Coffee Company (fragment 3) – De bus uit Waddinxveen

Het begon allemaal met de bus uit Waddinxveen.
Ik had de man in de rode montycoat al eerder gezien, in de Coffee Company. Anders was hij die ochtend ook niet zo doelgericht op me toegelopen.
Misschien behoorde hij zelfs al veel langer tot de vaste bezoekers van de Coffee Company. Want dat zei nog niet zoveel, in dit soort zaken, iemand zien. Mensen konden hier maanden achtereen elke dag naast je aan een tafel zitten zonder dat tot je doordrong wie ze waren. Je zag ze wel, maar je onthield ze niet. Goddank. Iedereen hier was druk. Druk, druk, druk.
Maar een week geleden was hij binnen een paar minuten opgeklommen tot de rang van de drie of vier mensen in de Coffee Company die ik, los van de barista’s, kende. Die ik niet meer negeren kon.
Bekenden.
Vrienden, om het in Facebook-termen te zeggen.
Connections. Connecties.
Al hadden wij het op de uitgeverij nog altijd over ‘relaties’. Als wij zeiden dat we ‘met een relatie’ meegingen, dacht niemand daar wat van.
De man met de rode montycoat was op slag uit het anonieme systeem van de zaak naar voren gekomen, en hij had een gezicht gekregen. Voor mij.
En wat voor een gezicht. Een grote ronde designbril met dikke randen, een meer dan karakteristieke, knobbelige neus en stevige lippen die een vrouw waarschijnlijk sensueel zou noemen en zware, borstelige wenkbrauwen.
Een gezicht als van een kabouter in een kinderboek.
Misschien kwam het me daarom zo bekend voor.
Sindsdien behoorde hij tot de paar mensen die ik in deze Coffee Company kende, en die ik in ieder geval gedag zou zeggen bij het binnenkomen, en desnoods bij het weggaan weer.
Wat niet wil zeggen dat ik ook een gesprek met ze zou beginnen. Uit mezelf. Het systeem van de Coffee Company ontleent zijn aantrekkingskracht op mensen zoals ik juist aan het vertrouwen dat je bij ontmoetingen met mede-koffiedrinkers, ook als je ze kent, zo lang mogelijk de illusie in stand kunt houden dat je geen tijd hebt om een gesprek met ze te beginnen. Nu.
We komen hier om te werken. Of om te netwerken, maar dat is in onze branche hetzelfde.

Flirtende flexwerkers in de Coffee Company, schets-ontwerp voor een omslag (foto Bert Nienhuis)

Flirtende flexwerkers in de Coffee Company, schets-ontwerp voor een omslag (foto Bert Nienhuis)

En we werkten ook, op de laptops die we voor ons op de tafels hadden staan. Ik op mijn zilveren MacBook Pro, en anderen op de witte Apple’tjes, die ze uit hun rugzakjes haalden. Ik had in de Coffee Company wel eens een bericht gestuurd aan iemand die slechts twee tafels verderop aan zo’n witte Apple zat. Een zakelijk bericht. Waarop ze even kort haar hoofd naar mij toe draaide, en terugmailde: ‘Laat maar komen.’
Ook in de mails die we uit de Coffee Company’s aan elkaar verzenden zijn de meesten van ons kort van stof.
Liefst kijk je hier, ook bij vrienden, met een zo vaag mogelijke blik vlak langs elkaar heen.
Dat is in ieder geval het ideaal. De theorie. Want er zijn ook uitzonderingen op de regels. De praktijk kan soms weerbarstiger zijn. Er zijn binnen het systeem van de Coffee Company grenzen aan de door onszelf aan onszelf opgelegde zelfstandigheid. Die grenzen houden onder meer in dat er, als je eenmaal iemand kent, van praten in een zaak als deze, dat er dan voorlopig geen weg terug meer is.
Je kunt zo iemand dan nog wel negeren, zo’n relatie, maar dan zoals je hem of haar ook ontvrienden kunt. Door middel van een demonstratief negeren.
En dat gaat niet zonder complicaties. Velen van ons komen hier verschillende keren in de week, ik wel bijna elke dag, en je moet er niet aan denken dat de zaak hier op een dag vol zit met mensen die je hebt gekend, met wie je gepraat hebt, maar die je niet langer groeten wil. Dan komt er niet meer zoveel terecht van de vage blikken waarmee we al mijmerend langs elkaar heen naar buiten kunnen kijken.
En wat moet er dan nog van het werken komen waarvoor we in de Coffee Company komen?

De roman Coffee Company is verkrijgbaar bij de betere boekwinkel, of door overschrijving van € 17,95 op Bankrekening NL06 INGB 0004674536 t.n.v. Reinjan Mulder Research & Editing. Vermeld bij het overschrijven ‘Coffee Company’ alsmede het volledig adres waar het boek naar toe moet. 

 

Geef een reactie