Vladimir Nabokov in Montreux
Door Reinjan Mulder
De Zwitserse stad Montreux heeft veel beroemde inwoners gehad, en van sommigen van hen (Charlie Chaplin, Freddy Mercury) zijn inmiddels fraaie standbeelden geplaatst, maar het mooiste van die beelden is wel het beeld dat in het plantsoentje vlak voor het enorme Montreux Palace Hotel is geplaatst van Vladimir Nabokov. De in 1977 overleden Russisch-Amerikaanse schrijver woonde de laatste zestien jaar van zijn leven permanent in het hotel, waar hij een suite van maar liefst zes kamers had betrokken. Sinds zijn boek
Lolita een wereldwijd succes was geworden en het ook nog eens op basis van een eigen script van de schrijver was verfilmd, kon het geld bij hem – letterlijk – niet op. Nabokov had met een Russische revolutie, een grote depressie en twee wereldoorlogen achter zich genoeg meegemaakt om het vervolg van de geschiedenis te wantrouwen – voor je het wist was je vermogen weer niets waard – en besloot zijn immense inkomsten er maar meteen zo veilig mogelijk en zo aangenaam mogelijk doorheen te jagen. En waar kan dat beter dan in Montreux. Aan de ene kant het meer, aan de andere kant de bergen en daartussen een kilometers lang doorlopende, aangename bloementuin.
Er bestaan een paar prachtige foto’s van de schriiver in Montreux, zittend op een van de balkons van zijn suite, uitkijkend over het meer van Geneve, staande in de immense hotellobby, met het Duitse weekblad Die Zeit bij de nog steeds uitstekend voorziene krantenwinkel meteen naast het station, en natuurlijk met zijn korte broek en vlindernet op een van de vele alpenweitjes boven Montreux.
Uit de biografieën van Nabokov weten we dat zijn vrouw in die laatste jaren inmiddels een dagtaak had gekregen aan het beantwoorden van post en het onderhouden van contacten met tientallen uitgevers over de hele wereld. Ook daar zijn foto’s van. Ondertussen schreef Nabokov steeds dikkere (Ada) en steeds ingenieuzere (Pale Fire) boeken die haast niemand meer volgde, en hield hij nauwgezet toezicht op het vertalen van zijn veel toegankelijker oudere werk.
Het beeld dat nu voor het Montreux Palace Hotel staat laat Nabokov in een heel karakteristieke pose zien: griezelig wankel op een soort thonetstoeltje wippend. De voorste twee poten van het stoeltje zijn een stukje van de grond af, zijn ene voet raakt nog net een onduidelijk steunpunt, maar elk moment lijkt hij met een denderende klap achterover te kunnen vallen.
Wie kent van zijn middelbare schooltijd niet dat verboden maar des te heerlijker ‘wippen’ op twee wankele stoelpoten? Het gevoel ineens twee tegengestelde kanten op de kunnen vallen, wat slechts een kwestie van enkele grammen meer of minder is, een paar druppels rondgepompt bloed. Of je klapt voorover, met beide benen terug op de grond, je handen terug op tafel, of je valt peilloos diep achterover, en maakt zo’n enorme doodsklap dat je in één keer aan gene zijde van het bestaan kunt belanden.
Vladimir Nabokov deed de truc ontelbare malen, was het niet in de klas dan was het wel in zijn werk.