Patti Smith: ‘Sebald and me, we’re quite similar’
Door Reinjan Mulder
ALDEBURGH – 31 jan. Het moet een van de mooiste dingen zijn die een Nederlandse dichter zich kan dromen. Een zaal van bijna duizend mensen die enthousiast juichen wanneer een internationale beroemdheid op het podium je bundel omhoog houdt, en roept: dit moet je lezen! Het overkwam, postuum, dit weekend de schrijver W.G. Sebald, die in Engeland het middelpunt was van een drie dagen durende manifestatie rond zijn werk. De beroemdheid was Patti Smith, Amerikaans zangeres, fotomodel, ikoon van generaties muziekliefhebbers en sinds vorig jaar de auteur van de met de National Book Award bekroonde autobiografie Just Kids.
‘After Nature!’ riep Smith uit, terwijl ze in het Snape muziekcentrum de Engelse vertaling van Sebalds Nach der Natur ophield. En, terwijl het gejuich aanhield: ‘Sebald!’ Ze hield haar pleidooi na afloop van een twee uur durend programma waarin lange fragmenten uit Sebalds boek werden afgewisseld met poëzie en liederen van eigen hand. Als toegift speelde Smith daarna voor een luid meezingende zaal haar grootste hit uit de jaren zeventig: ‘Because the night’ (belongs to lovers). Ze deed dat, zei ze, omdat dit Sebalds ‘favoriete lied’ zou zijn geweest. Het gelach uit de zaal maakte duidelijk dat dit een grapje moest zijn. Sebald was een melancholicus en een groot liefhebber van klassieke muziek. Op zijn begrafenis in 2001, zo bleek dit weekend, werden alleen maar liederen van Schubert gespeeld.
Schuberts Winterreise was, heel toepasselijk, ook de achtergrondmuziek van de film Patience die op vrijdagavond in premiere ging. De film van de om zijn muziekfilms bekende regisseur Grant Gee volgt de loop van Sebalds meest Engelse boek De ringen van Saturnus (1996). In dit boek maakt de schrijver een denkbeeldige, tien dagen durende wandeltocht door het graafschap Suffolk, die steeds door langdurige bespiegelingen en verwijzingen naar historische gebeurtenissen wordt onderbroken. Gee volgt in zijn film grote delen van die wandeling door in korte, 26 seconden durende scenes de locaties van Sebald te laten zien, afgewisseld door interviews met mensen die Sebald goed hebben gekend en lange citaten en opnames van bladzijden uit het boek. Het is een werkwijze die saai zou kunnen uitpakken, maar die bij Gee hypnotiserend uitwerkt. Terwijl er weer steeds nieuwe intro’s opklinken van de Schubertliederen, zie je in ritmische, grove zwart-wit opnamen stukken van ‘Sebalds landschap’ aan je voorbij schieten, waarin soms ook nog kleuropnames van wandelende voeten zijn gemonteerd. Zelden moet een boekverfilming zozeer door de ogen en oren van een schrijver zijn gefilmd.
Bij een ontbijt in het Aldeburghse Brudenell Hotel legt een opvallend fitte Patti Smith – ‘ik word 64’ – de volgende ochtend uit waar haar fascinatie voor Sebald vandaan komt. Ze was goed bevriend met de schrijfster Susan Sontag die haar kort voor haar dood op ‘Max’, zoals Sebald zich was gaan noemen, wees. Ze was zijn boeken gaan lezen en werd getroffen door een verwantschap in sfeer en in manier van werken: ‘Sebald geeft in zijn boeken scenes uit het verleden. Laat zien waar we vandaan komen. Ik voel me daarmee verwant. Artistiek verwant. ik probeer in mijn boeken op dezelfde manier patronen aan te brengen. Ik voel me door hem geïnspireerd. Hij vertelt verhalen. Geeft blauwdrukken. Hij is zowel een writer’s writer als een reader’s writer. Samen met Bolano’s roman 2066 was Sebalds After Nature mijn ontdekking van 2010. We gaan ook op detzelfde manier met foto’s om. Hoe Sebald foto’s in zijn boeken opneemt, niet apart, als illustraties, maar, klein, als onderdeel van de tekst, dat zou ik in Just Kids met de foto’s van Robert Mapplethorpe doen.’
Vooral de al in 1988 geschreven gedichtencyclus After Nature had Smith erg aangesproken. In dat boek wekt Sebald drie personen uit drie verschillende eeuwen tot leven, eindigend bij hemzelf. Omdat al lang een keer naar East Anglia wilde, waar haar voorouders boer, herder en wasvrouw waren (‘daarom houd ik zo van wassen’), was ze dan ook meteen ingegaan op het verzoek om een avond rond Sebald in elkaar te zetten. Na de dood van Allan Ginsberg had ze al wat ervaring opgedaan met het lezen van andermans teksten (‘dat was een goed huwelijk’), en ze vroeg haar dochter Jessica (23) om met haar vriend Michael Campbell muziek bij de bundel en haar nieuwe teksten te componeren. Dat werd sprekende, stevige muziek voor piano, gitaar en xylofoon, bijna tegen het klassieke aan, die ze tijdens het programma ook zelf uitvoerden.
Als ik Patti Smith voorleg dat ik Sebald wel eens heb ontmoet en dat hij toen toch een wat ander menstype leek dan zij, aarzelend, teruggetrokken, angstig, zegt ze dat ze zelf in wezen ook heel teruggetrokken en onzeker is. ‘Ik ben een harde werker. Geen name-dropper, zoals wel is gezegd. Wat ik in Just Kids over het Chelsea Hotel schrijf, is dat al die beroemde mensen daar wel waren, maar dat ik ook afstand tot hen hield. Zij kozen mij vaak uit, ik niet hen. Zelf voelde ik me vooral aangetrokken tot de mensen die goed werk afleverden, zoals Gregory Corso. Sociaal ben ik helemaal niet zo goed ontwikkeld.’
Een van de hoogtepunten van Patti Smith’ eerbewijs aan W.G. Sebald is het voorlezen met begeleiding zaterdagavond van het lange gedicht ‘Max’. ‘Het is nog niet helemaal af,’ zegt ze de volgende dag, maar ‘het zal misschien wel altijd nog niet helemaal af blijven’. Het gedicht stelt Sebald voor als een sjamaan die van enige afstand het gedoe op de wereld beziet, wandelend ‘met de stap van een schaapherder’, ‘om zich heen kijkend maar niet met zijn ogen’, stemmen herkennend, glimlachend op een heuvel zittend, terwijl hij ‘zijn eigen dood in slow motion ziet’.
Dit jaar tien jaar geleden kwam Max Sebald in de buurt van Norwich bij een verkeersongeluk om het leven.
Verscheen, iets bekort, eerder in NRC Handelsblad van 31-1-2011.