Overreden door een snorscooter – met dank aan de politiek

ScooterfotoVorige maand besprak de Tweede Kamer of gemeenten voortaan zelf mogen beslissen wie er op hun fietspaden rijden. Voor Amsterdam een belangrijke dag, omdat zo de gevaarlijke ‘snorscooter’ misschien eindelijk kon worden geweerd. Een snorscooter ziet eruit als een scooter maar omdat hij niet harder dan 25 kilometer mag, hoeft de bestuurder ervan geen helm op en mag hij, hoewel hij niet fietst, zomaar op het fietspad.
In NRC Handelsblad bepleitte  
Reinjan Mulder daarom voor een fietspad-verbod. 

Drie maanden geleden werd ik op een Amsterdams fietspad door een snorscooter aangereden. Hoe dat kwam, weet ik niet. Ik werd in volle vaart van achteren geschept, toen ik zo goed als stil stond om een zijstraat in te gaan.
Ik weet ook niet wat de daders bezielde, want uit ‘privacy’-overwegingen wordt mij niet verteld wie zij zijn, of hun scooter was opgevoerd, of ze helder van geest waren, waarom ze zo hard reden en of ze een strafblad hadden. Toen ik eenmaal op straat lag, zag ik naast me alleen twee opgewonden Marokkanse jongemannen staan, die tegen me tekeer gingen en grote haast hadden om zo snel mogelijk verder te rijden – naar een mij nog altijd onbekend doel.
Maar ik ken inmiddels wel de gevolgen van hun haast: mijn kuitbeen brak in tweeën en mijn rechterenkel bleek in het ziekenhuis aan beide kanten kapot. Wat er toe leidde dat ik zes zomerse weken lang in het gips zat, ernstig in mijn werk werd gehinderd, een al geplande wandelvakantie in het water zag vallen, en ook dat ik nu, zes weken na de verwijdering van het gips, nog elke dag pijn en zwellingen aan mijn voet heb.
Natuurlijk, er vallen meer gewonden in het verkeer, en soms ook veel ernstiger gewonden. Ik moet niet te hard klagen. Met pech moeten we leren leven.
Maar het verschil met veel andere gewonden is dat mijn verwonding makkelijk te voorkomen was geweest. Sterker: iedereen kon hem een paar jaar geleden al zien aankomen.
Ik fiets al bijna vijftig jaar in Amsterdam en al die jaren heb ik nog nooit een ongeluk gehad. Ik rijd voorzichtig en verstandig, maar ik ben wat dat betreft misschien wel een zondagskind. Maar sinds een paar jaar ben ik al wel bijna dagelijks bang. Bang dat er aan die gezegende situatie een keer een einde komt. De laatste jaren word ik vele keren per dag op het fietspad door een veel te snel rijdende snorscooter ingehaald – en ik wist dat dit vroeger of later een keer mis moest gaan.

Beter uitkijken helpt in dergelijke gevallen weinig. Wie, zoals ik, van achteren wordt aangereden, kan daartegen weinig uitrichten.
Daar komt bij dat snorscooters zoveel harder gaan dan fietsers en dat ze zoveel zwaarder zijn dan wij, op onze fietsen, en ook dat de benen van hun berijders goed tegen allerlei letsel worden beschermd door het zo karakteristieke schild voor hun voeten… het schild dat drie maanden geleden mijn kuitbeen en mijn enkels brak.
Daarbij had ik dan nog de pech dat er niet één maar twee mensen op de snorscooter zaten, waardoor het gewicht dat mij op die ongelukkige dag trof minstens drie keer zo zwaar was als dat van mij, op mijn simpele stadsfiets. Of pech…. snorscooters worden nu standaard gebouwd voor duopassagiers, die ze dan ook heel vaak meevoeren, terwijl op fietsen vrijwel nooit meer twee volwassen mensen zitten.

Een ongeluk dat iedereen ziet aankomen is een ongeluk waarvoor iedereen verantwoordelijk is. Ik reken het dan ook niet alleen mijn anonieme snorfietser en zijn duo-passagier aan dat ik het mooiste deel van 2014 maar alleen op halve kracht heb kunnen wandelen, sporten en lopen. Ik reken dat allereerst de politiek aan. De politiek die tot taak heeft de zwakkeren in het verkeer te beschermen.
Al vier jaar geleden werd een petitie gestart tegen snorscooters op het fietspad die niets aan duidelijkheid te wensen overliet, maar het heeft tot nu toe vier jaar moeten duren voor daar eindelijk iets mee gedaan lijkt te worden.
Maar dan moet de kamer nu wel de wetswijziging steunen die deze snorscooters definitief naar de rijweg verbant, of liever nog: verbiedt.
Zeker, de rijweg is misschien gevaarlijker voor scooterrijders, maar dat is een risico dat ze zelf zoeken. Snorscooterrijders in de grote stad hoeven niet op scooters te rijden. De fiets is voor hen, net als voor mij, een veel beter vervoermiddel. Goedkoper, stiller, veiliger, en bovendien: gezonder. Want met hun uitlaatgassen zorgen ze ook nog eens voor veel te veel schadelijke stoffen in de stad, voor renelf en voor mij. In Chinese steden zijn tweetakters zoals die mij nu hebben verwond, niet voor niets verboden.

