 12 mei tegengekomen. U had binnen een half uur de tekst gevonden (binnen de muren van de OBA). Met vriendelijke groeten Fred Kolman (OBA)
Het laatste [dat niemand de auteur verder kon helpen, red.] is wat mij betreft het meest verontrustend. In de afgelopen jaren zoemde het getal van 300 openbare bibliotheekvestigingen rond die zouden zijn gesloten. Feitelijk waren het er (veel) minder. Maar het is wel een trend dat volwaardige vestigingen worden vervangen door servicepunten, en vooral dat deskundige medewerkers worden vervangen door vrijwilligers. Niets ten nadele van de laatsten, maar goede informatiedienstverlening is een vak waarvoor je geleerd moet hebben.
Volgens CBS-cijfers die vooralsnog t/m 2013 lopen, is in de periode 2009-2013 het aantal arbeidsjaren in openbare bibliotheken met ruim 23% gedaald (https://tinyurl.com/ogq22zh). Dit is denk ik het echt ernstige gevolg van bezuinigingen in een informatiesamenleving die teveel op IT-oplossingen vertrouwt en te weinig oog heeft voor de menselijke vaardigheid in het omgaan daarmee.
@Fred Kolman
Mooi, dat wie de weg weet, toch, uiteindelijk, mijn recensie van Zwagerman’s Gimmick! zou kunnen vinden. Maar toen ik op maandagmiddag 14 september langs kwam, werd mij gezegd dat de LiteRom niet meer werkte en dat ik zelf met een datum moest komen. Dat mijn recensie niet op de LiteRom zou staan is helemaal niet ter sprake gekomen.
En mooi ook, dat niet u maar Biblion de selectie van de op te nemen recensies doet. Al blijft het vreemd dat er maar liefst 19 recensies van ‘Gimmick!’ op LiteRom staan, en net niet die in een grote, landelijke krant als NRC Handelsblad. Dat moet u, als verschaffer van dit middel, toch te denken geven. Want was het niet de Oba die besloot haar prachtige collectie knipsels weg te doen omdat er nu een LiteRom was.
En even vreemd lijkt mij dat er kennelijk wel 279 recensies van mij op de LiteRom staan en net niet die ene van Joost Zwagerman. Zwagerman is toch niet de minste van al die auteurs over wie ik in die 25 jaar schreef. Bovendien moet ik die recensie geschreven hebben in de week dat ik met de hoofdredactie van NRC Handelsblad sprak over de voorwaarden waaronder ik als literatuurredacteur bij de krant zou willen aantreden. Ik kan me niet goed voorstellen dat ik net op dat moment mijn allerslechtste stuk in jaren schreef.
Veelzeggend in dit opzicht zijn misschien mijn jaarlijkse afrekeningen van de LiteRom. Deze bedroegen:
Over 2012: €44,38
Over 2011: €21,01
Over 2012: €23,32
Over 2013: €2,31
Over 2014: … (niets ontvangen)
Terwijl er op de LiteRom geen recensies van mij zijn bijgekomen of afgegaan, zijn mijn royalties vier jaar geleden eerst gehalveerd en vervolgens opeens gedecimeerd. Dat wijst mijns inziens op een sterk verminderd gebruik.
@Frank Huysmans
Ik denk dat u gelijk heeft. Er wordt de laatst jaren naar mijn idee veel te veel gelet op uitstraling, bezoekersaantallen en beleving, en te weinig op dat waarvoor een bibliotheek bedoeld is. Ik vond het al een teken aan de wand dat de enorme etage waar ik voor mijn vraag moest zijn, op de doordeweekse middag dat ik er was half verduisterd was en dat er een bordje op de balie stond dat ik voor vragen op een andere verdieping moest zijn. Kennelijk is er voor zo veel vierkante meters boeken en tafels nog niet één personeelslid die er thuis is en die zich met hulp en service aan de bezoekers bezig houdt.
