Urwin Vyent: ‘Wij zijn trots op de naam Bijlmer’
Urwin Vyent is één van de rijzende sterren in de Amsterdamse gemeentepolitiek. Hij werd geboren in het plaatsje Onverwacht in Suriname, kwam naar Nederland om sociologie te studeren en was daarna onder meer directeur van het Kwakoe-Podium in de Bijlmer, totdat hij bij de Gemeenteraadsverkiezingen van 2010 onverwacht, als lijstduwer, in de Deelraad van Zuidoost belandde. Er volgde wat gesteggel over de vraag of hij zijn zetel wel moest innnemen, maar nu is hij sinds een jaar wethouder in de Bijlmer. Wat doet hij daar de hele dag? Reinjan Mulder sprak met hem in De Balie.
Door Reinjan Mulder
Urwin Vyent: ‘Ik lees op dit moment erg veel stukken. Voor een wethouder is het zaak je dossiers goed te kennen om op grond daarvan een visie te ontwikkelen. Verder gaat veel tijd op aan overleggen en vergaderen. GroenLinks is traditioneel altijd sterk gefocust geweest op milieu en weinig op stadsontwikkeling. Door het wethouderschap van Maarten van Poelgeest is dat nu gelukkig veranderd. Maar in Zuidoost moet het ambtelijk apparaat weer gaan wennen aan een bestuur waaraan GroenLinks meedoet. Daarvoor moeten we ons profiel nu herkenbaarder maken. De veranderingen die hier de afgelopen 15 a 20 jaar hebben plaatsgevonden, waren sterk vanuit een PvdA visie opgezet. Wij moeten nu laten zien hoe wij daar als GroenLinks tegenaan kijken, en ze zo nodig bijsturen.’
Waar zit het verschil dan in?
Urwin Vyent: ‘GroenLinks zit veel minder dan de PvdA met een Bijlmer-trauma. Wij willen graag behouden wat er goed is aan de Bijlmer. Er was laatst veel te doen over de verkoop van de flat Kleiburg voor 1 euro. GroenLinks heeft daar ook moeite mee. Wij voelen veel meer voor renoveren in plaats van slopen. De flatbouw die je hier ziet, past heel goed in de oorspronkelijke Bijlmer gedachte en die willen wij koesteren. Wij geloven in de Bijlmer als merk, wij houden van wat er hier is ontstaan en wat de identiteit van Zuidoost bepaalt. Wij geloven ook dat je die identiteit heel goed kunt ‘vermarkten’.
Leg uit.
‘Veel te lang is de Bijlmer voorgesteld als een no go erea. Een getto in wording. Er is nu een beweging in Zuidoost om dat imago te verbeteren. Maar dat moet niet te verkrampt gebeuren. Het woord Bijlmer hoeft ook helemaal niet te verdwijnen, dat wekt juist nieuwsgierigheid bij de buitenstaander. Tot in Brabant weten ze nu waar dat voor staat, en daar moeten we economisch gebruik van maken. Net zoals dat in New York met de Bronx en Harlem is gebeurd. De Bijlmer is een veel sterkere merknaam dan Zuidoost en er is nu een soort trots op die naam ontstaan.
Het hele interview met Urwin Vyent waaruit hier is geciteerd, is op 1 juli in het Amsterdamse GroenLinksblad ‘Linker’ gepubliceerd.