‘Vroeger was ik een prinses’ – Esther Freud over haar hippiemoeder en haar romandebuut ‘De kleur van henna’
Door Reinjan Mulder
De Engelse schrijfster Esther Freud woonde van haar vierde tot haar zesde in Marokko. In haar debuutroman Hideous Kinky, die in Engeland bij verschijnen veel stof deed opwaaien, deed ze daarvan beeldend verslag. In Nederland verscheen het boek als De kleur van henna. Het was, zei ze, ‘een van de eerste boeken over de kinderen van de generatie die naar popfestivals ging, die danste op het strand en zijn hoofd liet kaalscheren.’ Esther Freud deed weinig moeite om zich gewichtiger voor te doen dan ze was, toen ik haar in 1994 op een late augustusdag opzocht in haar Londense rijtjeswoning aan de voet van Hampstead Heath. Alleen al om die reden was ze een buitenbeentje in de doorgaans zeer zelfverzekerde Engelse literatuur. ‘Ik wilde schrijfster worden,’ zei ze, ‘maar ik had niets om over te schrijven. Daarom putte ze maar uit haar eigen jeugd.
Voor Esther Freud geen moeilijke verhalen over grote thema’s en engagement. ‘Ik vond het leuk om uit te zoeken hoe zinnen effect kunnen hebben, ik had altijd veel poëzie gelezen, en ik wilde graag iets doen met woorden. Maar ik had geen idee hoe ik gedachten zou kunnen hebben die bij anderen iets zouden kunnen uitrichten. Ik moest daarom heel lang nadenken waarover ik zou kunnen schrijven. Ik had niets te zeggen.’ Dat het er uiteindelijk toch nog van kwam, Freud door het tijdschrift Granta al snel tot een van de beste jonge schrijvers van Engeland werd gerekend, kwam niet alleen doordat ze
als kind van de schilder Lucian Freud zo’n interessante jeugd had. Ze had ook een scherp oog voor de verhoudingen waarin ze opgroeide. ‘Wat mij erg interesseerde waren de onderlinge verhoudingen van mensen,’ zei ze, ‘de dynamiek binnen een gezin.’
Haar eerste pogingen om daadwerkelijk iets te schrijven had Esther Freud al aan het eind van de jaren tachtig gedaan. Ze had toen vergeefs geprobeerd een carriere op te bouwen als actrice en in het kader van een werklozenprogramma had ze zich ingeschreven voor twee omscholingscursussen: auto-onderhoud en creatief schrijven (bij de romanschrijfster Michelle Roberts). Voor die laatste cursus moest ze een verhaal inleveren van een paar bladzijden. Het kostte haar de grootste moeite: ‘alles wat ik schreef was zo klein.’ Maar na lang nadenken kwam er een stuk over een zevenjarig meisje dat een saai leven in Engeland leidt. Ze vindt alles even verschrikkelijk maar houdt zich staande door terug te denken aan een eerder, mooier leven. Alsof ze vroeger een soort prinses is geweest.
Het verhaal, waaruit delen zijn terug te vinden in Hideous Kinky, is gebaseerd op haar eigen schooltijd. Het mooiere leven van vroeger was een lange reis die ze van haar vierde tot haar zesde door Marokko maakte. Esthers moeder, een vriendin van de schilder Lucian Freud, zag toen ze jong was niet zoveel in het doorsnee Engelse leven. In 1968 vertrok ze met haar twee kinderen in een oud busje naar het exotische Marokko waar, naar ze dacht, wel wat meer te beleven moest zijn.
Het moet een avontuurlijke tijd zijn geweest. Marokko volgens Freud was nog niet vergeven van de toeristen. ‘Wij behoorden bij de eersten die zo’n exotische ervaring hadden. Als we onderweg iemand uit Londen zagen, raakten we helemaal opgewonden.’
Hideous Kinky volgt vrij nauwkeurig de herinneringen van Esther Freud. Ze beschrijft hoe een moeder met twee kleine kinderen haar intrek neemt in een huis in de joodse wijk van Marrakesj. Op advies van de makelaar koopt ze een klein houtskoolkacheltje waarop ze het eten kan bereiden en ook op andere manieren doet ze haar best zich aan te passen. Ze gaat met haar dochtertjes naar het Turkse badhuis, op de plaatselijke markt koopt ze kaftans, ze snoepen van het magische majoun, en bij twee Marokkaanse vrouwen laten ze (‘alsof ik een zachte helm van klei op had’) hun haren volsmeren met koude, slijmerige henna. De buitenlanders in Marokko gedroegen zich in die tijd anders dan nu. ‘Wij wilden opgaan in de locale cultuur. We went native.’ Ook de schaarse reizigers die eerder naar Marokko gingen, kenden dat volgens Freud niet. ‘Toen Paul Bowles er kwam had hij een hele bende koffers bij zich. In zijn tijd vestigde men zich in hotels die vol zaten met andere buitenlanders.’