De twee jongens op de scooter die mij het ziekenhuis in reden, waren nog jong, en aan hun reactie te zien en aan hun haast om meteen na het ongeluk door te rijden hoorden ze tot een categorie die gewend is in alles zijn zin te krijgen. ‘Dit soort jongens is helemaal niet bezig met de schade die ze met hun gedrag veroorzaken,’ vertrouwde de rechercheur die de zaak onderzocht me een paar weken later toe. Hij had ze gesproken.
In die houding kan de Kamer maar beter niet meegaan. Het schadelijke egoïsme van dit soort snorscooter-rijders is al erg genoeg, dat moet we niet ook nog honoreren.
Daarom is het zaak dat de Kamer nu onvoorwaardelijk voor de fietser – en meteen voor een beter en gezonder stadsmilieu – kiest.

REINJAN MULDER

Verscheen eerder in NRC Handelsblad van 8 oktober 2014. 

6 Reacties

  1. Inmiddels heeft de Tweede Kamer er vlak voor Kerstmis voor gezorgd dat het voorstel om bromscooters van het fietspad te kunnen weren verworpen is, met dank aan de PvdA.

  2. UPDATE 2017 Inmiddels zijn we alweer drie jaar verder, en is er nog steeds niets verbeterd. Maar volgende week gaat de Tweede Kamer, een heel andere kamer nu, misschien weer in beraad over de snorscooter op het fietspad.
    De daders die mij drie jaar geleden het ziekenhuis in reden, zijn zoals te verwachten was niet komen opdagen op hun zitting, al zijn ze wel – bij verstek – tot een boete van 750 euro veroordeeld. En de onderhandelingen met hun verzekeraar over een schadevergoeding zijn na drie jaar in een beslissend stadium beland, zodat hun verzekeringspremies misschien de komende tijd een klein beetje gaan stijgen.
    Maar of ze daarmee voortaan hun ronkende moordwapens laten staan… Ben benieuwd of er nog vooruitgang bestaat in de politiek.

  3. Akelig verhaal, Reinjan. En herkenbaar 🙁
    Ikzelf liep een hersenkneuzing op door een sociopaat op wielen die me aanreed toen ik op een zebrapad overstak. En de politiek doet helemaal niets. Berekeningen dat het 260 slachtoffers per jaar scheelt om in Amsterdam de scooters naar de rijweg te verplaatsen worden structureel genegeerd. Politiek gebeuren.
    Fijn dat jouw rechtszaak in ieder geval nog iets opleverde. In mijn geval was er een overvloed aan bewijs: foto van een bebloed zebrapad, politiebeschrijvingen, onderzoek speciale dienst zware verkeersongevallen, etc.
    Mij was verteld dat het waarschijnlijk als een misdrijf behandeld zou worden: roekeloos rijgedrag. De officier van justitie heeft het bewijs en die foto niet gezien of gebruikt. Officieren schijnen nogal druk te zijn en weinig tijd te hebben per zaak.
    De rechter was ook te incompetent of corrupt. De dader kreeg vrijspraak. En als slachtoffer kun je niet in hoger beroep.
    mijn vertrouwen in de ‘rechtsstaat’ – een woord dat in Nederland een overvloed aan aanhalingstekens verdient – is hiermee volledig verdwenen.
    En van de politiek moeten we het dus ook niet hebben.
    Waarom is de mensheid zo slecht in het zichzelf organiseren?
    Het is blijkbaar te moeilijk voor een groep van 16 miljoen mensen om te besluiten dat het niet OK is om elkaar tot moes te rijden op een zebrapad.

  4. Dat klinkt hevig, Tim. In 1998 werkte ik bij Uitgeverij De Geus en daar heb ik het boek ‘Hersenkneuzing’ van Andrea Willemsen uitgegeven. Zij was toen een 52-jarige vrouw die acht jaar eerder tijdens een fietstochtje met haar man door een bromfiets omver was gereden, wat bij haar tot levenslange hersenschade heeft geleid. Ik was destijds erg begaan met haar verhaal en ik hoop erg dat het jou beter is vergaan.
    De laatste jaren, na mijn eigen ongeluk, heb ik vaak aan haar teruggedacht, en ook aan de moeite die het ons kostte om het boek tot een goed einde te brengen. Langer dan een uur achtereen kon ze er niet over praten.
    Uiteindelijk is het allemaal gelukt en is haar boek in 1999 in het Academiegebouw van de Utrechtse Universiteit gepresenteerd door Pieter van Vollenhoven, een specialist op het gebied van veiligheid.
    Toen Andrea werd aangereden, werkte ze op de VU aan een proefschrift, dat daarna nooit meer is afgekomen, ze was voorgoed arbeidsongeschikt. Maar met haar boek heeft ze zich daar zo goed mogelijk voor gerevancheerd. Het is gelukkig nog altijd leverbaar en het wordt ook nog altijd gelezen.

