Bij de dood van Tsjechische auteur Milan Kundera (1929-2023) – Het conflict tussen de twee Europa’s
Door Reinjan Mulder
In zijn bekendste roman De Ondraaglijke lichtheid van het bestaan uit 1984 zette de gisteren overleden Tsjechische schrijver Milan Kundera twee personages naast elkaar die symbolisch mogen worden genoemd voor twee typen Europeanen uit die tijd: de Midden-Europeaan en de bewoner van West-Europa. Het boek beschreef kort gezegd de uitzichtloze liefde tussen een uitgeweken Tsjechische schilderes en een begaafde Zwitserse onderzoeker.
Tijdens hun heimelijke uitstapjes naar ver weg gelegen steden — de Zwitser is aanvankelijk nog keurig getrouwd met een voorname galeriehoudster — ontdekken de twee dat er zo veel begrippen zijn die voor elk van hen een geheel andere betekenis hebben, dat hun geschiedenis zo verschillend is, dat het onzeker is of ze ooit nader tot elkaar zullen komen. Aan de ene kant Sabina, de Tsjechische, die in 1968, na de inval van de Russen, naar Genève is gekomen. Aan de andere kant Franz, haar geleerde minnaar, die er heftig naar verlangt bij de politieke hoogtepunten van de eeuw betrokken te zijn. Zij houdt van visuele schoonheid, is conservatief in haar relaties — mannen moeten voor haar sterk zijn — en gelooft niet in openheid in de liefde. Hij houdt van muziek, ongeacht welke, is voor eerlijkheid, en wil aardig zijn, niet overheersen. Zij is op zoek naar het ware leven. Hij heeft een zwak voor revolutionaire romantiek. Hoe hebben die twee elkaar ooit kunnen vinden?
Sleutelwoorden
In korte stukjes geeft Kundera aan wat een aantal sleutelwoorden voor ieder van hen betekenen. ‘Muziek’ is voor Sabina verbonden met ergernis. Zomers, doorgebracht in communistische jeugdkampen, waar van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat luidsprekers het nadenken van de deelnemers verdoofden. Een drug om de individuele ontwikkeling te smoren. ‘Marsen’ zijn voor haar herinneringen aan de eerste mei: ochtenden doorgebracht in het studentenhuis, bang om betrapt te worden op politieke ongeïnteresseerdheid. Een afkeer van de lange, uniforme rijen met demonstranten. ‘Politiek’ is voor haar een eindeloze herhaling van slogans, een dom en ongeïnspireerd geloof in het onbereikbare. Bedrog zonder charme.
Voor Franz, de West-Europeaan is alles in omgekeerde richting verlopen. Hij is afkomstig uit een ontwikkeld, cultureel geïnteresseerd gezin. Muziek was voor hem
een gelegenheid om zich te onttrekken aan de veel te grote hoeveelheid woorden waarmee hij van jongs af aan werd geconfronteerd. Tijdens zijn studie in Parijs ontvluchtte hij menig maal de bibliotheken om samen met anderen zingend over straat te marcheren, genietend van het gemeenschapsgevoel.
Het is dan inmiddels duidelijker waarom de twee generatiegenoten elkaar tegen het lijf zijn gelopen. Sabina zoekt in Franz de Europese culturele tradities, het individualisme, de zuivere wetenschap, de aandacht voor eeuwige schoonheid. Franz zoekt in Sabina het engagement, de aansluiting bij de wereldgeschiedenis. Hij vindt het prachtig wanneer ze over de Russische bezetting van Tsjechoslowakije praat: de strijd, de tanks, de onderdrukking, de censuur. Een historische gebeurtenis waarmee hij, al is het via haar, direct in contact komt te staan.
En hij is de enige niet. Dank zij de inval van de Russen ontwikkelt Sabina zich tegen haar zin tot een succesvol kunstenares. Een Tsjech ligt goed in de markt, in 1968. De galeriehouders buiten haar nationaliteit, haar slachtofferschap net zo lang uit, tot ze besluit een nieuw verleden te creëren.