Het verhaal van de roman wordt verteld vanuit het perspectief van het jongste meisje. Voor haar is Marokko een groot sprookjesland. Ze vraagt zich wel eens af wanneer haar moeder nu eindelijk gaat trouwen, en ze heeft heimwee naar aardappelpuree en Engelse drop, maar dat wordt ruimschoots goed gemaakt door ontmoetingen met een Italiaanse Prins die hen in een groot paleis met pauwen ontvangt, en met allerhande bedelaars en tovenaars. De meisjes zijn getuige van folkloristische en religieuze sessies, ze kamperen bij een groot meer, en ze studeren kunstjes in omdat ze later acrobaat of koorddanser willen worden.
De tijd die Esther Freud in Marokko heeft doorgebracht is, naar ze zegt, voor haar van essentieel belang geweest. ‘Toen we later weer in Engeland woonden, gaf het me iets eigens. Ik was nogal afwezig in die tijd, en ik was niet goed op school, en ik kon dat compenseren door veel over Marokko te praten. Dat deed ik dan ook.’ Toen ze haar werklozencursus deed, kon ze zich nog niet goed voorstellen dat ze zich genoeg van Marokko zou kunnen herinneren om daar een heel boek over te kunnen maken, maar gaandeweg kwam er steeds meer uit die tijd bij haar boven. ‘Het is een wonder hoeveel je terug kunt halen.’ Ze werddaarbij geholpen door haar moeder. ‘Zij wist dingen die ik was vergeten, en ik wist weer wat zij niet meer wist. Hoe meer we erover nadachten hoe meer er zichtbaar werd.’
Toen haar cursus was afgelopen, besloot ze het verhaal verder uit te werken en het idee van het terugkijken vanuit een later tijdstip los te laten. Het verhaal werd dat wat het meisje zich herinnerde. ‘De flashbacks waren de interessantste delen, daarom heb ik alleen die genomen. Ik houd er niet van in een verhaal onderbroken te worden door een verteller die indruk wil maken. Ik wilde dat de lezer helemaal in het verhaal werd getrokken. Hij moest worden omringd door wat er in Marokko gebeurde.’
Doordat het boek vanuit het perspectief van een klein meisje is geschreven, heeft het een milde, sprookjesachtige toon. Het heeft ook weinig ontwikkeling. ‘Ik ben meer geboeid door karakters dan door een plot.’ Voorzover zich in het verhaal dramatische gebeurtenissen voordoen merk je daar als lezer alleen zijdelings iets van. Het twee jaar oudere zusje van het meisje geeft bijvoorbeeld een paar keer aan dat hun moeder naar Marokko is gegaan vanwege het avontuur. Maar wat daar vreemd of tragisch aan zou kunnen zijn, ontgaat haar. Freud: ‘Een kind van die leeftijd is nog niet rijp om alles te begrijpen. Haar moeder is gewoon haar moeder. She’s just there, all the time. Op die leeftijd is je moeder alleen maar mum.’
Het was een onwennig interview. Later hoorde ik dat Freud op het moment dat ik haar bezocht net een maand zwanger was. We zaten met twee mokken thee voor ons aan een tafel in de woonkeuken achter in het huis, met zicht op de tuin. Ik begreep onmiddellijk waarom Freud in de tien jaar dat ze als actrice probeerde te werken voornamelijk kinderrollen kreeg aangeboden. Ondanks haar 31 jaar kreeg de volwassenheid maar moeilijk vat op haar. Ze was klein, beweeglijk en alert, en niet geneigd zich over te geven aan al te veel diepzinnigheden en generalisaties over haar werk. Toen ik haar vroeg waarom ze dilemma’s op een bepaalde manier heeft opgelost, antwoordde ze dat dit bij de aard van het verhaal paste. ‘Elk verhaal moet je schrijven op de manier die voor dat verhaal het beste is.’ Als ik haar vraag of ze niet in de verleiding is gekomen om de simpele chronologische volgorde van het verhaal te doorbreken, antwoordt ze dat die eenvoud misleidend is. ‘De makkelijkste manier van vertellen is in werkelijkheid vaak het moeilijkste.’ Later geeft ze toe vooral in de begintijd heel intuïtief te hebben geschreven. Hideous Kinky is een echt eerste boek. ‘Zo schrijf je maar een keer.’