Beste heer Mulder,
We vinden heel vervelend dat uw bezoek aan de OBA niet heeft opgeleverd wat u ervan verwachtte. Bij navraag blijkt er sprake te zijn van een toegangsprobleem juist voor LiteRom op de publiekspc’s, als gevolg van de overstap naar de Nationale Bibliotheek Catalogus. De bibliothecarissen op de etages weten dit bestand goed te vinden, maar helaas heeft u daar niets aan gehad toen u eind september uw recensie zocht.
Uw bericht heeft ons wel duidelijk gemaakt dat er een technisch probleem speelt, dat we met spoed moeten oplossen. Want LiteRom hoort gewoon voor iedere bezoeker beschikbaar te zijn.
In aanvulling op mijn collega Fred Kolman kan ik u nog melden dat NBD Biblion bij navraag aangeeft dat er in het verleden bij de digitalisering van de CDRom een aantal bestanden niet zijn overgenomen in verband met rechten. Zo zijn alle bestanden van Jan Mulder verwijderd omdat hij geen toestemming verleende. De NBD geeft aan dat daar per abuis mogelijk ook uw recensie is verwijderd, maar ook zij vinden het spijtig en kunnen de ware toedracht niet meer achterhalen. Wel geven ze aan dat uw recensie zo spoedig mogelijk zal worden toegevoegd aan LiteRom, dus goed om te weten.
In reactie op Frank Huysmans, de invloed van de bezuinigingen is op veel plekken merkbaar maar we doen onze uiterste best om kwaliteit te blijven leveren. In principe is er in al onze vestigingen altijd een bibliothecaris aanwezig voor inhoudelijke vragen, ook op elke etage in de OBA Centrale, hoewel dat financieel niet altijd gemakkelijk is. Het omgaan met de digitale bibliotheek is zeker een aandachtspunt, waar de medewerkers in getraind worden. Zeker de komende tijd verwacht ik dat we daar als sector nog veel meer energie in moeten steken.
@Astrid Vlug
Dank voor uw uitvoerige – en plausibele – antwoord. Ik schreef het al: de mensen van de Oba zijn nog steeds allervriendelijkst. Ik had ook niet de indruk dat de man die mij hielp mij niet helpen wilde. Hij deed alles om mij aan het gevraagde te helpen, het had alleen geen resultaat. Zodat ik helaas niet anders kon concluderen dan ik deed.
De databank van LiteRom is inmiddels weer kicking and alive en toegankelijk in alle 26 OBA vestigingen. Overigens vind ik de typering “verloederde OBA” wel erg zwaar aangezet. We bieden onze bezoekers enorm veel, ook aan informatie over en activiteiten op het gebied van literatuur.
Naschrift 2017. Het is om moedeloos van te worden. Vandaag was ik na 16 maanden afwezigheid weer eens in de Oba omdat ik mijn recensie van Dirk Ayelt Kooimans ‘Montyn’ (1982) graag wilde inzien. Een leraar Nederlands had me verteld dat dit een van de meest gelezen Nederlandse romans is onder middelbare scholieren en ik wilde mijn visie daarop graag op Das Zahngold zetten.
Tevergeefs. Na een half uur zoeken moest ik samen met de vriendelijke dame achter de balie bij de Nederlandse literatuur concluderen dat de NRC recensie uit 1982 onvindbaar was. En de aardige Astrid Vlug die mij vorige keer had gezegd dat haar databank weer kickin’ and alive was, was ‘op training’.
Wordt vervolgd…
Mij overvalt uw gevoel van moedeloosheid ook wel eens. Maar soms gaan we ook vooruit! Uw recensie staat hier:
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000028213:mpeg21:a0201
Dank, Ivo Zandhuis. Maar de recensie van De vierde man van Gerard Reve blijkt bij uw Delpher weer half onleesbaar te zijn…
Gelukkig blijft er altijd iets te wensen. Voor de goede orde: het is *mijn* Delpher niet. Die eer komt anderen toe.