Maar helaas, de reden voor hun aanvankelijke interesse is tevens de reden van hun afscheid. Franz vertoont te veel verwantschap met de wereld die Sabina net ontlopen is, en Sabina, ach, Franz weet eigenlijk niet wat hij van haar vinden moet. Als hij besluit zijn huwelijk voor haar op te geven, is ze net met onbekende bestemming vertrokken, op zoek naar betere vrienden.
Beeldenstorm
Illustratief voor hun beider ideeën is het bezoek dat ze brengen aan de Oude Kerk in Amsterdam. Franz wordt direct geïntrigeerd door de gedachte aan de beeldenstormers die hier hebben huisgehouden. De leegte in de kerk grijpt hem aan. In deze kerk hebben de massa’s hun sporen achtergelaten, grote schoonmaak gehouden. De oude wereld van altaren, beelden, schilderijen en tapijten in één beweging weggeveegd. Sabina herkent daarentegen meteen de haat tegen de schoonheid die de beeldenstormers moet hebben bezield. Ze herinnert zich de kerken in Tsjechoslowakije, die na de communistische coup werden veranderd in werkplaatsen, vakantiekolonies of koeienstallen.
Hoewel Kundera beide personages met veel inlevingsvermogen beschrijft, is het duidelijk met wie hij zich het meest identificeert. In de opvattingen van Sabina klinken de opvattingen door die hij sinds zijn vertrek uit Tsjechoslowakije in 1975 zelf in artikelen en interviews heeft verkondigd.
Evenals Sabina betreurt Milan Kundera het vrijwel teloor gaan van de middenEuropese cultuur onder invloed van de politiek. In het essay ‘A kidnapped West’, dat werd opgenomen in het zomernummer van 1984 van het Penguin-kwartaalschrift Granta beschreef hij deze bedreigde cultuur als een kracht die als enige in staat is de menselijke vermogens tot hun recht te laten komen. De persoon van Franz, de gedesoriënteerde Zwitserse wetenschapsman, illustreert de leegte waarin het Westen is beland, waar men door de overvloed aan kortademige informatie het spoor bijster is geraakt.
In hetzelfde nummer van Granta werd een interview opgenomen dat de Engelse schrijver Ian McEwan met Milan Kundera had. Kundera beklaagde zich daarin dat hij, evenals de Sabina uit zijn boek, in het Westen vanwege zijn emigratie ten onrechte als een politieke schrijver wordt beschouwd. Het is natuurlijk prettig dat hij dank zij de Russische inval een wereldnaam heeft gekregen, maar hij is bang dat zijn boeken daardoor in een verkeerd perspectief worden geplaatst. Hij is geen politicus, hij is literator. In zijn laatste roman doet hij in ieder geval voldoende moeite om zich van een reputatie als politiek dissident of anti-communistisch schrijver te ontdoen.
De vijandige beschrijving in zijn roman van een groep uitgeweken Tsjechen, die zich in Zwitserland gezamenlijk voor een strijd tegen de Russen opmaken, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Voor Milan Kundera zijn dit onnozele waaghalzen, die zich zelf voor een onhaalbaar ideaal nodeloos in de nesten werken.
Het beeld dat hij schetst van de thuis achtergebleven Tsjechen die handtekeningen verzamelen tegen de aantasting van de onder Dubcek verworven vrijheden, is evenmin vleiend. Zij geloven in een politieke oplossing die weinig met de werkelijkheid heeft uit te staan. Kundera beschrijft hen in zijn boek als masochisten die zonder enig nut hun toekomst vernietigen.
Door middel van de verdere levensloop van Franz laat Milan Kundera in zijn roman ten slotte zien wat er gebeuren kan met mensen die bereid zijn voor een absoluut ideaal hun leven te riskeren. Teleurgesteld over zijn mislukte huwelijk vertrekt de gefrustreerde geleerde temidden van een groep internationale actievoerders naar de grens tussen Thailand en Cambodja om spontane hulp te gaan brengen aan de onderdrukten. Zonder iets bereikt te hebben komt hij om in een knullig, a-politiek incident.
