W.F. Hermans en de biefstukken – de favoriete citaten
Door Reinjan Mulder
Op 29 januari 1982 verscheen er in het betreurde ‘Cultureel Supplement’ oude stijl van het al even betreurde, oude NRC Handelsblad een intrigerend, nieuw verhaal van Willem Frederik Hermans: ‘Hoe de biefstuk smaakte’.
Ik deed in die tijd de redactie van dat supplement, en of het daarvoor komt, weet ik niet, maar ik ben het verhaal nooit vergeten. Het ging over een man die vond dat je veel kunt registreren en kopiëren, maar nooit hoe iets smaakt. Hij herinnert zich hoe lekker vroeger de biefstuk was, maar kan daar verder weinig aan toe voegen.
Toen de redactie van Neerlandistiek.nl mij dan ook vroeg om mijn favoriete Hermans-citaten, besloot ik het terug te zoeken en na enig gepuzzel kwam ik uit bij Hermans’ verzamelbundel Malle Hugo (1994), waarin het verhaal ‘Hoe de biefstuk smaakte’ is opgenomen.
Maar toen ik er een citaat in opzocht, kreeg ik het gevoel dat dit niet klopte. Daarom ging ik naar het verhaal zoals dat in onze krant stond op zoek in Delpher. En meteen snapte ik mijn bevreemding. Het oorspronkelijke verhaal was nogal veranderd.
Wat was er gebeurd?
In het CS van NRC schreef Hermans, in 1982:
Of we er op deze toon al eens eerder met hem over hadden gepraat, zou ik niet zeker weten, maar het leek me best mogelijk, want onder de indruk raakte hij niet. “Hoe uit te leggen hoe een ossehaas dertig jaar geleden smaakte? Op de hele wereld is geen plakje ossehaas van dertig jaar geleden meer te vinden. En net als de meeste smaken, was er geen tweede smaak op de wereld die erop leek.”
Maar in 1994, in Malle Hugo, was dat veranderd in:
‘Een mens wordt wel groot en oud, maar alle dagen jarig wordt hij nooit’, zei opa bitter. Op deze manier had hij het nog niet eerder geformuleerd en ik kreeg ineens erg met hem te doen. ‘Hoe uit te leggen hoe een ossehaas vroeger smaakte?’ vroeg hij zich bijna fluisterend af, ‘op de hele wereld is geen plakje ossehaas van dertig jaar geleden meer te vinden. En, net zoals het geval is met de meeste smaken, er bestaat geen tweede smaak ter wereld die erop lijkt.’
Mijn vraag nu, aan de geachte neerlandici, is: welke versie is beter, en waarom?
Toen ik die vraag op Facebook stelde, bleken beide versies hun aanhangers te hebben. Zodat er weinig anders op zit dan de hele verhalen uit 1982 en 1994 maar nog eens terug te gaan zoeken.
(wordt vervolgd)