De strijd om de Grunberg-archieven – Bij het afscheid van het Literatuurmuseum van Aad Meinderts
Door Reinjan Mulder
Het Literatuurmuseum is fameus omdat zij alle correspondentie van belangrijke schrijvers bewaart.
Maar wie bewaart alle belangrijke correspondentie van het Literatuurmuseum?
Hieronder de mails die de vandaag vertrekkende directeur Aad Meinderts sinds 15 juli 2011 met mij wisselde.
15 juli 2011
Beste Reinjan Mulder,
Hartelijk dank voor uw bericht. Graag zou ik u eens spreken over uw mail. Sjoerd heeft overigens niet gereageerd in verband met uitstedigheid en/of werkzaamheden buiten het museum, zeker niet uit desinteresse. Ik ga nu drie weken met vakantie. Kunnen we daarna afspreken. Ik kom daarvoor graag bij u langs. Met vriendelijke groet, Aad Meinderts
Aad Meinderts
directeur
|
15 augustus 2011
Beste Reinjan, jij had natuurlijk onmiddellijk antwoord moeten krijgen, laat dat duidelijk zijn. Ik bied je mijn excuses aan dat het te lang geduurd heeft. Ik houd van moeizame onmogelijk ogende missies. Dat is een afwijking, ik weet het. Tot die missies reken ik sinds vandaag jou ervan te overtuigen dat het Letterkundig Museum de ideale bestemming is voor je archief. Er zijn enkele zaken die daarin een rol spelen. Jouw brieven aan schrijvers komen voor het grootste deel in het Letterkundig Museum terecht, de contrabrieven horen daar dan toch ook thuis? UB is in dit speciale geval snel geweest. Ik kan je verzekeren dat wij dat ook zijn, al zou je dat op grond van jouw recente ervaring niet zeggen. Wij zijn snel, zeer snel. In de vroegere vaste tentoonstelling ( waarvoor ik verantwoordelijk was) heb ik Arnon reeds opgenomen, onder meer deze keuze leidde tot veel krakeel. Jouw krant heeft er op de voorpagina over geschreven. Mijn vrouw heeft nog bij Arnons moeder zijn schrijfmachine opgehaald en haar zijn ‘kamertje’ laten zien. In een expositie over Dood in de literatuur die ik maakte was Arnon met een sarcofaag vertegenwoordigd. Gedreven was en ben ik door de kwaliteit van Arnons werk. Weet je, het steekt mij dat je daar geen credits mee opbouwt. Direct na mijn vakantie spreek ik je. In ieder geval dank voor je bericht. Hartelijke groet, Aad
Verstuurd vanaf mijn iPhone
Op 15 jul 2011 om 18:50 heeft “Reinjan Mulder” het volgende geschreven:\
Beste Aad Meinderts,
Dank voor je mail. Ik ben nooit tegen gesprekken, zeker niet met jou, maar ik betwijfel of het in dit geval enige zin heeft. En wel omdat ik nu net na een paar gesprekken met de heren van de UvA heb besloten dat mijn archief (waarschijnlijk) naar hen toe gaat.
Om misverstanden te voorkomen, stuur ik nog even de mail mee die ik Sjoerd tweeënhalve maand geleden stuurde, met een CC naar de UvA.
Ik had graag eerst over deze zaak met het LM overlegd, ik gaf het eerdere pakket niet voor niets in bruikleen, maar constateer nu wel een erg groot verschil in reactiesnelheid tov de Bijzondere Collecties.
Met vriendelijke groet,
Reinjan Mulder
Begin doorgestuurd bericht:
Beste Sjoerd,
Een paar jaar geleden heb ik een Albert Heijn-tas vol documenten van en over Arnon Grunberg bij het Letterkundig Museum in bruikleen gegeven.
Ik lees nu dat Arnon zijn eigen archief, via Jos Wuijts en een Stichting, bij de UB in Amsterdam heeft ondergebracht.
Ik vraag me af wat dat betekent voor toekomstige geïnteresseerden in deze schrijver.
Ik heb hier thuis nog meer dan een halve meter Grunberg archief, veel eerdere versies van boeken, met duizenden correcties en aanvullingen, en honderden mails, kaarten, faxen en brieven. Het is denkbaar dat die nu op een gegeven moment naar de UB verhuizen.
Maar het LM is natuurlijk ook een optie.
En ik kan ze ook altijd nog zelf houden, als appeltje voor de dorst. Uiteindelijk ben ik al jaren onderbetaald freelancer en bouw ik, anders dan jullie, geen enkel pensioen op.
Daarom eerst de vraag aan jullie: wat is jullie visie op deze zaak?
Bedenk daarbij dat ik ook nog een (aanzienlijk kleiner en minder interessant) algemeen archief heb, met correspondenties met diverse andere schrijvers, en ook vrij veel opdracht-exemplaren, voor een deel uit mijn NRC Handelsblad-tijd, waar ik ook ooit een bestemming voor zal moeten vinden.
Met vriendelijke groet,
Reinjan Mulder
6 september 2011
Beste Aad,
We zitten nu in de eindfase van mijn schenking aan de Bijzondere Collecties.
Er is inmiddels een persbericht uitgegaan en ik zou graag mijn in bruikleen gegeven stukken hiernaartoe laten komen.
Binnenkort komt hier de taxateur langs.
