Geobsedeerd door idolen – Rudolf Geel’s verhalen over roem in ‘Bitter & Zoet’
Aan een interviewer van de radio vertelde Rudolf Geel dat hij de laatste jaren veel had geleerd van het schrijven van essays. Stukken waarin zo snel mogelijk en ondubbelzinnig een boodschap overgebracht moet worden. De drie nu samengebrachte verhalen zijn inderdaad helder geschreven en er staan nauwelijks stijlfouten in, maar helaas hebben ze nog een andere eigenschap van essays overgenomen. Ze beginnen met een korte inhoudsopgave, daarna volgen een serie argumenten of anekdotes en het eindigt met een conclusie en eventueel een samenvatting, een terugzien op wat er allemaal voor moois is beweerd en wat dat nu wel betekenen mag.
Van de bundel Bitter & Zoet is het middelste verhaal nog het beste. Er komen geen idolen in voor, het gaat over een wetenschapsman die nooit helemaal aan de top zal komen, hoewel hij zich daar een tijdlang voor inzet. Hij krijgt ten slotte vervroegd pensioen en verhuist naar een waddeneiland.
Dit ‘Met langzame slagen’ is alleen al beter omdat hier niet het procédé van het essay is gebruikt. De man wordt bezocht door zijn zoon, die langzaam ontdekt wat er in het verleden misgegaan is. In de loop van het verhaal wordt stukje bij beetje onthuld dat de moeder jaren geleden plotseling is verdwenen. Er wordt een ongeloofwaardig voorbeeld gegeven van het soort artikelen dat de vader schreef.
Helaas besluit het met een epiloog, die nergens zo misplaatst is als aan het eind van een stuk: „Nu ik dit terugzie, in deze kamer, waar het koud is, omdat de nacht voortgaat, terwijl mijn vader, zelfs als wij iets te bespreken hadden, dat niet zou kunnen, denk ik dat zij beiden dachten: waarom wilden wij bij elkaar wonen en kinderen maken, waarom hebben wij ons le ven volgestouwd met dingen die wij stuk voor stuk zullen verbenen?
Nee, Bitter & Zoet zal Rudolf Geel waarschijnlijk nog niet helemaal als idool doen doorbreken.
Verscheen in iets uitgebreide vorm eerder in NRC Handelsblad van 23 mei 1975