Plattelandshotel
Wat Milan Kundera precies voor ogen staat wanneer hij zich uitspreekt voor een cultuur die, los van de politieke retoriek en zonder de journalistieke mode van de dag, vorm geeft aan het menselijk bestaan, blijkt uit zijn beschrijvingen van de twee andere hoofdpersonen uit de roman. Het boek begint met de ontmoeting van een arts uit Praag en een serveerster uit een Tsjechisch plattelandshotel, Tomas en Tereza. Aan de hand van hun lotgevallen geeft Kundera een groot aantal inspirerende opvattingen ten beste over het menselijk samenleven, de ontwikkeling van het gevoel, jaloezie, toeval, lichaam en geest, en vrijheid. Problemen waarover, in de woorden van de schrijver, een kind zich al verbaast, maar die altijd belangrijk blijven, omdat niemand er een oplossing voor weet. Het terrein dus voor de literatuur.
De gemeenschappelijke noemer waaronder Milan Kundera zijn visie hier presenteert is het eenmalige van het bestaan, in tegenstelling tot de herhaling van gebeurtenissen. Ieder leeft maar één keer, en niemand kan twee keer hetzelfde doen. Soms kan deze tweedeling tot merkwaardige misverstanden aanleiding geven. Zo probeert Tomas aan een herhaling in zijn bestaan te ontkomen door bij zo veel mogelijk vrouwen in bed te stappen. Hij is een uitgesproken collectioneur, een “epische” veroveraar die, anders dan de “lyrische” veroveraar, naar grote afwisseling streeft. Hij zoekt niet telkens hetzelfde (zijn moeder) in zijn liefdes, maar steeds iets anders, iets unieks.
Voor Teresa is dit gedrag echter een bittere ervaring. In haar jeugd moest ze zich voortdurend anoniem bij andere vrouwen aansluiten, en ze ziet in de houding van Tomas het zoveelste bewijs dat haar lichaam niet uniek is. Wéér heeft ze niets bijzonders, is ze één van de velen. Wat voor de één, Tomas, een uiting van vrijheid is, van voortdurende verandering, is voor de ander, Teresa, een teken van gebondenheid, een gebrek aan individualiteit, ergernis over steeds weer hetzelfde. Waar de één de verschillen tussen ervaringen waarneemt, ziet de andere de gelijkenissen.
Twee partijen
Niet altijd kon ik destijds de ideeën die Kundera in zijn roman over de mens en de wereld poneerde even goed volgen. Op verschillende plaatsen was bijvoorbeeld te lezen dat er in een verhouding een sterke en een zwakke partij moet zijn, en dat het fout gaat wanneer de sterke partij niet sterk genoeg is. Dit is onder meer de mening van Sabina, die met Franz breekt omdat ze weet dat hij zijn kracht nooit tegenover haar zal tonen. Het is ook het commentaar dat Kundera op de liefde van Teresa voor haar hond gaf: een liefde die voortkomt uit absolute overmacht en die daarom zo buitengewoon diep kan zijn.
Het leek daarmee of Kundera deze taakverdeling tussen sterk en zwak wilde uitbreiden naar de sfeer van de politiek. Op verschillende plaatsen, ook in Granta, suggereerde hij dat er een verwantschap is tussen het politieke en het persoonlijke slachtofferschap.
Dat zou kunnen verklaren, waarom hij zich in zijn roman zo laatdunkend uitliet over Tsjechen die in de jaren de bestaande verhoudingen probeerden te veranderen. Waar een sterk land en een zwak land naast elkaar liggen, leek het voor Milan Kundera bijna onvermijdelijk dat het sterke land het zwakke in zijn greep hield. Wie probeerde daar verandering in te brengen, verstoorde alleen maar de stabiele verhoudingen. Ik vond dat destijds een al te sombere opvatting.
Dat neemt niet weg dat The Unbearable Lightness of Being nog altijd een buitengewoon veelzijdige roman is, die, ondanks de deprimerende strekking, gelukkig al snel in het Nederlands is vertaald.
De recensie van De ondraaglijke lichtheid van het bestaan waarop dit stuk is gebaseerd, verscheen eerder in NRC Handelsblad van 10 augustus 1984