Ideeënman – Dirk Ayelt Kooiman als fotograaf en plotbedenker
Door Reinjan Mulder
Wat ik helaas nog mis in het mooie Kooiman-nummer van De Revisor dat deze week verscheen, is de betekenis van de Revisor-oprichter Dirk Ayelt Kooiman als fotograaf. In nummer VI/6 van De Revisor (dec. 1979) dat ik onlangs terugvond, staat een historische foto van een al even historisch proces dat voorop de omslag wordt aangeprezen als ‘de zaak Henneman vs. Océ’. De tekst bij die foto mocht ik als auteursrechtspecialist van de redactie leveren, maar de ietwat vage foto maakte Dirk Ayelt Kooiman, de hoofdredacteur van het roemruchte blad naar alle waarschijnlijkheid zelf.
Het ging in de zaak Henneman vs. Océ om het Kort Geding voor de Rechtbank Amsterdam dat de Revisor-coryfee Jeroen Henneman in 1979 had aangespannen tegen de ‘kunstenaar’, ja tussen aanhalingstekens, André Thijssen, die naar Hennemans mening een beschermenswaardig idee van hem had gestolen.
Wie wil weten wat dat idee was en hoe het allemaal afliep, moet het Revisor-nummer er nog maar eens op naslaan. Belangrijker is nu dat de foto van de ‘Mr. Mulder’ die ik toen was, in gezelschap van advocaat ‘Mr. Peeperkorn’ en kunstenaar, ja zonder aanhalingstekens, Jeroen Henneman, door een zekere ‘Gerret Kooy’ is gemaakt, achter welke naam ik al meteen de hoofdredacteur van het blad vermoedde.
Those were the days…
Later heb ik bij mij thuis ook nog een keer een lang en ernstig gesprek met Dirk Kooiman gehad over een ingeving die hij had gehad over de plot van de beruchte Leeeuwarder moordzaak waarover Pieter Verhoeff toen net een prachtige film had gemaakt. Wat ik me daarvan vooral herinner is hij tijdens dat hele gesprek zijn voicerecorder liet meelopen, die hij me na afloop samenzweerderig in bewaring gaf tot het moment dat er misschien een proces gevoerd zou worden over het auteursrecht op zijn ingeving.
Dat proces is jammer genoeg nog altijd niet gevoerd, al heb ik die voice-recorder met het gesprek Kooiman-Mulder nog bijna dertig jaar trouw in mijn witgeschilderd wandkastje bewaard, totdat ik in 2009 uiteindelijk ging verhuizen uit de Jan Willem Brouwersstraat en ik het inmiddels zwaar verouderde apparaat weer in dat kastje tegenkwam.
Hoewel ik een groot deel van mijn archief in die tijd wegens chronisch ruimtegebrek aan de Bijzondere Collecties van de UvA heb geschonken, zat daar stom genoeg niet het apparaat bij waarin zich op tape het twee uur durende gesprek tussen Dirk Ayelt Kooiman en mij bevond.
Ik vrees eerder dat het zware ding toen op een onbewaakt ogenblik ergens in een vuilniszak of een kliko heb laten vallen. Wat moest ik ook met zo’n vreemd metalen doosje met lege batterijen en een inmiddels dertig jaar oud gesprek?
Had ik dat lange tweegesprek nu toch maar bewaard – dan zouden we nog altijd kunnen horen hoe vast overtuigd de nu gestorven schrijver was geweest een belangrijk en origineel idee over een gebeurtenis in een oude film te hebben gehad, waar later nog veel op teruggegrepen zou worden.
Want dat was toch waarin Dirk Ayelt Kooiman achteraf gezien het beste was. Dirk was, net als zijn Revisor-illustratoren in de eerste plaats een ideeën-man, een man van wilde ingevingen, meer nog dan een schrijver.
Zie voor zijn eigen visie daarop bv. mijn eerste interview met hem uit 1975.