Freud vertelde dat ze, toen het boek bijna af was, nog een keer is teruggegaan naar Marokko om te kijken of het klopte wat ze zich herinnerde. En dat bleek het geval. ‘Ik heb een paar kleine dingen moeten veranderen, maar dat was opvallend weinig. Ik had het misschien wat exacter kunnen maken, maar dat was niet nodig. Ik merkte dat een boek helemaal niet exact hoeft te zijn. Het maakt niet uit of een palmboom groen of paars was, het gaat erom dat hij overtuigt.’
In de Engelse reacties op Hideous Kinky is de nostalgische en dromerige atmosfeer die het boek zo aantrekkelijk maken er niet altijd uitgehaald. Integendeel. Veel lezers zagen er een aanklacht in tegen het hippiedom. Recensenten meenden er in te kunnen lezen hoe gruwelijk de kinderen van de tegencultuur het moeten hebben gehad. Het verklaart waarschijnlijk voor een deel het grote succes dat het boek meteen had. ‘Men stortte zich erop, omdat het een van de eerste boeken was die het verhaal vertelden van de kinderen van de generatie die naar popfestivals ging, naar Marokko trok en naar India, de generatie die danste op het strand en zijn hoofd liet kaalscheren.’
Sommige kranten meenden dat de ouders uit de jaren zestig, waarvoor de moeder (‘Love Generation mother’) in het boek een symbool zou zijn, geen oog hadden voor het belang van hun kinderen. In The Independent Magazine schreef John Walsh dat Esther Freud is groot geworden in een wereld die baby’s en kinderen als een bijzaak zag: ‘a shockingly uncool mass of inconveniently yowling humanity in the new Eden of Woodstock‘.
De schrijfster moest constateren dat iedereen uit haar boek heeft gehaald wat hij eruit wilde halen. ‘Veel mensen zijn gevallen over het beeld dat er in wordt gegeven van onze opvoeding. Maar ik wilde daar helemaal geen oordeel over geven. Ik dacht daar helemaal niet aan. Ik wilde alleen maar een boek maken. Ik wilde laten zien dat de wereld voor een kind van vijf even intens kan zijn als voor iemand die vijfentwintig jaar ouder is. They judged for me.’
Ze maakte duidelijk dat zijzelf geen enkele afkeer voelde van de jaren zestig. ‘Ik vond het in Marokko juist leuk.’ Ze geeft toe dat er ook minder mooie kanten zitten aan het leven dat zij beschrijft. ‘Het gaat over een vrouw met weinig geld, en met kinderen. Dat kan moeilijk zijn en gevaarlijk. De kinderen voelen ook wel angsten die andere kinderen van die leeftijd niet hebben. Maar ik wilde geen tragisch verhaal. Ik wilde een avontuurlijk verhaal, met moeilijke momenten, omdat ik de tijd in Marokko ook zo heb ervaren.’
Tussen de regels door wordt duidelijk hoe moeilijk het voor de moeder is om op te gaan in de plaatselijke gewoonten. Het dragen van sluiers en het slaan van schoolkinderen stuiten bij haar en haar landgenoten op weerstand. Andere gebruiken waarvan ze misschien denkt dat ze bij Marokko horen, sluiten weer moeilijk aan bij de wereld van de plaatselijke bevolking. Zo moeten de voorspellingen die de moeder aan de I Tjing ontleent, op veel dorpsbewoners een wat onwezenlijke indruk maken.
Op de dag dat ik de schrijfster opzocht had ze de Nederlandse vertaling nog niet gezien. Naar ik later hoorde lag er een pakje met boeken voor haar bij haar agent in Londen. Ik liet haar mijn eigen exemplaar zien. De oriëntaals aandoende omslag maakte haar meteen enthousiast. ‘Wat prachtig!’ Er staan een paar kamelen op de voorkant, wat aardewerk, een palmboom, en diverse oosterse ornamenten. ‘Dit geeft perfect aan wat je van het boek mag verwachten. Het is precies de sfeer van het verhaal.’