Moet ik daarvoor nog iets extra’s doen? Formulieren invullen?
Zo ja, kun je me die dan snel toesturen,
Met hartelijke groet,
Reinjan Mulder
28 september 2011
Beste Reinjan, dacht dat het al gebeurd was. Ik ga er achteraan. Excuses, hartelijke groet,
Aad
Verstuurd vanaf mijn iPhone
28 september 2011
Beste Reinjan, Graag kom ik morgen bij jou langs, zoals afgesproken. Het bruikleen heb ik dan niet bij me, want zoals je weet ik ben zo naïef te denken dat retourneren van het bruikleen niet nodig is. We praten daar morgen over; mocht het toch nodig blijken dan is het bruikleen alsnog snel in Amsterdam te bezorgen. Met hartelijke groet, tot morgen, Aad
Op 28 sep 2011 om 10:07 heeft “Reinjan Mulder” het volgende geschreven:
Beste Aad,
Ik ben er inmiddels dan wel aan gewend dat mailtjes aan het LM niet direct beantwoord worden, maar toch: kun je me na 22 dagen nog even laten weten of ik nog iets extra’s moet doen, om het bruikleen te beëindigen? Het bezoek van Jeffrey Bosch komt nu snel dichterbij.
Moet ik bv. een aangetekende brief aan jullie sturen?
Met vriendelijk groet,
Reinjan Mulder
20 september 2013
Beste Reinjan, dank voor je bericht. Een mooie leeftijd heeft je moeder bereikt, maar haar overlijden zal niettemin een klap zijn geweest die nog nagalmt. Veel sterkte voor jou en de jouwen.
Graag accepteren we het fraaie portret dat jouw vader van je maakte. Je hoort bij ons thuis! Hartelijke groet, Aad
Verstuurd vanaf mijn iPhone
Aad Meinderts
directeur
Op 20 sep. 2013 om 11:44 heeft “Reinjan Mulder” het volgende geschreven:
Beste Aad,
Deze zomer is mijn moeder (91) overleden en ik ben nu bezig haar huis te ontruimen. De grootste klus daarbij is een bestemming te vinden voor de meer dan 200 schilderijen van mijn vader, de schilder Piet Mulder, die daar nog staan. Een deel gaat naar het Streekmuseum in Tiel en het Regionaal Archief Rivierenland, maar er zijn ook vrij veel portretten die daar niet zo goed zouden passen.
Heeft het Letterkundig Museum nog interesse in een portret van mij als jongeman? Lezend natuurlijk.
Ik ben weliswaar geen Campert of Mulisch maar heb wel een roman geschreven voor Nieuw Amsterdam plus natuurlijk meer dan duizend kritieken over mensen als Campert en Mulisch, en ook diverse essays en een literair non fictieboek.
Laar maar weten als je er interesse in hebt. In dat geval schenken we je het met veel genoegen.
Met vriendelijke groet,
Reinjan Mulder
22 september 2013
Beste Reinjan, als je dat wil doen is dat prettig. Er rijdt met enige regelmaat een LM-auto naar Amsterdam – deze zou ook jouw huis kunnen aandoen. Ook dat is een mogelijkheid. Aan jou de keuze. Hartelijke groet, Aad
Verstuurd vanaf mijn iPhone
Op 20 sep. 2013 om 17:47 heeft “Reinjan Mulder” het volgende geschreven:
Leuk! Weet je dat ik verschillende keren vrij uitvoerig over jullie portretten-collectie heb geschreven in NRC?
Niet wetend dat ik daar zelf nog eens tussen zou komen.
Hoe doen we het nu verder? Zal ik het een keer onder mijn arm nemen en komen brengen?
Hartelijke groet,
Reinjan
25 september 2013
Fijn, Reinjan, dat het geregeld is. Je krijgt idd een officiele bevestiging van de schenking, waarin staat dat het schilderij is opgenomen in de collectie. Hartelijke groet, Aad
Verstuurd vanaf mijn iPhone
Op 25 sep. 2013 om 15:52 heeft “Reinjan Mulder” het volgende geschreven:
Beste Aad,
Ik heb inmiddels afgesproken het schilderij dinsdag mee te geven met de koerier.
Van een eerdere schenking herinner ik me dat ik dan nog een contractje krijg?
Misschien goed te weten dat schilderij vermoedelijk in 1973 door Piet Mulder (1919-2001) is gemaakt, mijn vader. Dat was nog vóór mijn NRC-tijd, maar ik was toen al al wel als dichter gedebuteerd in de Gids (2-1970) en in de dichtershoek van het Algemeen Handelsblad (1968-1969) en schreef al bijna wekelijks over literatuur als redacteur van Propria Cures.
Het ‘Biesboek’ van Maarten Biesheuvel bevat geloof ik een groepsfoto uit die tijd waarop ik sta. Net zo dromerig.
Op de achtergrond van het schilderij is vaag een wit, gipsen beeld van mijn moeder, van de beeldhouwer Marinus Vreugde te ontwaren, dat we eerder deze maand aan Museum Het Schip schonken, waar het nu staat opgesteld.
Vijf andere werken van mijn vader gaan inmiddels naar de gemeente Geldermalsen. De burgemeester was gisteren op bezoek, met maar liefst drie wethouders.
Zo valt alles langzaam op zijn plaats.
Met hartelijke groet,
Reinjan
|