Mijn kandidaat voor de Nobelprijs: Alvaro Mutis
Door Reinjan Mulder
Morgen wordt bekend gemaakt wie dit jaar de Nobelprijs voor de literatuur krijgt. Inside-informatie daarover heb ik helaas niet meer, maar ik gok dit keer graag op de Colombiaan Alvaro Mutis (Bogota, 1923), de winnaar van de Cervantesprijs in 2001. Ik ontdekte zijn boeken in 1991, toen ik literatuurredacteur van NRC Handelsblad was, en sindsdien heeft hij een warm plaatsje in mijn hart. En hij is inmiddels al bijna negentig, dus als het Nobelcomité hem ooit nog bekronen wil, moeten ze opschieten.
Tot Alvaro Mutis 1988 in Mexico zijn eerste roman publiceerde, was hij alleen nog maar in kleine kring als dichter bekend. Sindsdien zijn zijn boeken echter door de meest vooraanstaande Engelse en Amerikaanse uitgevers op de markt gebracht en wordt hij geregeld getipt voor de Nobelprijs. Gabriel Garcia Márquez noemde hem al jaren geleden één van de grootste schrijvers van deze tijd, een uitspraak die sindsdien op al zijn boeken voorkomt. Toch is het tot een echte doorbraak in Nederland nooit gekomen. In Nederland werd hij aanvankelijk gebracht door uitgeverij Prometheus, die in 1990 De laatste reis van de Tramp Steamer liet verschijnen, dat in 1991 werd gevolgd door de trilogie De boeken van de onstuimige Zuidenwind. Daarna werd deze laatste titel nog – zonder dat de vertalers daarvan wisten – door uitgeverij De Geus overgenomen, omdat men ook daar inmiddels rekening begon te houden met een Nobelprijs, maar tot nu toe waren deze verwachtingen tevergeefs.
Ik heb Alvaro Mutis één maal ontmoet, meer dan twintig jaar geleden, in mei 1991, in St. Malo, waar we beiden het festival Etonnants Voyageurs bijwoonden. Ook Cees Nooteboom, een andere goede kandidaat voor de Nobelprijs 2012, was daar te gast. Over mijn ontmoeting met Mutis schreef ik later een groot stuk voor NRC Handelsblad waarnaar ik graag nog eens verwijs.