Esther Freud vond dat men zich in Engeland veel te veel heeft geconcentreerd op de autobiografische kant van verhaal. ‘Ze dachten: nu weten we alles over haar leven.’ Dat is waarschijnlijk in de hand gewerkt doordat er op de omslag van de Engelse editie een potlood-portret van haarzelf als meisje van vijf was afgedrukt, gemaakt door haar schilderende vader. Het accentueerde nog eens dat de schrijfster een telg is uit de befaamde Freud-dynastie. Sigmund Freud, de psychoanalyticus, is haar overgrootvader en voor vele bladen maakte dat het boek extra interessant.
Het was een ironische speling van het lot dat de achterkleindochter van de grote Freud bekend werd met verhalen over meisjes zonder vader. In Hideous Kinky is de vader niet meer dan een anonieme mecenas in Engeland die van tijd tot tijd – maar vaak ook helemaal niet – geld naar Marokko overmaakt: ‘Je vader in aanmerking genomen en de Marokkaanse posterijen, is het nog een wonder dat er ooit wat aankomt,’ verzucht de moeder als er weer eens geen geld bij de post zit.
Voor Esther Freud is haar afkomst ook niet veel meer dan een speling van het lot. In de vele interviews die ze bij het verschijnen van haar debuut gaf, liet ze laten weten dat haar beroemde voorvader haar betrekkelijk koud laat. Ze heeft in haar studietijd wel eens een boekje van hem gelezen, heeft ze gezegd, maar veel verwantschap met hem heeft ze niet kunnen ontdekken. En haar vader kent ze alleen maar van een afstand. Ik besluit het onderwerp ‘beroemde familieleden’ dan ook maar niet ter sprake te brengen.
We praatten meer in het algemeen over het positieve beeld dat er van haar in de pers is gegeven. Zo vertelde dat ze in alle interviews die ze sinds haar debuut heeft gegeven heeft gezegd dat ze heeft leren schrijven in het kader van een werklozenproject, maar er is tot nu toe geen enkele krant geweest die dat heeft durven afdrukken. ‘Het past kennelijk niet in het beeld dat mensen hier van een schrijver hebben, dat je het vak op een cursus kan leren.’ Ook de vele tegenslagen die ze als actrice doormaakte zijn overal onderbelicht. De meeste artikelen stellen haar voor als een natuurtalent dat alle mogelijke rollen aankon, hoewel haar toneelcarriere in werkelijkheid een aaneenschakeling van mislukkingen is. Als ik haar geloven mag, deed ze de ene auditie na de andere zonder dat het haar een behoorlijke rol opleverde.
Ze vertelde dat het schrijven voor haar echt een allerlaatste redmiddel was. Tot haar eerste boek af was, had ze ook nooit gedacht dat het schrijven van boeken zo leuk kon zijn. ‘Ik hoopte nog steeds dat ik een keer voor een toneelstuk zou worden aangenomen, zodat ik met Hideous Kinky kon stoppen.’
Later kon ze zich niets leukers meer voorstellen dan boeken schrijven. In haar tweede roman, Peerless flats, verwerkte ze haar eerste jaren in Londen en de ervaringen die ze opdeed tijdens haar opleiding aan de theaterschool. Het boek (in het Nederlands vertaald als Bestrijd de vossen) speelt zich af rond een werkelijk bestaand treurig flatblok in het oosten van Londen, de Peerless Flats, en net als haar debuut gaat het weer over een gezin zonder vader. Een verschil met het eerste boek is dat de meisjes nu tien jaar ouder zijn, en dat het wordt verteld door iemand buiten het verhaal. De moeder heeft er inmiddels nog een zoontje bij, die fantaseert over vossen. Hij is, zo lezen we, verwekt door een vader die de verantwoordelijkheid voor een kind kennelijk niet aan kan. ‘Lisa bedacht hoe vreemd het voor haar moeder moest zijn om dagelijks te worden herinnerd aan Max’ vader, die op dit moment aan een reis om de wereld per zeilboot begon, met Trudi, een Nederlandse kleuterjuf.’
Ik vroeg haar waarom er zoveel kinderen in haar verhalen voorkomen. ‘Kinderen zijn heel belangrijk voor me,’ antwoordde ze. ‘Ze zijn heel natuurlijk, ze hebben hun donkere momenten, maar ze bekijken de wereld met veel meer humor dan volwassenen.’ Ze was rijp voor het moederschap.
Esther Freud: De kleur van henna. Vert. Rene Kurpershoek. Uitg. De Bezige Bij.
Bestrijd de vossen. Vert. Yvonne Bloem. Uitg. De Bezige Bij.
Het interview met Esther Freud waaruit hier wordt geciteerd, verscheen eerder in NRC Handelsblad van 9 september 1994