    Het was ook haar geschiedenis die me er nu toe aanzette om een letselschade-advocaat te zoeken die de afgelopen drie jaar bezig is geweest om de schade vergoed te krijgen. Dat zou ik meer mensen aanraden. Wat mij betreft deed ik dat niet eens zozeer om het geld, als wel als compensatie voor de ongeïnteresseerdheid van de kant van de daders en als middel om hen via hun verzekeraar tot grotere voorzichtigheid aan te zetten. Want veel andere middelen zie ik op dit moment niet.
    Je mag hopen dat zij op de een of andere manier toch nog horen hoe deze zaak is afgelopen, en hoe hoog de schade wordt getaxeerd die ik geleden heb.
    Over de afhandeling door de politie en de rechter heb ik niet zoveel te klagen, behalve dat ik het zelf beter had gevonden als ik rechtstreeks met de dader(s) had kunnen praten, om van hen te horen waarom zij in volle vaart op me inreden. Nu blijf ik met heel veel vragen en een onbevredigd gevoel zitten. En ook met terugkerende angsten, wanneer ik weer een volgepakte scooter op hoge snelheid naderbij zie komen, zeker nu de politiek nog steeds zo luchthartig over snorscooters op het fietspad blijft doen. Het fietsen in de stad heeft voor mij veel van zijn aantrekkelijkheid verloren, terwijl het een perfecte manier zou kunnen zijn om je te verplaatsen en de stad leefbaar te houden .

  5. Uiteindelijk valt bij mij de schade mee. Ik voel me psychologisch nog enigzins gekneusd. Ook zit ik met angsten en boosheid. Veel boosheid, het liefst zou ik een vroegtijdig einde zien aan alle scooterrijders in de stad – of aan het vervoermiddel. Lichamelijk heb ik slechts wat kleine klachten eraan overgehouden (orthostatische hypotensie), maar verder kan ik alles nog. Mijn proefschrift heb ik voor het ongeluk al geschreven en dat vormt de basis van mijn carriere nu.
    Met hulp van mijn rechtsbijstandsverzekering heb ik in een civiele zaak voor zover mogelijk de materiele schade en onkosten kunnen verhalen. Ik denk niet dat ik daar veel meer uit had kunnen halen. Maar dat bij de strafzaak de dader door een valse verklaring vrijkwam blijft pijn doen. Vooral omdat er zoveel bewijs was en de eerdere verklaring anders was. De officier van justitie had simpelweg te weinig tijd genomen (of gekregen) om goed naar het dossier te kijken, en als slachtoffer ben je ‘geen partij’ in de zaak en kun je niet in beroep.

  6. Ik ben het met je eens, Tim, dat het recht helaas nog steeds meer op de dader gericht is dan op het slachtoffer. In de tijd dat ik bij het SCP werkte, heb ik onderzocht of de particuliere sector niet meer zou kunnen doen, zowel bij het wegnemen van de schade, als ook tegen de boosheid bij slachtoffers en hun gevoel onrecht te zijn aangedaan. Ik schreef daarover de brochure: ‘Wie helpt het slachtoffer?'(1989).
    Nu ik zelf slachtoffer geworden was, heb ik me daarom tot Slachtofferhulp gewend, die goed reageerden en me lijstje gaven met bona fide letselschadeadvocaten.
    Na afloop kan ik niet anders zeggen dan dat dit uiteindelijk goed heeft uitgepakt. Je blijft op die manier wel jaren lang met je zaak bezig, en met je lichamelijke (on)gesteldheid, dat moet je wel willen, maar het geeft toch een soort opluchting als er door middel van een ‘finale kwijting’ iets recht wordt gezet wat scheef zat.
    Alleen zou je willen dat de dader(s) daar meer bij betrokken werden. Maar of dat ooit lukt… Ik heb de verzekeraar het recht gegeven de schade op hen te verhalen, maar ik heb geen idee of ze dat ook doen.
    Ook in mijn zaak stond mijn verklaring op één punt tegenover de hunne, maar omdat zij niet waren verschenen, werd ik geloofd en zij niet, wat waarschijnlijk ook wel in de stafmaat meegenomen zal zijn.

Geef een reactie